ECLI:NL:RBNHO:2025:4758

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 maart 2025
Publicatiedatum
30 april 2025
Zaaknummer
15/700092-12
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling en voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van een betrokkene met een antisociale persoonlijkheidsstoornis en parafiele stoornis

Op 27 maart 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak van een betrokkene die onderworpen is aan een terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, toegewezen. Tevens heeft de rechtbank besloten om de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen, onder de voorwaarden die door de reclassering zijn geadviseerd. De betrokkene, geboren in 1963, heeft een geschiedenis van ernstige strafbare feiten, waaronder ontucht met een minderjarige en het bezit van kinderpornografie. De rechtbank heeft de positieve ontwikkeling van de betrokkene in zijn resocialisatietraject meegewogen, evenals de adviezen van de kliniek en de reclassering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene zich meewerkend opstelt en dat er voldoende waarborgen zijn om de veiligheid van anderen te waarborgen. De voorwaarden voor de voorwaardelijke beëindiging omvatten onder andere het vermijden van contact met minderjarigen, het meewerken aan reclasseringstoezicht en het verbod op het gebruik van drugs en kinderpornografie. De rechtbank heeft de beslissing openbaar uitgesproken en de zaak is behandeld in een openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Haarlem
Meervoudige kamer
Parketnummer: 15/700092-12
Uitspraakdatum: 27 maart 2025
Beslissing ex artikel 6:6:10, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv)
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
,
geboren op [geboortedatum] 1963 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in een ambulante woonvoorziening van [instantie] in Zwolle,
hierna: betrokkene,
met één jaar,
en tevens tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege (hierna ook: dwangverpleging).

1.De procedure

Bij arrest van het gerechtshof Amsterdam van 28 januari 2014 is aan betrokkene de
maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd,
wegens, zakelijk weergegeven, diverse bedreigingen, het buiten echt plegen van ontuchtige
handelingen, (mede) bestaand uit het seksueel binnendringen van het lichaam, met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt en het bezit van kinderpornografie.
De termijn van de terbeschikkingstelling startte op 8 april 2015.
De termijn is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 13 april 2023 met
twee jaren.
De onderhavige vordering is op 24 februari 2025 bij de rechtbank ingediend.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken, waaronder:
  • een advies als bedoeld in artikel 6:6:12, lid 1, aanhef en onder a Sv, gedateerd 11 februari 2025, afkomstig van de Van der Hoeven kliniek (hierna: de kliniek) en ondertekend door mevr. drs. M.G.P. Janssen, klinisch psycholoog/psychotherapeut, hoofd patiëntenzorg, tevens plaatsvervangend hoofd van de inrichting, mevr. drs. E.W.M. van den Broek, klinisch psycholoog en hoofd behandeling, en mevr. drs. F.E. Haak, psychiater;
  • een afschrift van de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene als bedoeld in artikel 6:6:12, lid 1, aanhef en onder b Sv, betreffende de periode 16 januari 2024 tot en met 11 april 2024 en de periode 11 oktober 2024 tot en met 13 januari 2025;
  • een reclasseringsadvies ten behoeve van onderzoek tbs voorwaardelijke beëindiging dwangverpleging van 13 maart 2025, opgemaakt door [reclasseringswerker 1] , reclasseringswerker bij Reclassering Nederland.
Op 27 maart 2025 is de vordering op een openbare zitting behandeld. Betrokkene is gehoord, alsmede de deskundige van de kliniek, te weten E.W.M. van den Broek, klinisch psycholoog en hoofd behandeling, en [reclasseringswerker 2] , reclasseringswerker bij Reclassering Nederland. Verder waren aanwezig de officier van justitie en de raadsvrouw van betrokkene, mr. Y.H.G. van der Put, advocaat te ‘s-Gravenhage.
Van deze zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

