Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met producties 1 t/m 12,
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties 10 t/m 17,
- de spreekaantekeningen van [gedaagde],
2.Feiten
“(…) Huurder en verhuurder zijn overeengekomen dat huurder per 1 februari 2024 intrek zal nemen in een kamer op de [adres 3] ten tijde van de verbouwing op [adres 1]. Zodra de woning aan de [adres 1] klaar is zal de huurder verhuizen naar de [adres 1], kamer begane grond achter. Dit betreft de kamer waar ze momenteel vandaan komt. De verbouwing zal naar verwachting 4 maanden duren. Tijdens haar verblijf op de [adres 1] zal de verhuurder 412,40 EUR incl GWE betalen. Zodra ze verhuisd naar de [adres 1] zal de reguliere huur van toepassing zijn, zoals vermeld in artikel 4.4.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Huurder betaalt uiterlijk 7 dagen vóór de sleuteloverdracht een waarborgsom van € 500,-”.Aangezien de sleuteloverdracht voor de gerenoveerde kamer aan de [adres 5] nog niet heeft plaatsgevonden danwel op korte termijn is aangekondigd door [plaats] Vastgoed, is de waarborgsom nog niet opeisbaar, laat staan dat [gedaagde] met betaling daarvan in verzuim is. Van een tekortkoming is dan ook geen sprake.
[betrokkene 2]” die zij in een e-mail van 1 januari 2023 noemt niet deze door [plaats] Vastgoed genoemde [betrokkene 1]. Wat hiervan ook zij, in elk geval kan niet worden vastgesteld dat [gedaagde] deze [betrokkene 1] toegang tot het gehuurde heeft verschaft, laat staan dat zij verantwoordelijk is voor de door hem (gestelde) gedragingen. Evenmin heeft [plaats] Vastgoed onderbouwd dat [gedaagde] verantwoordelijk is voor de kapotte ruit bij de buren op nummer [adres 4] en het gooien van een koelkast in de tuin van de buren. Ook van de talloze malen dat [plaats] Vastgoed naar eigen zeggen [gedaagde] (zelf of via haar advocaat) zou hebben aangesproken op haar gedrag ontbreekt enige onderbouwing.