Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
€ 15.000,-. Hij vordert betaling van deze vervangende schadevergoeding door [gedaagde].
4.De beoordeling
€ 15.000,-. Vast staat ook dat [gedaagde] de auto aan [eiser] ter beschikking heeft gesteld en dat hij er meerdere malen op aan heeft gedrongen om de auto ook op naam van [eiser] te laten stellen. [gedaagde] heeft erkend dat, anders dan in de koopovereenkomst staat, de koopsom van € 15.000,- niet aan hem is betaald door overmaking via de bankrekening of door betaling in contanten. Hij heeft eveneens erkend dat hij nooit om betaling heeft verzocht. Dat een verkoper van een auto van € 15.000 die auto meegeeft aan de koper en zelfs aandringt op overschrijving van de auto op naam van de koper zonder dat hij op enigerlei wijze daarvoor is betaald, is ongeloofwaardig. Het ligt dan veeleer voor de hand dat, zoals [eiser] heeft betoogd, de betaling op andere wijze is geschied, namelijk door de “verrekening” van de facturen van [eiser] dan wel Knommas voor de door hem verrichte werkzaamheden ten behoeve van BFH. Ondersteuning hiervoor valt ook te vinden in het door BFH ingenomen standpunt in de procedure tegen Knommas.