In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen KLM Cityhopper, vertegenwoordigd door mr. R.L.S.M. Pessers en mr. B.E. Struijk, wegens compensatie voor een vertraagde vlucht. De vlucht, die op 31 mei 2023 van Dublin naar Boston via Amsterdam zou gaan, heeft een vertraging van meer dan drie uur opgeleverd. KLM Cityhopper heeft aangevoerd dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk beperkingen opgelegd door de luchtverkeersleiding door slechte weersomstandigheden op Schiphol. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te beperken, waaronder het inhalen van enige vertraging en het omboeken van de passagier op de eerst beschikbare alternatieve vlucht. AirHelp betwistte echter dat de vervoerder voldoende buffer had ingepland, maar de kantonrechter oordeelde dat de vervoerder met een buffer van 10 minuten in het vluchtschema voldoende maatregelen had genomen. De vordering van AirHelp werd afgewezen, en de proceskosten werden aan AirHelp opgelegd. Het vonnis is uitgesproken op 16 april 2025.