Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met de producties 1 tot en met 9 van de vrouw
- de aanvullende producties 10 tot en met 12 van de vrouw
- de conclusie van antwoord met de producties 1 tot en met 14 van de man
- de mondelinge behandeling op 5 december 2024, tijdens welke zitting de vrouw het woord gevoerd heeft aan de hand van spreekaantekeningen en van welke zitting de griffier aantekeningen heeft bijgehouden van hetgeen is besproken
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 5 december 2024 waarin de tussen partijen gemaakte afspraken zijn vastgelegd
- de brief van 20 januari 2025 met de aanvullende producties 13 tot en met 24 van de vrouw
- de brief van 24 januari 2025 met de (aanvullende) producties 1 tot en met 4 van de man
- de brief van 12 maart 2025 van de voormalig advocaat van de man, waarin zij zich onttrekt als advocaat van de man
- de brief van 12 maart 2025 van de (huidige) advocaat van de man, waarin zij zich stelt als advocaat van de man
- de brief van 7 april 2025 houdende wijziging eis met de aanvullende producties 25 t/m 27 van de vrouw
- de voortzetting van de mondelinge behandeling van 10 april 2025 van welke zitting de griffier aantekeningen heeft bijgehouden van hetgeen is besproken.
2.De feiten
9. Indien uit dat traject blijkt dat de man de woning wel kan financieren zal hij ervoor zorgen dat binnen een maand nadat de daartoe strekkende bindende financieringstoezegging is afgekomen, het transport bij de notaris heeft plaatsgevonden.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Spoedeisend belang
allein aanwezigheid van advocaten van beide partijen gemaakte afspraken, zodat ook haar belangen gewaarborgd zouden zijn. Aan de vrouw kan in de gegeven situatie, waarin de man zijn deel van de afspraken niet alle nakwam, niet worden verweten dat zij niet, zoals was afgesproken, op 6 januari 2025 met makelaar Hoekstra & Van Eck de woning heeft bekeken om te laten beoordelen of de taxatie die de man heeft laten opstellen uitgaat van een reële marktwaarde voor de woning. Ook is het niet in lijn met de gemaakte afspraken dat de man zelf contact gezocht heeft met Hoekstra & Van Eck. Afgesproken was immers (onder 5 van het proces-verbaal) dat de vrouw de hypotheektaxatie aan Hoekstra & Van Eck ter hand zou stellen. Doordat de man het in het proces-verbaal vastgelegde stappenplan selectief en onvolledig doorliep, had de vrouw geen vertrouwen meer in het hele traject en zijn partijen er niet aan toegekomen om bindende afspraken te maken over de waarde van de woning bij een toedeling aan de man. In dit verband merkt de voorzieningenrechter op dat de vrouw ook na 6 januari 2025 de man nog ongeveer een week de tijd heeft gegeven om de woning te verlaten zodat aan de afspraken alsnog uitvoering kon worden gegeven, maar dat de man de woning ook toen niet heeft verlaten. Bij deze stand van zaken kan van de vrouw niet worden gevergd alsnog mee te werken aan toedeling van de woning aan de man op de wijze als voorzien in het proces-verbaal.