ECLI:NL:RBNHO:2025:4787

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 april 2025
Publicatiedatum
1 mei 2025
Zaaknummer
11046765 CV EXPL 24-1007
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindvonnis in een civiele zaak over de toepassing van algemene voorwaarden in de kinderopvang

In deze civiele zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 april 2025 uitspraak gedaan in een verstekvonnis. De eisende partij, Stichting Blosse Opvang, had een vordering ingesteld tegen twee gedaagden die niet verschenen waren. De zaak betrof de toepassing van de Algemene voorwaarden voor Kinderopvang Dagopvang en Buitenschoolse opvang 2016 en de aanvullende voorwaarden van de stichting. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen bedingen in de aanvullende voorwaarden stonden die verband hielden met de vordering, waardoor deze niet op (on)eerlijkheid konden worden getoetst. De artikelen 16 en 17 van de algemene voorwaarden werden wel getoetst en niet oneerlijk bevonden. De rechter heeft de overeenkomst gedeeltelijk vernietigd, waardoor de betalingsverplichting van de gedaagde partijen met 10% werd verminderd. De kantonrechter heeft de gedaagde partijen hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 527,00, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten van € 669,31. De veroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de vordering voor het overige is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 11046765 CV EXPL 24-1007
Uitspraakdatum: 23 april 2025
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de stichting
Stichting Blosse Opvang
te Heerhugowaard
de eisende partij
gemachtigde: De Ruijter & Willemsen gerechtsdeurwaarders en incasso B.V.
tegen

1.[gedaagde 1]

2. [gedaagde 2]
te [plaats]
de gedaagde partijen
niet verschenen

1.De verdere procedure

1.1.
Bij tussenvonnis van 30 oktober 2024 (hierna: het tussenvonnis) is de eisende partij in de gelegenheid gesteld de bij de dagvaarding ontbrekende aanvullende algemene voorwaarden over te leggen en om zich uit te laten over de (on)eerlijkheid van de daarin opgenomen bedingen die verband houden met de vordering. Hieraan heeft de eisende partij uitvoering gegeven bij akte van 27 november 2024 (hierna: de akte).

2.De verdere beoordeling

Ambtshalve toetsing van de algemene voorwaarden
2.1.
Zoals al in het tussenvonnis overwogen, zijn op de overeenkomst zowel (i) de Algemene voorwaarden voor Kinderopvang Dagopvang en Buitenschoolse opvang 2016 (hierna: de algemene voorwaarden) als (ii) de Aanvullende Algemene Voorwaarden van Blosse (hierna: de aanvullende voorwaarden) van toepassing verklaard.
2.2.
Bij de akte heeft de eisende partij de aanvullende voorwaarden overgelegd. De kantonrechter heeft geconstateerd dat in de aanvullende voorwaarden geen bedingen staan die verband houden met de onderhavige vordering. Daarom zal de kantonrechter deze bedingen niet toetsen op (on)eerlijkheid.
2.3.
Artikel 17 van de algemene voorwaarden betreft een rente- en incassobeding en artikel 16 een prijswijzigingsbeding. Deze bedingen zijn door de kantonrechter getoetst en niet oneerlijk bevonden.
Ambtshalve toetsing van de (pre)contractuele informatieplichten
2.4.
Ten aanzien van de ambtshalve toetsing van de (pre)contractuele informatieplichten en de in dat kader toe te passen sanctie blijft de kantonrechter bij wat in het tussenvonnis is overwogen en beslist: de overeenkomst wordt gedeeltelijk vernietigd in die zin dat de betalingsverplichting van de gedaagde partijen wordt verminderd met 10%.
Conclusie en proceskosten
2.5.
Gelet op het voorgaande is een bedrag van € 446,04 aan hoofdsom toewijsbaar (€ 495,60 x 0.9). De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn toewijsbaar tot € 80,96.
2.6.
De vordering tot vergoeding van de verschenen rente zal worden afgewezen, omdat de eisende partij die rente (gelet op de toewijsbare hoofdsom) over een te hoog bedrag heeft berekend. De wettelijke rente zal worden toegewezen over de toewijsbare hoofdsom vanaf de dag van de dagvaarding.
2.7.
De gedaagde partijen worden grotendeels in het ongelijk gesteld en zullen daarom in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. De proceskosten van de eisende partij worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
138,81
- griffierecht
328,00
- salaris gemachtigde
135,00
- nakosten
67,50
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
669,31
2.8.
De veroordeling wordt hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partijen hoofdelijk tot betaling aan de eisende partij van € 527,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 446,04 vanaf 9 april 2024 tot aan de dag van de gehele betaling;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partijen hoofdelijk in de proceskosten van € 669,31, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als de gedaagde partijen niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend;
3.3.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.E. Oomens en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter