Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
Civiel recht
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer / rekestnummer: C/15/352224 / HA RK 24-65
Beschikking van 1 mei 2025
in de zaak van
[verzoeker],
te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
advocaat: mr. R. Winters,
tegen
KIXX INTERNATIONAL B.V.,
te Alkmaar,
verwerende partij,
hierna te noemen: Kixx International,
advocaat: mr. E. Hoekstra.
De zaak in het kort
Verzoeker verzoekt de rechtbank over te gaan tot heropening van de vereffening van Kixx International. De rechtbank wijst dit verzoek af omdat niet voldaan is aan de voorwaarde dat de rechtspersoon is opgehouden te bestaan. Kixx International heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis dat tussen verzoeker en Kixx International is gewezen. Kixx International blijft in ieder geval bestaan totdat deze hoger beroepsprocedure is afgewikkeld.
1.De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift (met producties 1 tot en met 10),
- de e-mail van 17 juni 2024 (met de akte van oprichting van Kixx International),
- het verweerschrift (met producties 1 tot en met 5),
- de brief van mr. Hoekstra van 11 maart 2025 (met producties 6 tot en met 9),
- de e-mail van mr. Winters van 12 maart 2025 (met producties 11 en 12).
1.2.
Op 13 maart 2025 heeft de mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Mr. Winters heeft gebruik gemaakt van spreekaantekeningen, die hij tijdens de mondelinge behandeling aan de rechtbank heeft overgelegd en die daarmee onderdeel zijn geworden van de processtukken.
1.3.
De beschikking is bepaald op vandaag.
2. Feiten
2.1.
Kixx International exploiteerde een detailhandel via internet in kleding en modeartikelen.
2.2.
[verzoeker] was sinds 1 november 2007 werkzaam bij Kixx International. In ieder geval vanaf 3 december 2019 tot 31 december 2021 was [verzoeker] bestuurder van Kixx International.
2.3.
[verzoeker] heeft in maart 2021 € 100.000,- geleend aan Kixx International. Bij vonnis van 8 november 2023 is de vordering van [verzoeker] tot terugbetaling van zijn lening door Kixx International toegewezen. Kixx International is van dit vonnis in hoger beroep gegaan. Die procedure loopt nog.
2.4.
Per 1 januari 2022 zijn de activa van Kixx International door een derde overgenomen voor een bedrag van € 1.428.821,-.
2.5.
Uit het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel blijkt dat op 4 april 2024 is geregistreerd dat Kixx International is ontbonden en opgehouden te bestaan omdat er geen bekende baten meer aanwezig zijn met ingang van 12 maart 2024.
2.6.
Per brief van 8 april 2024 heeft de voormalig bestuurder van Kixx International [verzoeker] meegedeeld dat de algemene vergadering van aandeelhouders heeft besloten om Kixx International per 21 maart 2024 te ontbinden. Volgens de voormalig bestuurder waren er in Kixx International geen baten meer beschikbaar, waardoor de vordering van [verzoeker] onbetaald zal blijven en de vennootschap zonder vereffening ophoudt te bestaan door middel van turboliquidatie.
3.Het verzoek en het verweer
3.1.
[verzoeker] verzoekt:
- de vereffening van Kixx International te heropenen,
- een onafhankelijke en onpartijdige vereffenaar te benoemen om de heropende vereffening af te wikkelen,
- Kixx International te veroordelen in de kosten van de vereffenaar en de overige kosten van de vereffening,
- Kixx International te veroordelen in de kosten van deze procedure, het salaris van de gemachtigde daaronder begrepen.
3.2.
Aan het verzoek legt [verzoeker] ten grondslag de stelling dat Kixx International op oneigenlijke gronden is overgegaan tot turboliquidatie.
3.3.
Kixx International verzet zich tegen toewijzing van het verzoek.
4.De beoordeling
4.1.
[verzoeker] verzoekt heropening van de vereffening van Kixx International als bedoeld in artikel 2:23c van het Burgerlijk Wetboek (BW). [verzoeker] stelt te kunnen worden ontvangen in dit verzoek omdat hij, blijkens het vonnis van 8 november 2023, schuldeiser is van Kixx International. Dit wordt niet anders doordat Kixx International hoger beroep heeft ingesteld tegen deze uitspraak. Zolang het gerechtshof geen uitspraak heeft gedaan in dat hoger beroep geldt de situatie zoals opgenomen in het vonnis van 8 november 2023.
4.2.
De rechtbank overweegt als volgt. Artikel 2:23c lid 1 BW bepaalt, voor zover in deze zaak van belang, dat indien na het tijdstip waarop een rechtspersoon is opgehouden te bestaan nog een schuldeiser opkomt of van het bestaan van een bate blijkt, de rechtbank op verzoek van een belanghebbende de vereffening kan heropenen en zo nodig een vereffenaar kan benoemen. Dat geldt ook als, zoals in deze zaak, in het verleden geen formele vereffening in de zin van artikel 2:23 en volgende BW heeft plaatsgevonden, omdat er ten tijde van de ontbinding geen bekende baten waren. [1] Heropening leidt ertoe dat de rechtspersoon weer herleeft voor zover dat voor de vereffening nodig is.
4.3.
De rechtbank is van oordeel dat het verzoek niet kan worden toegewezen omdat niet is voldaan aan de voorwaarde van artikel 2:23c BW dat de rechtspersoon, in dit geval Kixx International, is opgehouden te bestaan. Bij vonnis van 8 november 2023 heeft deze rechtbank Kixx International veroordeeld tot betaling van € 100.000,- aan [verzoeker] . Binnen drie maanden na deze uitspraak heeft Kixx International hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Uit het bericht van 8 april 2024 blijkt dat het bestuur van Kixx International heeft besloten de vennootschap te ontbinden per 12 maart 2024. Op dat moment liep echter de hoger beroepsprocedure al tussen Kixx International en [verzoeker] . Artikel 2:19 lid 5 BW bepaalt dat een rechtspersoon na zijn ontbinding blijft voortbestaan voor zover dit voor de vereffening van zijn vermogen nodig is. De conclusie is dan ook dat Kixx International niet is opgehouden te bestaan. Kixx International blijft in ieder geval bestaan totdat deze hoger beroepsprocedure is afgewikkeld. Kixx International heeft zich ook gedragen alsof zij nog bestaat door de hoger-beroepsprocedure tegen [verzoeker] op te starten. De verzoeken van [verzoeker] zullen dan ook worden afgewezen.
4.4.
De rechtbank is van oordeel dat iedere partij de eigen kosten van deze procedure dient te betalen.
5.De beslissing
De rechtbank
5.1.
wijst de verzoeken af.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.M. Auwerda en in het openbaar uitgesproken op 1 mei 2025.
MKG/ SA