ECLI:NL:RBNHO:2025:4386
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag omgevingsvergunning voor huisvesting arbeidsmigranten op bedrijventerrein in strijd met bestemmingsplan
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 27 maart 2025, wordt de afwijzing van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de legalisatie van een woning voor arbeidsmigranten behandeld. Eiser, vertegenwoordigd door drs. J.A.A. Jong, heeft op 26 juni 2023 een aanvraag ingediend voor de verbouwing van een pand in [plaats] ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer heeft deze aanvraag op 22 augustus 2023 afgewezen, en na bezwaar is deze afwijzing bevestigd op 23 januari 2024. Eiser is het niet eens met deze afwijzing en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank oordeelt dat het college de aanvraag volgens het juiste juridische kader en de juiste voorbereidingsprocedure heeft beoordeeld. De rechtbank stelt vast dat er strijd is met het geldende bestemmingsplan, dat de grond de enkelbestemming 'Bedrijf' heeft, en dat het huisvesten van arbeidsmigranten op een bedrijventerrein niet is toegestaan. De rechtbank toetst de afweging van het college terughoudend en concludeert dat het college voldoende heeft gemotiveerd dat de aanvraag in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Eiser krijgt geen gelijk en het beroep wordt ongegrond verklaard.
De rechtbank behandelt ook verschillende beroepsgronden van eiser, waaronder de stelling dat er sprake is van een vergunning van rechtswege en dat het college ten onrechte niet het stappenplan van de Omgevingswet heeft gevolgd. Deze gronden worden door de rechtbank verworpen. De rechtbank concludeert dat het college niet verplicht is om een omgevingsvergunning te verlenen en dat de afwijzing van de aanvraag gerechtvaardigd is. Eiser krijgt geen vergoeding van griffierecht of proceskosten.