Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van CCC;
- de dagvaarding van STEP;
- de akte overlegging producties met producties 1 tot en met 9 van CCC;
- de akte overlegging producties met producties A.1 tot en met F.6 van STEP;
- de rolbeslissing van 24 april 2024;
- de rolbeslissing van 17 juli 2024;
- de akte overlegging producties met producties 10 en 11 van CCC;
- de akte overlegging producties met productie B.5.b van STEP;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid tevens voorwaardelijk verzoek om aanhouding met producties 1 tot en met 3 van LG;
- de conclusie van antwoord in incident van CCC, tevens houdende een verzoek om de procedure te voegen met de zaak met zaaknummer C/15/346678;
- de conclusie van antwoord in incident van STEP, tevens houdende een verzoek om de procedure te voegen met de zaken met zaaknummer C/15/351200 en C/15/346678;
- de akte overlegging nadere productie ten behoeve van de mondelinge behandeling met productie 4 van LG;
- de mondelinge behandeling in het incident van 21 maart 2025, waarbij door alle partijen pleitaantekeningen zijn overgelegd en waarvan voor het overige door de griffier aantekeningen zijn bijgehouden.
2.Het geschil
In de hoofdzaak
- voor recht verklaart dat LG in strijd heeft gehandeld met artikelen 6 lid 1 Mededingingswet (Mw) en artikel 101 lid 1 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU);
- voor recht verklaart dat LG aansprakelijk is jegens alle personen die tussen 1 januari 2015 en 7 december 2018 in Nederland een televisie van het merk LG, of een televisie van een ander merk, hebben aangeschaft, en uit dien hoofde de door die persoon geleden schade dient te vergoeden;
- LG veroordeelt tot betaling van de ten gevolge van haar onrechtmatig handelen geleden schade.
- De rechtbank Amsterdam is relatief bevoegd van de vorderingen in de hoofdzaak kennis te nemen, omdat LG statutair gevestigd is in Amsterdam (artikel 99 Rv).
- Artikel 102 Rv schept in dit geval geen (alternatieve) bevoegdheid van deze rechtbank, omdat het Handlungsort is gelegen in Amstelveen (waar LG kantoor houdt). Het Erfolgsort biedt die bevoegdheidsgrond evenmin, omdat slechts een deel van de kopers van de televisies woont in het arrondissement van deze rechtbank, althans slechts een deel van de aankopen daar heeft plaatsgevonden. Bovendien ontbreekt een nauwe band met deze rechtbank.
- Ook het beroep van CCC en STEP op artikel 107 Rv faalt, omdat na de rolbeslissing van 24 april 2024 geen sprake meer is van meerdere gedaagden in één geding. Bovendien is er geen samenhang tussen de vorderingen tegen LG en Samsung, omdat LG en Samsung geen onderdeel uitmaakten van dezelfde groep of keten en hun geen gezamenlijke betrokkenheid wordt verweten. De verweten handelwijzen, de periode waarop de vorderingen betrekking hebben (en dus ook de achterban) en de mogelijke verweren zijn bovendien niet hetzelfde. Ook de uitkomst van het (hoger) beroep tegen de sanctiebesluiten van de ACM kan verschillend zijn. De vorderingen tegen Samsung en LG staan volgens LG dus volledig los van elkaar, zodat ook geen gevaar van tegenstrijdige uitspraken dreigt.
- Van verknochtheid (in de zin van artikelen 220 en 222 Rv) is daarom evenmin sprake.
3.De beoordeling in het incident
De in het incident van belang zijnde feiten en omstandigheden
- de vorderingen van CCC tegen LG niet zijn gebaseerd op “
- de vorderingen van STEP en CCC tegen LG wél zijn gebaseerd op dezelfde gebeurtenissen. Daarom zullen die vorderingen als één zaak worden behandeld (artikel 1018d lid 3 Rv).
- de procesefficiëntie erbij is gebaat dat de procedures tegen Samsung en LG verder gelijktijdig zullen worden behandeld en dat op de rol zal worden aangetekend dat de procedures tegen Samsung en LG met elkaar samenhangen en dus gelijk met elkaar oplopen en beslist worden.
resale price maintenance), in dezelfde productmarkt, in (in ieder geval gedeeltelijk) dezelfde periode.
“umbrella damages”). Volgens STEP hebben de gedragingen van LG en Samsung elkaar bovendien versterkt. Voor die schade zijn LG en Samsung hoofdelijk aansprakelijk, aldus STEP.
umbrella damages” (hetgeen LG betwist) - LG alleen aansprakelijk is voor het deel van die schadepost dat door het handelen van LG is veroorzaakt en niet voor het deel dat door Samsung is veroorzaakt (er zijn volgens LG dan twee afzonderlijke “
umbrella’s” aan te wijzen).
umbrella damages”. Het betoog van LG over hoe met die schadepost moet worden omgegaan (veronderstellenderwijs aannemend dat dat betoog zou kunnen worden gevolgd) biedt bovendien juist steun aan het oordeel dat de vorderingen met elkaar samenhangen en gezamenlijk moeten worden behandeld. Het gevaar van onverenigbare uitspraken indien de vorderingen tegen LG en Samsung door verschillende rechtbanken worden beslist, is in dat geval bovendien reëel.
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
4.De beslissing
16 juli 2025voor conclusie van antwoord van LG over de onderwerpen als bedoeld in artikel 1018c lid 5 Rv;