ECLI:NL:RBNHO:2025:4329

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 april 2025
Publicatiedatum
18 april 2025
Zaaknummer
10860801
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor geannuleerde vlucht door AirHelp tegen British Airways

In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen British Airways Plc, vertegenwoordigd door mr. J.J.O. Zandt, voor compensatie van € 250,00 wegens een geannuleerde vlucht (BA443) van Amsterdam-Schiphol naar Londen Heathrow op 13 april 2023. De vervoerder, British Airways, voerde aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een staking van de Franse luchtverkeersleiding, die leidde tot drukte in de luchtruimen. Echter, de kantonrechter oordeelde dat de vervoerder onvoldoende had onderbouwd waarom specifiek deze vlucht geannuleerd moest worden en niet met vertraging kon worden uitgevoerd. De kantonrechter stelde vast dat de annulering niet voldoende was gerechtvaardigd door de vervoerder, waardoor de vordering van AirHelp werd toegewezen. De kantonrechter veroordeelde British Airways tot betaling van de gevorderde compensatie, wettelijke rente en proceskosten, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10860801 \ CV EXPL 24-46
Uitspraakdatum: 16 april 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar het recht harer vestiging
AirHelp Germany GmbH
gevestigd te Berlijn (Duitsland)
eiseres
hierna te noemen: AirHelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof (Lof Legal Services)
tegen
de buitenlandse vennootschap
British Airways Plc
gevestigd te Harmondsworth (Verenigd Koninkrijk)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J.O. Zandt (Ploum)
De zaak in het kort
AirHelp heeft van de vervoerder (onder meer) compensatie gevraagd voor een geannuleerde vlucht. De vervoerder voert aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een staking van de Franse luchtverkeersleiding en als gevolg daarvan ontstane drukte in de aan Frankrijk grenzende luchtruimen. De vervoerder heeft echter onvoldoende onderbouwd waarom specifiek de vlucht in kwestie is geannuleerd. De vordering van AirHelp wordt daarom toegewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene] (hierna: de passagier) heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder hem op 13 april 2023 moest vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Londen Heathrow Airport (Verenigd Koninkrijk), met vlucht BA443 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vervoerder heeft de vlucht geannuleerd.
2.3.
AirHelp heeft daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
AirHelp vordert dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de nakosten.
3.2.
AirHelp baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). AirHelp stelt dat de passagier zijn vorderingsrecht aan haar heeft overgedragen en dat de vervoerder haar daarom en vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 250,00. [1]
3.3.
De vervoerder voert verweer. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De vervoerder betwist dat de passagier zijn vermeende vorderingsrecht (geldig) aan AirHelp heeft overgedragen. Hij betwist de echtheid van de handtekening op de door AirHelp overgelegde akte van cessie. De kantonrechter is echter van oordeel dat AirHelp door het overleggen van de boekingsbescheiden en een kopie van het paspoort voldoende heeft onderbouwd dat de handtekening afkomstig is van de passagier. Daarmee heeft zij eveneens voldoende onderbouwd dat de passagier zijn vermeende vorderingsrecht rechtsgeldig aan haar heeft overgedragen.
4.3.
Niet in geschil is dat de vlucht is geannuleerd. Daarom moet de vervoerder in beginsel compenseren. Dit is anders als de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden. [2] Dergelijke omstandigheden kunnen zich onder meer voordoen in geval van stakingen die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen. [3]
4.4.
De vervoerder stelt dat er op 13 april 2023 sprake was van een staking van de Franse luchtverkeersleiding. Ter onderbouwing van zijn verweer heeft hij onder meer een ‘NOTAM’ overgelegd. Hieruit volgt dat ernstige verstoringen zouden plaatsvinden met aanzienlijke capaciteitsbeperkingen. De staking heeft een direct effect gehad op de uitvoering van de vlucht in kwestie. Er werden beperkingen opgelegd aan alle vluchten van en naar Londen, omdat drukte ontstond in de aan Frankrijk grenzende luchtruimen. Hierdoor raakte de algehele dienstregeling dusdanig verstoord dat is overgegaan tot annulering van de vlucht, aldus de vervoerder.
4.5.
De kantonrechter overweegt als volgt. Hoewel de vervoerder voldoende heeft onderbouwd dat er op 13 april 2023 sprake was van een staking van de Franse luchtverkeersleiding en dat dit gevolgen heeft gehad voor een groot deel van de Europese vluchtuitvoering, heeft hij niet, of althans onvoldoende onderbouwd waarom specifiek de vlucht in kwestie moest worden geannuleerd en niet, bijvoorbeeld met vertraging, kon worden uitgevoerd.
4.6.
Gelet op het voorgaande heeft de vervoerder onvoldoende aangetoond dat sprake is geweest van buitengewone omstandigheden als gevolg waarvan de vlucht is geannuleerd. De kantonrechter komt daarom niet toe aan de beantwoording van de vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de annulering dan wel vertraging ten gevolge van de annulering te voorkomen. De vordering tot betaling van de hoofdsom zal daarom worden toegewezen. De over de hoofdsom gevorderde wettelijke rente is als onvoldoende gemotiveerd weersproken eveneens toewijsbaar.
4.7.
De vervoerder stelt dat hij niet is aangemaand en dat hij rauwelijks is gedagvaard. De door AirHelp gevorderde proceskosten moeten daarom in ieder geval worden gecompenseerd, aldus de vervoerder. AirHelp betwist dit. De kantonrechter overweegt als volgt. De vervoerder heeft inhoudelijk verweer tegen de vordering van AirHelp gevoerd. Er is daarom geen reden om te veronderstellen dat de vervoerder haar buiten rechte tegemoet zou zijn gekomen. Daarom ziet de kantonrechter geen aanleiding om de proceskosten te compenseren.
4.8.
De vervoerder zal in het ongelijk worden gesteld. Daarom zal hij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door AirHelp worden gemaakt. De gevorderde rente wordt toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan AirHelp van € 250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 april 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten die aan de kant van AirHelp tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 129,14;
griffierecht € 130,00;
salaris gemachtigde € 164,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
5.3.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van € 41,00 aan nakosten, voor zover AirHelp daadwerkelijk nakosten zal maken, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.
2.Artikel 5 lid 3 van de Verordening.
3.Pt. 14 van de Considerans van de Verordening.