2.Het advies van de kliniek

De kliniek adviseert de tbs-maatregel te verlengen met één jaar en de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen. Het advies van de kliniek houdt onder meer het volgende in:
[betrokkene] is een 61-jarige man, die in januari 2014 een tbs met dwangverpleging krijgt opgelegd vanwege ontucht met een minderjarige jongen, bedreiging van meerdere personen en het in bezit hebben van beeldmateriaal van kindermisbruik. Bij [betrokkene] is sprake van een borderline en een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een andere gespecificeerde parafiele stoornis (efebofilie).
Betrokkene verblijft vanaf 17 april 2022 in een direct aan de Van der Hoeven kliniek grenzende transmurale woonvoorziening (‘ [instantie] ’) waar patiënten zelfstandig wonen met intensieve begeleiding en toezicht. [betrokkene] stelt zich meewerkend op tijdens begeleidingsgesprekken en controles, blijft abstinent van middelen en doet naar
draagkracht vrijwilligerswerk. Positief is verder dat zijn relatie stabiel verloopt en dat zowel zijn partner en hij open zijn in de relatiegesprekken die de netwerkbegeleidster met hen voert. Het thema seksualiteit kan in dit verband met beiden ook goed worden besproken, waarbij er geen zorgwekkende zaken worden opgemerkt. Nadat zijn internetmogelijkheden weer worden verruimd, toont hij bovendien zich te houden aan gemaakte afspraken.
Op basis van het overwegend positieve behandelverloop in de voorgaande periode wordt in deze periode een voortzetting van zijn resocialisatietraject meer in de nabijheid van zijn partner uitgewerkt, zoals door beiden gewenst. Besloten wordt dat [betrokkene] in Zwolle kan gaan wonen onder de verantwoordelijkheid van een ander transmuraal team van de kliniek ‘De Brug’ (dat zich meer richt op begeleiding op afstand), in samenwerking met een landelijke instelling voor maatschappelijke ondersteuning en rehabilitatie ( [instantie] ). Medio januari 2024 wordt de verantwoordelijkheid voor de behandeling, begeleiding en het toezicht overgedragen aan het transmurale behandelingsteam De Brug en op 27 februari 2024 wordt departementale toestemming voor het beoogde traject. Hierna kan de overgang naar Zwolle met [instantie] en [betrokkene] verder worden voorbereid en op 12 april 2024 plaatsvinden.
De overgang naar Zwolle verloopt, ondanks dat deze hem veel spanning geeft en hij beperkt wordt door fysieke klachten, redelijk naar wens. Gezien wordt dat hij snel went aan zijn nieuwe omgeving en dat zowel hij als zijn partner het waarderen om dichterbij elkaar te wonen. Daarnaast verloopt de contactopbouw met zijn begeleiders van [instantie] naar tevredenheid. Na enkele weken wordt echter wel bemerkt dat er gemakkelijk ruis ontstaat in de communicatie tussen [betrokkene] , [instantie] en het team van De Brug. Door zowel het onderlinge overleg te intensiveren als hem een aantal maal samen te spreken, herstelt dit echter goed. Op basis hiervan kan bij de eerste driemaandelijkse evaluatie worden besloten een aantal begeleidingsafspraken te versoepelen; onder meer wordt het [betrokkene] toegestaan om in overleg en in het bijzijn van zijn partner beperkt alcohol te gebruiken. In september 2024 blijkt echter dat hij afspraken hieromtrent schendt, alsmede dat hij op het internet onder afbeeldingen van schaars geklede (jonge) mannen vervelende opmerkingen plaatst. Het in gesprek problematiseren van dit gedrag verloopt aanvankelijk moeizaam, maar na herhaalde gesprekken geleidelijk beter. Een aandachtspunt in de begeleiding gedurende deze gehele periode vormt zijn gebrekkige dagbesteding en beperkte inzet hiervoor.
[betrokkene] wordt in de onderliggende periode aangemeld bij de reclassering en voert hier vanaf oktober 2024 kennismakingsgesprekken, die goed verlopen. Onderzocht wordt hoe op termijn door de kliniek de verantwoordelijkheid voor de begeleiding en het toezicht aan de reclassering kan worden overgedragen. In dit kader vindt op 13 januari jl. een trajectbespreking plaats met zowel [instantie] als de reclassering. In dit overleg geven zowel [instantie] als de reclassering aan de samenwerking met [betrokkene] voldoende te vinden om de stap naar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te kunnen maken. Wel worden er blijvende aandachtspunten gezien, zoals zijn soms optredende negativistische/afwerende houding en dat hij nog niet beschikt over passende dagbesteding - wat ook door de reclassering als voorwaarde wordt gesteld. Ook de kliniek denkt dat verantwoord kan worden toegewerkt naar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Bij een recente risicotaxatie wordt ingeschat dat de vermindering van externe structurering en toezicht weliswaar kan leiden tot meer ongewenst, mogelijk grensoverschrijdend gedrag op het internet, maar dat terugval in fysieke agressie of hands-on seksuele delicten binnen dit kader niet wordt verwacht. Met het oog op voorstaande adviseert de kliniek op dit moment een verlenging van de tbs met de termijn van één jaar en daarbij de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen.
Zonder tbs wordt de kans op voornoemde scenario’s ingeschat als matig, mits hij zich blijft binden aan ondersteunende hulpverlening en zich hierdoor laat leiden. Bij geheel wegvallen van hulpverlening kunnen risico’s, vooral op lange termijn, oplopen. Ten aanzien van het risico van terugval in gewelddadig gedrag geldt dat de gebrekkige zelfregulatie hierin als voornaamste risicofactor wordt gezien. Bij (langdurig) optreden van spanningen en/of somberheid kan [betrokkene] in interacties – online of binnen hulpverleningscontacten –
(verbaal) grensoverschrijdend of bedreigend worden. Ten aanzien van het risico van seksuele recidive geldt dat dit wordt vooral verwacht indien de begeleiding van [instantie] stopgezet wordt, gecombineerd met verveling door een gebrek aan dagbesteding. Hierbij zouden cognitieve vervormingen (o.a. vergoelijken) en het gebruik van alcohol een ontremmende werking kunnen hebben.
De deskundige E.W.M. van den Broek heeft bij de behandeling van de vordering ter zitting, namens de kliniek, dit advies gehandhaafd en nader toegelicht.

