ECLI:NL:RBNHO:2025:4663
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Verstekvonnis in een civiele procedure met betrekking tot de toewijzing van hoofdsom en wettelijke rente
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is op 24 april 2025 een verstekvonnis uitgesproken door kantonrechter W.S.J. Thijs. De eisende partij, [eiser] B.V., heeft niet gereageerd op een tussenvonnis van 27 februari 2025 waarin zij werd uitgenodigd om zich uit te laten over de oneerlijkheid van bepaalde bedingen in de algemene voorwaarden. De kantonrechter heeft in het verstekvonnis besloten om bij de beslissingen in het tussenvonnis te blijven, waarbij artikel 15 van de algemene voorwaarden is vernietigd voor zover het betrekking heeft op buitengerechtelijke incassokosten. Hierdoor zijn de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen.
De kantonrechter heeft de gevorderde hoofdsom toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond werd bevonden. De eisende partij had aanspraak gemaakt op wettelijke rente, maar de kantonrechter oordeelde dat de gedaagde partij niet in verzuim was geraakt op basis van de betalingstermijn op de nota/factuur. De wettelijke rente werd toegewezen vanaf het moment dat de in de laatste ingebrekestelling gestelde betalingstermijn was verstreken, aangezien de gedaagde partij vanaf dat moment in verzuim verkeerde.
De gedaagde partij werd in het ongelijk gesteld en veroordeeld tot betaling van de proceskosten, terwijl de kosten voor de akte voor rekening van de eisende partij bleven. De kantonrechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en wees de vordering voor het overige af.