ECLI:NL:RBNHO:2025:5265

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 april 2025
Publicatiedatum
14 mei 2025
Zaaknummer
15/800409-16
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene met psychische aandoeningen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 29 april 2025 uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren op een onbekende datum en plaats, die momenteel verblijft in de Van der Hoeven Kliniek te Amersfoort. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen. De betrokkene is eerder ter beschikking gesteld wegens poging tot doodslag, met de tbs-maatregel die op 3 mei 2017 is ingegaan en voor het laatst is verlengd op 16 mei 2023.

De rechtbank heeft de vordering behandeld op een openbare zitting, waarbij de betrokkene en deskundigen van de kliniek zijn gehoord. De deskundige L.J.E. Oude Nijeweme heeft het advies van de kliniek gehandhaafd, waarin wordt gesteld dat de betrokkene lijdt aan een autismespectrumstoornis en schizofrenie, en dat hij nog steeds ondersteuning nodig heeft om terugval in gewelddadig gedrag te voorkomen. De psychiater E.A.M. Schouten en psycholoog A.J. de Groot hebben ook geadviseerd om de tbs te verlengen, gezien de risico's van terugval in middelengebruik en gewelddadig gedrag zonder de huidige maatregel.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen een verlenging van de tbs vereist. Ondanks de positieve ontwikkeling van de betrokkene in het behandeltraject, is het niet te verwachten dat binnen een jaar kan worden toegewerkt naar een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft daarom besloten de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, in overeenstemming met de adviezen van de deskundigen en de officier van justitie.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Alkmaar
Meervoudige kamer
Parketnummer: 15/800409-16
Uitspraakdatum: 29 april 2025
Beslissing ex artikel 6:6:10 eerste lid van het Wetboek van Strafvordering (Sv)
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene 1],
geboren op [geboortedatum en -plaats],
thans verblijvende in de Van der Hoeven Kliniek te Amersfoort,
hierna: de betrokkene,
met twee jaar.

1.De procedure

Bij vonnis van deze rechtbank van 18 april 2017 is aan de betrokkene de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd wegens poging tot doodslag.
De termijn van de terbeschikkingstelling nam een aanvang op 3 mei 2017.
De termijn is voor het laatst verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 16 mei 2023 met twee jaar.
De onderhavige vordering is op 7 maart 2025 bij de rechtbank ingediend.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken, waaronder:
  • een advies zoals bedoel in artikel 6:6:12, lid 1, aanhef en onder a Sv, van 4 maart 2025, afkomstig van de Van der Hoeven Kliniek (hierna: de kliniek) en ondertekend door drs. H.T.M. van der Maeden, plaatsvervangend hoofd van de inrichting, L.J.E. Oude Nijeweme MSc., GZ-psycholoog en drs. D. van Hoeijen, psychiater;
  • een afschrift van de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene als bedoeld in artikel 6:6:12, lid 1, aanhef en onder b Sv over de periode van 1 maart 2020 tot en met 15 januari 2025;
  • adviezen van twee onafhankelijke gedragsdeskundigen zoals bedoeld in artikel 6:6:12, lid 3 Sv, te weten een advies van 25 januari 2025, opgemaakt door E.A.M. Schouten, psychiater, en een advies van 27 januari 2025, opgemaakt door A.J. de Groot, psycholoog.
Op 29 april 2025 is de vordering op een openbare terechtzitting behandeld. De betrokkene is gehoord, alsmede een deskundige van de kliniek, te weten L.J.E. Oude Nijeweme. Verder waren aanwezig de officier van justitie mr. M. Lenderink en de raadsvrouw van de betrokkene mr. I.E. Leenhouwers, advocaat te Amsterdam.
Van het verhandelde tijdens deze zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

