Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil in de hoofdzaak
primair: de tussen partijen gesloten overeenkomsten met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2024 ontbindt wegens onvoorziene omstandigheden;
4.Het geschil in het incident
primair: [eiseres] niet-ontvankelijk verklaart in haar vorderingen in de hoofdzaak;
5.De beoordeling in het incident
exceptio plurium litis consortium. Voor het slagen van een beroep daarop is vereist dat de procedure een processueel ondeelbare rechtsverhouding tot voorwerp heeft, terwijl niet alle bij die rechtsverhouding betrokken partijen procespartij zijn. Een rechtsverhouding is ondeelbaar wanneer het rechtens noodzakelijk is dat de beslissing ten aanzien van alle betrokkenen in dezelfde zin luidt. Bij de beoordeling van processuele ondeelbaarheid dient niet alleen de rechtsverhouding maar ook de op grond daarvan ingestelde vordering betrokken te worden. [2]
exceptio plurium litis consortiumniet slaagt en dat [eiseres] ontvankelijk is in haar vorderingen.
6.De beslissing
woensdag 11 juni 2025voor het nemen van conclusie van antwoord door [gedaagde] ,