3.Het advies van de reclassering

De reclassering adviseert de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen. Het advies van de reclassering houdt onder meer het volgende in:
Omdat het verblijf van betrokkene bij [instantie] naar tevredenheid verloopt, besluit de Van der Hoeven kliniek de reclassering bij de behandeling te betrekken om een vervolgtraject te onderzoeken. Kennismakingsgesprekken worden vanaf oktober 2024 gestart en verlopen goed. Betrokkene toont zich gemotiveerd voor een goede samenwerking en geeft blijk zich te willen verbinden aan de voorwaarden die de reclassering stelt. Zowel de Van der Hoeven kliniek als de reclassering en zijn begeleiders van [instantie] vinden het op deze gronden passend en verantwoord om bij de komende verlengingszitting over te gaan tot een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Ingeschat wordt dat betrokkene zich binnen het kader voorwaardelijke beëindiging voldoende zal laten begeleiden en zo nodig laat bijsturen. Het risico op terugval in (seksueel) gewelddadig gedrag wordt daarbij ingeschat als laag-gemiddeld, met een ingeschat laag risico op meer ernstig seksueel delictgedrag.
Op het moment dat betrokkene geen begeleiding ontvangt vanuit [instantie] en er geen toezicht meer is vanuit de reclassering, gecombineerd met verveling door een gebrek aan
dagbesteding, ontstaat er een situatie waarbij het risico op seksuele recidive toeneemt.
Het advies is aan [betrokkene] kenbaar gemaakt. Hij heeft toegezegd zich te willen conformeren aan de (bijzondere) voorwaarden.
De reclassering adviseert, samengevat, de volgende voorwaarden:
  • geen strafbaar feit plegen
  • meewerken aan reclasseringstoezicht
  • meewerken aan time-out
  • niet naar het buitenland reizen
  • ambulante begeleiding
  • ambulante behandeling
  • dagbesteding
  • meewerken aan inzicht geven in financiële situatie
  • drugsverbod
  • meewerken aan middelencontrole
  • vermijden contact met minderjarigen
  • vermijden kinderporno
  • meewerken aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek.
De deskundige [reclasseringswerker 2] heeft bij de behandeling van de vordering ter zitting het advies gehandhaafd en nader toegelicht en heeft gepersisteerd bij de geadviseerde voorwaarden bij een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging van betrokkene.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar en tevens tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, onder de door de reclassering geadviseerde voorwaarden.

5.Het standpunt van betrokkene en zijn raadsvrouw

De raadsvrouw heeft namens betrokkene en overeenkomstig de vordering van de officier van justitie verzocht de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar en de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen.

6.De beoordeling

Stoornis en recidivegevaar
In de rapportage van de kliniek wordt beschreven dat betrokkene lijdt aan borderline en een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een andere gespecificeerde parafiele stoornis (efebofilie).
Uit het rapport van de kliniek volgt dat het risico op ongewenst grensoverschrijdend gedrag en terugval in fysieke of hands-on seksuele delicten bij het wegvallen van de tbs-maatregel wordt ingeschat op matig, mits hij zich blijft binden aan de hulpverlening van [instantie] . Bij het wegvallen van deze hulpverlening kunnen de risico’s op langere termijn oplopen. Ook de reclassering schat in dat het recidiverisico toeneemt indien betrokkene geen begeleiding meer ontvangt vanuit [instantie] en er geen toezicht meer is vanuit de reclassering.
Verlenging
Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen vereist dat de termijn van de terbeschikkingstelling van betrokkene wordt verlengd. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De rechtbank zal om die reden de terbeschikkingstelling met één jaar verlengen.
Voorwaardelijke beëindiging
De rechtbank is, gelet op de inhoud van de rapportages van de kliniek en de reclassering en het verhandelde ter zitting, daarnaast van oordeel dat de veiligheid van personen door het stellen van na te melden voorwaarden aan een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, voldoende kan worden gewaarborgd.
De rechtbank constateert dat betrokkene een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt bij zijn resocialisatie in het kader van zijn transmuraal verlof bij ambulante woonvoorziening [instantie] te Zwolle, waar betrokkene sinds 12 april 2024 verblijft, onder de verantwoordelijkheid van het transmurale behandelingsteam ‘De Brug’. Bij de eerste driemaandelijkse evaluatie is besloten een aantal begeleidingsafspraken te versoepelen. Wanneer betrokkene afspraken hieromtrent schendt, verbindt betrokkene zich – na herhaalde gesprekken – toch weer aan de gemaakte afspraken. De rechtbank constateert mede op basis hiervan dat de betrokkene zich begeleidbaar en stuurbaar opstelt. Betrokkene is in de onderliggende periode aangemeld bij de reclassering en heeft hier vanaf oktober 2024 kennismakingsgesprekken gevoerd, die goed zijn verlopen. Onderzocht is hoe op termijn door de kliniek de verantwoordelijkheid voor de begeleiding en het toezicht aan de reclassering kan worden overgedragen. Zowel [instantie] als de reclassering heeft aangegeven de samenwerking met betrokkene voldoende te vinden om de stap naar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te maken. Ook de kliniek denkt dat verantwoord kan worden toegewerkt naar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Door de deskundigen van de kliniek wordt bij een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging een terugval in fysieke agressie of hands-on seksuele delicten niet verwacht. Ook door de reclassering wordt het risico op terugval in (seksueel) gewelddadig gedrag in die situatie ingeschat als laag-gemiddeld, met een ingeschat laag risico op meer ernstig seksueel delictgedrag. Beiden adviseren om over te gaan tot voorwaardelijke beëindiging van verpleging van overheidswege. De rechtbank kan zich verenigen met deze adviezen en neemt deze over. De rechtbank stelt vast dat betrokkene zich bereid heeft verklaard alle hem opgelegde voorwaarden in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege na te leven.
Dit betekent dat de rechtbank de verpleging van overheidswege voorwaardelijk zal beëindigen, onder de voorwaarden die de reclassering heeft geadviseerd.

7.De beslissing

De rechtbank:
Wijst de vordering van de officier van justitie toe en
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling van [betrokkene] met
één jaar.
Beëindigtmet ingang van heden de verpleging van overheidswege
voorwaardelijkonder de hierna te noemen voorwaarden.
Geen strafbaar feit plegen
Betrokkene maakt zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Meewerken aan reclasseringstoezicht
Betrokkene werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
  • Betrokkene meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
  • Betrokkene laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van betrokkene vast te stellen.
  • Betrokkene houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om betrokkene te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
  • Betrokkene helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
  • Betrokkene werkt mee aan huisbezoeken.
  • Betrokkene geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
  • Betrokkene vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
  • Betrokkene werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht.
Meewerken aan time-out
Als de reclassering dat nodig vindt en betrokkene daarmee instemt, kan betrokkene voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of betrokkene deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.
Niet naar het buitenland
Betrokkene gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering.
Ambulante begeleiding
Betrokkene laat zich begeleiden door [instantie] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De begeleiding duurt zolang de reclassering dat nodig vindt.
Ambulante behandeling
Indien nodig geacht laat betrokkene zich behandelen door ambulante forensische polikliniek de Tender of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
Dagbesteding
Betrokkene spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag.
Meewerken aan inzicht geven in financiële situatie
Betrokkene geeft de reclassering of de behandel/wooninstelling inzicht in zijn financiën en schulden. Als de reclassering dit nodig acht werkt betrokkene mee aan financiële hulpverlening.
Drugsverbod
Betrokkene gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
Meewerken aan middelencontrole
Betrokkene werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
Vermijden contact met minderjarigen
Betrokkene zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt betrokkene dat door de reclassering gescreende, personen hierbij aanwezig zijn.
Vermijden kinderporno
Betrokkene vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Betrokkene onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
  • het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
  • het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
  • het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Betrokkene bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te
voorkomen. Betrokkene werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Betrokkene verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Betrokkene verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of betrokkene kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van betrokkene. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de betrokkene ten behoeve daarvan te begeleiden.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Deze beslissing is gegeven door
mr. L. Boonstra, voorzitter,
mr. M. Ramondt en mr. S.H. Bouwers, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier, mr. M.N. de Bruijn,
en in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2025.