2.Het advies van de kliniek

Het advies van de kliniek houdtonder meer het volgende in:
“De heer [betrokkene 1] is een 36-jarige man gediagnosticeerd met een autismespectrumstoornis, schizofrenie, een stoornis in cannabis- en alcoholgebruik (thans in remissie bij institutionalisering) en problemen verband houdend met psychosociale omstandigheden. In het verleden hebben sociale isolatie en cannabisgebruik tot een toename van achterdocht en betrekkingsideeën geleid.
Op 22 februari 2023 wordt de heer [betrokkene 1] opgenomen binnen een reguliere leefgroep in de Voorde. Bij opname wordt een rustige en teruggetrokken man gezien, die zich al snel voegt naar de structuur van de kliniek. Hij laat aanvankelijk weinig los over zijn gedachten en gevoelens. Er wordt dagelijks een contactmoment ingepland, waarbij de heer [betrokkene 1] het voortouw neemt. Medio 2023 wordt het passend geacht om (beperkt on)begeleide verloven op te starten, waar in augustus 2023 departementale toestemming voor volgt. Hij start met begeleide verloven op het terrein van GGz Centraal en breidt dit stapsgewijs uit naar beperkt onbegeleid verlof (1-op-3) buiten het terrein. Vanaf januari 2024 onderneemt de heer [betrokkene 1] onbegeleide verloven op het terrein van GGz Centraal, welke gefaseerd worden opgebouwd.
In april 2024 verhuist de heer [betrokkene 1] naar een inpandige flat op de afdeling, waar hij kan werken aan het vergroten van zijn zelfstandigheid alsmede de versterking van zijn identiteit om zich stapsgewijs voor te bereiden op individueel wonen in de toekomst. Het verblijf op de flat verloopt naar wens. In de zomer van 2024 wordt het volhouden van programmaonderdelen in combinatie met het wonen op de inpandige flat moeilijk voor de heer [betrokkene 1], waarna er met hem een iets rustiger, overzichtelijker programma wordt gevormd. Vanaf eind januari 2025 werkt de heer [betrokkene 1] enkele uren in de supermarkt op het terrein van GGz Centraal. Tevens volgt in januari 2025 departementale toestemming voor het stapsgewijs uitbreiden van de onbegeleide verloven naar de regio Amersfoort/Soesterberg en naar zijn moeder.
De komende periode wordt gekoerst op een verhuizing naar een zelfstandige HAT-woning op het terrein van GGz Centraal, waar getoetst kan worden hoe de heer [betrokkene 1] zich staande houdt in een eigen huis, met begeleiding op afstand. Het is niet de verwachting dat binnen een jaar kan worden overgegaan tot afschaling van de maatregel. Derhalve adviseert de kliniek de terbeschikkingstelling te verlengen met de termijn van twee jaar. Zonder het kader van de tbs-maatregel wordt het risico van terugval in gewelddadig gedrag ingeschat als hoog.”
De deskundige L.J.E. Oude Nijeweme heeft bij de behandeling van de vordering ter terechtzitting, namens de kliniek, dit advies gehandhaafd.

3.De adviezen van de onafhankelijke gedragsdeskundigen

3.1
Het advies van de psychiater
In het rapport van de psychiater E.A.M. Schouten is onder meer het volgende opgenomen:
“Rapporteur komt evenals alle eerdere rapporteurs en klinieken tot de diagnose autismespectrumstoornis (ASS). Rapporteur meent dat de ASS de hoofddiagnose is. Ook meent rapporteur dat er een ernstige stoornis was in cannabisgebruik, die momenteel in langdurige volledige remissie is. Deze remissie geldt ook voor een stoornis in alcoholgebruik, zij het dat die niet ernstig maar matig was.
Over de hoofddiagnose schizofrenie verschilt rapporteur van mening met de huidige kliniek en enkele eerdere rapporteurs. Rapporteur ziet de psychotische symptomen in het verleden als een gevolg van het langdurige en herhaaldelijke overmatige cannabisgebruik en niet in het kader van de ziekte schizofrenie.
Voortkomend vanuit zijn autismespectrumstoornis is hij prikkelgevoelig en onvermogend om op een adequate wijze met interne spanningen en negatieve emoties om te gaan. In het hier en nu is er nog steeds sprake van een autismespectrumstoornis en een psychotische kwetsbaarheid bij cannabisgebruik. Betrokkene wordt medicamenteus behandeld, waardoor de prikkelgevoeligheid minder is. Hij heeft nog steeds ontoereikende copingvaardigheden en blijft primair vermijden. In het verleden deed hij dit door alcohol te drinken en te blowen; en in het hier en nu door zich terug te trekken of te isoleren. Hij is in de gehele tbs-periode abstinent van alcohol en cannabis en ook zelf overtuigd dat hij nooit meer moet drinken of blowen. Wanneer hij op eigen benen komt te staan, heeft hij nog onvoldoende vaardigheden om met negatieve gevoelens om te gaan. Het vermijden kan leiden tot meer isolement en daarmee het niet kunnen vasthouden van zijn dagstructuur. De inschatting is dat hij dan terug zal vallen in alcohol- en cannabisgebruik, omdat hij niet weet hoe hij anders moet handelen. Binnen het huidige kader kan het recidiverisico laag gehouden worden door de aanwezige begeleiding, toezicht en de controle op middelen en medicatietrouw. Hierbij is helpend dat betrokkene de ondersteuning accepteert en zich ook controleerbaar en betrouwbaar opstelt. In de behandeling is het niet gelukt om te komen tot het voldoende bewerken van de autistische kwetsbaarheid en geringe sociale en copingvaardigheden. Betrokkene zal nog zeer langdurig ondersteuning nodig hebben en ook maakt dit dat zonder de huidige maatregel het recidiverisico op termijn als hoog ingeschat wordt.
Ondersteuning en toezicht zijn nog langdurig nodig om (de aanloop tot) een terugval in isolement en daarna cannabismisbruik te signaleren en daarmee voorkomen. Door zijn ASS is betrokkene blijvend gehandicapt in het sociale verkeer en in het vormgeven van een maatschappelijk leven. Uitbreiding van zijn autonomie zal zeer geleidelijk moeten gebeuren. Een kliniek als de Voorde is daar bij uitstek geschikt voor. In het komend half jaar zal hij overgaan van een intramurale afdeling en team naar een woonunit naast de kliniek en de zorg vanuit het transmurale team. Bezien moet worden of voor hem passend werk of andere dagbesteding buiten het terrein gevonden kan worden en vervolgens hoe hij zich daar handhaaft. Zijn traject zal heel geleidelijk moeten verlopen. Daarvoor is nog zeker een periode langer dan een jaar nodig; rapporteur adviseert om de huidige maatregel met twee jaar te verlengen.”
3.2.
Het advies van de psycholoog
In het rapport van de psycholoog A.J. de Groot is onder meer het volgende opgenomen:
“Betrokkene is een thans 36 jarige man, bij wie sprake is van een psychotische stoornis, een
autismespectrumstoornis en van stoornissen in het gebruik van alcohol en cannabis, beide in
langdurige remissie binnen gereguleerde omstandigheden.
Binnen de Voorde weet betrokkene zich te handhaven, vooral op basis van vermijding. Het blijft evenwel moeilijk om zicht te houden op zijn belevingswereld. Desondanks maakt betrokkene verlofstappen en functioneert hij redelijk stabiel. Hij staat op de nominatie om te worden overgeplaatst naar zelfstandige huisjes op het terrein van Zon en Schild.
Aan zichzelf overgeleverd wordt ingeschat dat betrokkene zichzelf niet sociaal maatschappelijk zal kunnen handhaven en kwetsbaar is om te stoppen met zijn medicatie en terug zal vallen in middelengebruik, waarvan bekend is dat dit – zeker de combinatie van alcohol en cannabis – kan leiden tot een ernstige psychotische decompensatie. Bij ernstige psychotische decompensatie is betrokkene zeer kwetsbaar om psychotische negatieve betrekkingsideeën te ontwikkelen, waarbij er nog steeds een hoog risico is op ernstig gewelddadig gedrag vanuit psychotische motieven. . Wanneer de tbs-maatregel komt te vervallen wordt het risico op terugval in gewelddadig gedrag ingeschat als hoog.
Het zorg en risicomanagement is thans goed toegesneden op betrokkenes verblijf binnen de Voorde. Betrokkene ervaart voldoende holding binnen de Voorde, waarbij hij zich, mede ondersteund door medicatie, redelijk - zij het eenzelvig - weet te handhaven. Dit maakt voortgang mogelijk, waarbij een meer zelfstandig verblijf binnen een sociowoning te proberen valt. Abstinent blijven van alcohol en drugs en continuering van de medicatie blijven van groot belang. Tevens wordt geadviseerd om actief zicht te houden op betrokkenes belevingswereld omdat hij kwetsbaar blijft voor het ontwikkelen van negatieve betrekkingsideeën.
Gelet op de nog aanwezige complexe psychopathologie, de risicoprognose (hoog risico op gewelddadig delictgedrag) en de fase van behandeling wordt geadviseerd de maatregel tbs met bevel tot verpleging te verlengen met de duur van twee jaar. Niet verwacht kan worden dat over een jaar de behandeling in die mate gevorderd is dat voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging of andere afschaling van de maatregel aan de orde kan zijn.”

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege met twee jaar.

5.Het standpunt van de betrokkene

De betrokkene is het eens met de vordering van de officier van justitie. De verdediging heeft naar voren gebracht dat de betrokkene een goede ontwikkeling heeft doorgemaakt, die voorzichtig en langzaam verloopt, maar waarbij geen stappen terug zijn gezet. De raadsvrouw heeft benadrukt dat dit vertrouwen geeft in de toekomst van de betrokkene.

6.De beoordeling

De rechtbank kan zich verenigen met de hiervoor vermelde conclusies en adviezen van de psychiater en de psycholoog.
De rechtbank is, gelet op deze stukken en het verhandelde ter terechtzitting, van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van de betrokkene vereist en wel met twee jaar. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon.
Uit de adviezen blijkt dat de betrokkene een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt in het behandeltraject, maar dat niet te verwachten is dat binnen een jaar kan worden toegewerkt naar een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. De psychiater heeft benadrukt dat het proces van uitbreiding naar meer autonomie met kleine tussenstappen en zeer geleidelijk moet verlopen. Met de kliniek, de betrokkene en de officier van justitie is de rechtbank daarom van oordeel dat de termijn van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege moet worden verlengd met twee jaar.

7.De beslissing

De rechtbank:
wijst de vordering van de officier van justitie toe en
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege van
[betrokkene 1]met
twee jaar.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.M. Jongkind, voorzitter,
mr. P. Reemst en mr. B.V.A. Corstens, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. L.E.H. de Koning,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 april 2025.