Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De vordering in de hoofdzaak
€ 1.005,00 aan buitengerechtelijke incassokosten aan Cardiff verschuldigd.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de naamloze vennootschap naar Frans recht, Cardif Assurances Risques Divers S.A., een vordering ingesteld tegen twee gedaagden, die hoofdelijk zijn aangesproken tot betaling van een bedrag van € 24.305,00. Deze vordering is gebaseerd op een garantiestellingovereenkomst die is ontstaan uit een koopovereenkomst voor een registergoed. De gedaagden hebben een incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring genomen, waarbij zij de betrokken makelaar en verkopers van de woning willen oproepen. Cardif verzet zich tegen deze oproep, omdat zij van mening is dat de gedaagden niet aannemelijk hebben gemaakt dat de publiekrechtelijke beperking op het perceel hen niet bekend was ten tijde van de koopovereenkomst en dat dit een beroep op dwaling rechtvaardigt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagden onvoldoende bewijs hebben geleverd voor hun vordering in het incident en dat de oproep tot vrijwaring niet voldoet aan de wettelijke vereisten. De vordering is afgewezen, en de gedaagden zijn veroordeeld in de proceskosten. De zaak is voor beraad verwezen naar een rolzitting op 17 april 2025.