ECLI:NL:RBNHO:2025:4614
Rechtbank Noord-Holland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet wegens herhaaldelijk niet verschijnen van werknemer op oproepen van werkgever
In deze zaak heeft de kantonrechter op 10 april 2025 een eindbeschikking gegeven in een arbeidsrechtelijke kwestie tussen een werknemer en de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Financiën. De werknemer, hierna te noemen [verzoeker], had herhaaldelijk niet gereageerd op oproepen van zijn werkgever om te komen spreken over zijn werkhervatting, ondanks waarschuwingen. Dit leidde tot een ontslag op staande voet, dat door de kantonrechter als rechtsgeldig werd beoordeeld. De kantonrechter oordeelde dat het niet verschijnen van de werknemer op de oproepen van de werkgever een dringende reden voor ontslag op staande voet opleverde, en dat het loon van de werknemer terecht was stopgezet. De verzoeken van de werknemer werden afgewezen, inclusief een verzoek om een transitievergoeding, omdat het ontslag als ernstig verwijtbaar werd aangemerkt. De proceskosten werden aan de werknemer opgelegd, omdat hij ongelijk kreeg in deze procedure.