ECLI:NL:RBNHO:2025:4593

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 april 2025
Publicatiedatum
28 april 2025
Zaaknummer
110819401 BM VERZ 24-1109
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van bewind na succesvol zelfredzaamheidstraject

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 25 april 2025 uitspraak gedaan over het verzoek tot opheffing van het bewind dat was ingesteld over de goederen van de verzoeker. De verzoeker, die na anderhalf jaar onder bewind te hebben gestaan, heeft aangevoerd dat zij in staat is haar financiële belangen weer zelf te behartigen. Dit verzoek is ingediend op 19 april 2024, waarna een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 16 september 2024 en 24 maart 2025. Tijdens de eerste zitting heeft de kantonrechter besloten het verzoek aan te houden om de verzoeker de kans te geven een zelfredzaamheidstraject te volgen. Op de tweede zitting heeft de bewindvoerder bevestigd dat het traject goed is verlopen en dat de verzoeker haar huur en zorgverzekering zelf heeft betaald. De bewindvoerder heeft geen bezwaar gemaakt tegen de opheffing van het bewind, en de verzoeker heeft aangegeven dat zij waar nodig hulp krijgt van haar moeder. Gezien de positieve ontwikkelingen heeft de kantonrechter geoordeeld dat de verzoeker voldoende heeft aangetoond dat de noodzaak voor het bewind niet meer bestaat. De kantonrechter heeft het bewind opgeheven, met ingang van twee weken na de uitspraak, en heeft de beloning voor de bewindvoerder vastgesteld op € 248,00 exclusief btw.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknummer: 11081940 BM VERZ 24-1109 sc
Uitspraakdatum: 25 april 2025

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: verzoeker,
van wie de bewindvoerder is:
Koning Bewindvoering en Budgetbeheer B.V.,
gevestigd te Zaandam
hierna ook te noemen: bewindvoerder.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoek, ter griffie ingekomen op 19 april 2024;
  • het verweer met bijlage van de bewindvoerder, ter griffie ingekomen op 8 mei 2024;
  • de reactie op het verweer, ter griffie ingekomen op 26 juli 2024.
Op 16 september 2024 en 24 maart 2025 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.

beoordeling

Het verzoek strekt tot opheffing van het bij beschikking van 27 oktober 2022 ingestelde bewind over de goederen die aan verzoeker (zullen) toebehoren.
Verzoeker stelt dat zij na anderhalf jaar bewind haar geldzaken weer goed zelf kan regelen. Zij stelt dat dat zij wel eens extra geld vroeg omdat zij dat op dat moment nodig had, maar dat de bewindvoerder niet had verteld hoeveel zij per maand kon opnemen. Verzoeker wil haar geld weer in eigen beheer zodat zij kan zien wat zij wel of niet kan uitgeven en sparen. Zij is meer gaan verdienen en kan nu beter de maand doorkomen.
De bewindvoerder voert aan dat verzoeker een gat in haar hand heeft. De bewindvoerder betwijfelt of er veel verbetering is gekomen om niet teveel geld uit te geven en een goed inzicht hierin te hebben, omdat verzoeker teveel extra geld vraagt.
Op de zitting van 16 september 2024 heeft de kantonrechter de behandeling van het verzoek aanhouden voor een periode van zes maanden, om verzoeker de gelegenheid te geven een zelfredzaamheidstraject te volgen.
Vervolgens heeft op 24 maart 2024 een zitting plaatsgevonden. De bewindvoerder heeft ter zitting aangegeven dat het traject naar zelfredzaamheid goed is verlopen. Het traject is gestart in september 2024 en vanaf januari 2025 heeft verzoeker haar huur en zorgverzekering ook zelf betaald. Ook heeft verzoeker minder vaak extra geld gevraagd en voor minder hoge bedragen. Er zijn geen nieuwe schulden ontstaan. De bewindvoerder heeft geen bezwaar tegen de opheffing van het bewind. De verzoeker heeft aangegeven dat zij waar nodig hulp krijgt van haar moeder.
Omdat het uitstroomtraject succesvol is verlopen, is de kantonrechter van oordeel dat verzoeker voldoende heeft aangetoond in staat te zijn haar financiële belangen zelf (al dan niet met hulp van familie) te behartigen. De kantonrechter zal het bewind opheffen, nu de noodzaak daartoe niet meer bestaat.

beslissing

De kantonrechter:
  • heft op, met ingang van twee weken na heden, het bij beschikking van 27 oktober 2022 ingestelde bewind over de goederen toebehorende aan [verzoeker];
  • verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
  • stelt vast dat de beloning die de bewindvoerder eenmalig voor de werkzaamheden betreffende het opmaken van de eindrekening en verantwoording in rekening mag brengen (thans) € 248,00 (exclusief btw) bedraagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.P. de Valk, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter