Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 mei 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
Procesverloop
Totstandkoming van het bestreden besluit 2
Gronden van beroep
Stanpunt verweerder
Beoordeling door de rechtbank
Geen sprake van schending van de hoorplicht
In een geval als dit, waarin een vernietiging door de rechtbank van een besluit op bezwaar leidt tot een hernieuwde behandeling van het bezwaar en een hernieuwde behandeling door de rechter, moet de overschrijding van de redelijke termijn in beginsel volledig aan het bestuursorgaan worden toegerekend. Indien echter in de loop van de hele procedure een of meer keren sprake is (geweest) van een langere behandelingsduur bij een rechterlijke instantie dan gerechtvaardigd, dan komt de periode waarmee die rechterlijke instantie de behandelingsduur heeft overschreden, niet voor rekening van het bestuursorgaan maar van de Staat. Een vergoeding van € 500,- per half jaar of gedeelte daarvan waarmee de redelijke termijn is overschreden is gepast.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt verweerder tot vergoeding van de schade aan eiser ten bedrage van € 1.000,-;
- veroordeelt verweerder tot vergoeding van de door eiser in verband met het verzoek om schadevergoeding gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 453,50.