ECLI:NL:RBNHO:2025:5277
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een vordering tot gijzeling in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de officier van justitie een vordering ingediend om betrokkene in gijzeling te nemen vanwege een openstaande verkeersboete van € 294,00. De kantonrechter heeft op 13 mei 2025 uitspraak gedaan, waarbij de vordering tot gijzeling is toegewezen. Gijzeling is een dwangmiddel dat kan worden toegepast als de betrokkene wel in staat is om te betalen, maar dit niet doet. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de officier van justitie voldoende heeft aangetoond dat betrokkene niet wil betalen, ondanks eerdere pogingen tot betaling en communicatie met de autoriteiten. De procedure is behandeld op 29 april 2025, maar zowel de officier van justitie als betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat andere minder ingrijpende maatregelen geen resultaat hebben opgeleverd en dat er geen aanwijzingen zijn dat betrokkene onder curatele of failliet is verklaard. De machtiging tot gijzeling is verleend voor een periode van vijf dagen, gebaseerd op het boetebedrag. De kantonrechter heeft benadrukt dat gijzeling kan worden voorkomen door betaling van het verschuldigde bedrag.