ECLI:NL:RBNHO:2025:5278
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een vordering tot gijzeling in het kader van verkeersboetes
In deze zaak heeft de officier van justitie een vordering ingediend om betrokkene in gijzeling te nemen wegens het niet betalen van een verkeersboete van € 177,00. De kantonrechter heeft op 13 mei 2025 uitspraak gedaan, waarbij de vordering tot gijzeling is toegewezen. Gijzeling is een dwangmiddel dat kan worden toegepast als de betrokkene wel kan, maar niet wil betalen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de officier van justitie voldoende heeft aangetoond dat betrokkene niet bereid is te betalen, ondanks meerdere aanmaningen en pogingen tot verhaal. De procedure is behandeld op 29 april 2025, maar zowel de officier van justitie als betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn dat betrokkene in financiële problemen verkeert die hem verhinderen te betalen. De machtiging tot gijzeling is verleend voor drie dagen, gebaseerd op het boetebedrag, en kan worden uitgevoerd tot 7 januari 2026, met een mogelijke verlenging als betaling in termijnen wordt toegestaan. De kantonrechter heeft betrokkene erop gewezen dat gijzeling kan worden voorkomen door het verschuldigde bedrag alsnog te betalen.