In deze civiele zaak vordert eiser, de nieuwe partner van de erflaatster, nakoming van een afspraak met gedaagde, de ex-partner van de erflaatster, over de uitkering van een levensverzekering. Gedaagde was de begunstigde van de levensverzekering die door de erflaatster was afgesloten. Na het overlijden van de erflaatster heeft gedaagde de uitkering ontvangen, maar eiser stelt dat er een afspraak was dat gedaagde deze uitkering aan hem zou betalen. De kantonrechter oordeelt dat de e-mail waar eiser zich op beroept niet kan worden gezien als een bindend aanbod. Eiser's subsidiaire stelling dat het beroep van gedaagde op de begunstiging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, wordt eveneens afgewezen. De kantonrechter concludeert dat de omstandigheden niet vergelijkbaar zijn met die in een eerder arrest van de Hoge Raad. De vordering van eiser wordt afgewezen en hij wordt veroordeeld in de proceskosten.