ECLI:NL:RBNHO:2025:5004

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 mei 2025
Publicatiedatum
8 mei 2025
Zaaknummer
11392462 CB VERZ 24-139 JM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E. Jonker
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot opheffing van curatele wegens onvoldoende bewijs van noodzaak

Op 8 mei 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de opheffing van een curatele. De verzoeker, die onder curatele staat sinds 2016, heeft verzocht om deze opheffing, stellende dat hij zijn doelen heeft bereikt en geen hulp meer nodig heeft van zijn curator, BeauFin B.V. De curator heeft echter verweer gevoerd, stellende dat de verzoeker nog steeds impulsief is en financieel inzicht mist, wat een risico met zich meebrengt als de curatele wordt opgeheven. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 maart 2025 is gebleken dat de verzoeker geen medische stukken heeft overgelegd ter ondersteuning van zijn verzoek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de noodzaak voor de curatele nog steeds aanwezig is, mede gezien het feit dat de verzoeker van plan is om naar Marokko te vertrekken, wat kan leiden tot maatschappelijke teloorgang. De kantonrechter heeft op basis van artikel 1:389 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek geoordeeld dat het verzoek tot opheffing van de curatele moet worden afgewezen, omdat de verzoeker onvoldoende heeft aangetoond dat de noodzaak voor de ondercuratelestelling niet meer aanwezig is. De beslissing is genomen door mr. E. Jonker en in het openbaar uitgesproken op 29 april 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer: 11392462 CB VERZ 24-139 JM
Uitspraakdatum: 29 april 2025

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
[verzoeker],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: verzoeker,
van wie thans de curator is:
BeauFin B.V. t.h.o.d.n. Beaufin Bewindvoering & Budgetbeheer,
gevestigd te Amsterdam,
hierna ook te noemen: Beaufin.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoek, ter griffie ingekomen op 6 november 2024;
  • het verweer van Beaufin, ter griffie ingekomen op 12 december 2024;
  • de reactie van verzoeker op het verweer, ter griffie ingekomen op 9 januari 2025.
Op 17 maart 2025 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.

beoordeling

Bij beschikking van 26 augustus 2024 is het op 15 december 2016 ingestelde bewind en het op 13 januari 2023 ingestelde mentorschap omgezet in een ondercuratelestelling van verzoeker. Beaufin is benoemd tot curator.
Verzocht wordt de ondercuratelestelling van betrokkene op te heffen. Verzoeker ziet geen reden meer voor de ondercuratelestelling. Hij heeft al zijn doelen bereikt en al meer dan 5 jaar gestopt met alcohol en de rest. Verzoeker voert aan dat hij weinig hulp krijgt van Beaufin en dat hij de kosten voor de ondercuratelestelling beter voor zichzelf kan gebruiken.
Beaufin heeft bezwaar tegen het verzoek gemaakt. Beaufin begrijpt het dat het voor verzoeker moeilijk en soms frustrerend kan zijn om een curator te hebben die prioriteit geeft aan vaste lasten en financiële stabiliteit. Desondanks is het in de ogen van Beaufin noodzakelijk dat de ondercuratelestelling wordt voortgezet, gezien de impulsiviteit en het gebrek aan financieel inzicht van verzoeker. Zonder curator bestaat er volgens Beaufin een reëel risico dat verzoeker financieel in de problemen raakt. Er is sprake van een psychotische stoornis, maar door de kritische houding van verzoeker ten aanzien van zijn medicatie bemoeilijkt het voor hem om volledig in te zien hoe zijn aandoening van invloed is op zijn vermogen om zelfstandig zijn financiën te beheren. Verzoeker leeft voornamelijk in het hier en nu.
Verzoeker heeft schriftelijk op het verweer van Beaufin gereageerd. Hij betwist hetgeen door Beaufin wordt gesteld. De psychische stoornis dateert van 2007. Zijn broer wil zijn geld gaan beheren als er een probleem is. Hij had gehoopt dat Beaufin ingezien had dat hij in de laatste jaren geleerd heeft en dat hij zelf zijn eigen geld kan beheren.
Op grond van artikel 1:389 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek kan de kantonrechter, indien de noodzaak daartoe niet meer bestaat of voortzetting van de curatele niet zinvol is gebleken, de curatele opheffen.
Gelet op de stukken en de aantekeningen van de mondelinge behandeling is de kantonrechter van oordeel dat het verzoek dient te worden afgewezen. Hiertoe is het volgende redengevend.
Verzoeker heeft, nu medische stukken bij het verzoek ontbreken, onvoldoende weersproken wat Beaufin heeft gesteld en daardoor onvoldoende aangetoond dat de noodzaak voor de ondercuratelestelling niet meer aanwezig is. Ter zitting is gebleken dat er afgelopen februari nog een zorgmachtiging is afgegeven en ook heeft verzoeker verklaard aankomende zomer voor één jaar naar Marokko te willen. De directe aanleiding om destijds een curatele te doen in stellen was om te voorkomen dat verzoeker, al dan niet zonder medicatie, naar Marokko vertrekt en
om daarmee maatschappelijke teloorgang van verzoeker te voorkomen. Verzoeker woont beschermd. Als verzoeker daar langer dan 6 weken niet verblijft wordt de woning verplicht opgezegd. De kantonrechter is van oordeel dat het risico te groot is dat verzoeker zijn woning kwijtraakt als de ondercuratelestelling zou worden opgeheven.

beslissing

De kantonrechter:
- wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E. Jonker, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter