In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 9 mei 2025 uitspraak gedaan in een verzoek van de moeder tot wijziging van de zorgregeling voor de minderjarigen. De moeder heeft aangegeven dat de huidige regeling, waarbij de minderjarigen ook doordeweeks bij de vader verblijven, niet goed functioneert. De kinderen komen regelmatig te laat op school en de vader heeft privéomstandigheden die het hem moeilijk maken om de zorg voor de kinderen te combineren met zijn andere verplichtingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het in het belang van de minderjarigen is om de zorgregeling te wijzigen, zodat hun schoolgang niet wordt verstoord. De rechtbank heeft de zorgregeling als volgt vastgesteld: de minderjarigen verblijven om het weekend bij de vader van vrijdagavond tot zondagavond. De moeder brengt de kinderen op vrijdag om 18.00 uur naar de vader en haalt ze op zondag om 18.00 uur weer op. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen. De vader is niet verschenen op de zitting, en de Raad voor de Kinderbescherming heeft de zorgen van de moeder bevestigd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de wijziging van de zorgregeling noodzakelijk is om de rust en regelmaat in het leven van de minderjarigen te waarborgen.