Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
binnengekomen op 27 november 2024;
bijlage 6, alsook bijlagen 7 t/m 9;
3 april 2025. Hiervan zijn aantekeningen gemaakt. Tijdens deze behandeling zijn via videobellen gehoord:
2.Waar gaat het over?
- [minderjarige 3], geboren op [datum] en,
- [minderjarige 4], geboren op [datum].
1 november 2021 een bedrag van € 157 per maand betaalt aan de moeder voor de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] (kinderalimentatie).
- de onderhoudsbijdrage ten behoeve van [minderjarige 1] ten laste van de vader vast te stellen op € 159,98 per maand met ingang van 1 januari 2022;
- de onderhoudsbijdrage ten behoeve van [minderjarige 1] ten laste van de vader vast te stellen op € 165,42 per maand met ingang van 1 januari 2023;
- de onderhoudsbijdrage ten behoeve van [minderjarige 1] ten laste van de vader vast te stellen op € 175,68 per maand met ingang van 1 januari 2024;
- de onderhoudsbijdrage ten behoeve van [minderjarige 1] ten laste van de vader vast te stellen op € 210 per maand met ingang van 1 oktober 2024;
- de onderhoudsbijdrage ten behoeve van [minderjarige 1] ten laste van de vader vast te stellen op € 223,65 per maand met ingang van 1 januari 2025;
1 oktober 2024 geen onderhoudsverplichting meer tegenover zijn [meerderjarige dochter], waardoor hij in staat is om voor [minderjarige 1] per 1 oktober 2024 een onderhoudsbijdrage te betalen van € 210 per maand. Daarnaast is er sprake van een achterstallige indexering die de vader nooit heeft betaald. Dit wenst de moeder alsnog met terugwerkende kracht te ontvangen.
€ 83 aan kinderalimentatie kan betalen. Ook stelt hij dat hij de indexering niet met terugwerkende kracht hoeft te betalen. De vader verzoekt de rechtbank bij wijze van tegenverzoek om de door de vader te betalen kinderalimentatie met ingang van
1 oktober 2024 te verlagen naar € 83 per maand. Als de rechtbank de alimentatie voor
1 oktober 2024 zou vaststellen op een hoger bedrag dan hetgeen de vader heeft betaald, verzoekt de vader (de rechtbank begrijpt: primair) te bepalen dat hij de te weinig betaalde alimentatie niet aan de moeder hoeft te voldoen en in dat geval mogelijkerwijs per
1 oktober 2024 teveel betaalde alimentatie met de achterstand mag worden verrekend, en te bepalen dat de vader dat in termijnen aan de moeder mag aflossen, met inachtneming van zijn maximaal voor [minderjarige 1] beschikbare draagkracht.
3.De beoordeling
€ 327,93 aan achterstallige kinderalimentatie moet betalen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt. Daarbij gaat zij in op de standpunten van de vader en de moeder, voor zover die voor de beoordeling van belang zijn. De berekeningen die de rechtbank heeft gemaakt, zijn als bijlagen aan deze beschikking toegevoegd. Bij de berekeningen rondt de rechtbank af op hele euro’s.
In Nederland moet iedereen zich inschrijven in de Basisregistratie Personen. De rechtbank ziet in hetgeen de moeder naar voren heeft gebracht geen aanleiding om af te wijken van de gegevens zoals de ouders die hebben laten registreren in de Basisregistratie Personen. De financiële situatie van de ouders, zoals de hoogte van toeslagen, is ook op deze registratie gebaseerd geweest. De rechtbank gaat er bij het vaststellen van de behoefte dan ook vanuit dat de vader en de moeder niet in gezinsverband hebben samengeleefd.
- vanaf 1 oktober 2024 tot 1 januari 2025 een bedrag van € 381 (3 x € 127);
- in januari 2025 een bedrag van € 135;
- vanaf 1 februari 2025 tot datum beschikking een bedrag van € 264 (3 x € 88).
4.De beslissing
1 januari 2022 tot 1 oktober 2024 een bedrag van € 327,93 aan de moeder moet voldoen en bepaalt dat de vader dit bedrag in maximaal vier maandelijkse termijnen van € 82 per maand aan de moeder dient te betalen;
1 oktober 2024 € 108 per maand bedraagt en vanaf 1 januari 2025 € 115,02 per maand;
24 april 2025 in aanwezigheid van de griffier.