Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
- de conclusie van repliek met producties 25 en 26
- de conclusie van dupliek met producties 10 en 11
Rechtbank Noord-Holland
In deze civiele zaak vordert een detacheringsbedrijf, hierna te noemen [eiser], een contractuele boete van € 75.000 en een schadevergoeding van ruim € 50.000 van [gedaagde], een inlener. De vordering is gebaseerd op de algemene voorwaarden die van toepassing zouden zijn op de inleenovereenkomst. [eiser] stelt dat [gedaagde] drie metselaars, die eerder via [eiser] waren ingeleend, binnen de verbodsperiode van een jaar opnieuw heeft ingeleend via een ander uitzendbedrijf. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat [gedaagde] zich kan beroepen op de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden, omdat [eiser] [gedaagde] geen redelijke mogelijkheid heeft geboden om kennis te nemen van deze voorwaarden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de algemene voorwaarden niet ter hand zijn gesteld en dat de gedeponeerde voorwaarden niet de juiste zijn. Hierdoor kan [eiser] zich niet beroepen op het boetebeding uit de algemene voorwaarden. De vordering van [eiser] wordt afgewezen, en [eiser] wordt veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].