Op 8 mei 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de opheffing van een curatele. De verzoeker, die onder curatele staat sinds 2016, heeft verzocht om deze opheffing, stellende dat hij zijn doelen heeft bereikt en geen hulp meer nodig heeft van zijn curator, BeauFin B.V. De curator heeft echter verweer gevoerd, stellende dat de verzoeker nog steeds impulsief is en financieel inzicht mist, wat een risico met zich meebrengt als de curatele wordt opgeheven. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 maart 2025 is gebleken dat de verzoeker geen medische stukken heeft overgelegd ter ondersteuning van zijn verzoek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de noodzaak voor de curatele nog steeds aanwezig is, mede gezien het feit dat de verzoeker van plan is om naar Marokko te vertrekken, wat kan leiden tot maatschappelijke teloorgang. De kantonrechter heeft op basis van artikel 1:389 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek geoordeeld dat het verzoek tot opheffing van de curatele moet worden afgewezen, omdat de verzoeker onvoldoende heeft aangetoond dat de noodzaak voor de ondercuratelestelling niet meer aanwezig is. De beslissing is genomen door mr. E. Jonker en in het openbaar uitgesproken op 29 april 2025.