In deze zaak heeft AirHelp, namens een passagier, compensatie gevorderd van de vervoerder Egyptair Airlines Company vanwege een meer dan drie uur vertraagde vlucht. De vervoerder stelde dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een technisch defect aan het remsysteem, dat niet voorkomen kon worden ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen. De kantonrechter oordeelde echter dat een technisch defect inherent is aan de bedrijfsactiviteit van de vervoerder en daarom geen buitengewone omstandigheid vormt. De vordering van AirHelp werd toegewezen, waarbij de vervoerder werd veroordeeld tot betaling van € 400,00 aan compensatie, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de vlucht. Daarnaast werd de vervoerder ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten en nakosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de vervoerder om aan te tonen dat er sprake is van buitengewone omstandigheden die de vertraging rechtvaardigen. De kantonrechter stelde vast dat de vervoerder hierin niet was geslaagd, waardoor het verweer faalde en de vordering van AirHelp werd toegewezen.