Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.Het geschil in het incident
3.De beoordeling in het incident
4.De beslissing
in de hoofdzaak:
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 14 mei 2025 uitspraak gedaan in een incident tussen AirHelp Germany GmbH en Ryanair DAC. AirHelp, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, heeft in de hoofdzaak een vordering ingesteld namens een passagier die vertraging heeft opgelopen op een vlucht van Ryanair. De vervoerder, Ryanair DAC, vertegenwoordigd door mr. J.J. Croon, heeft in het incident gevorderd dat AirHelp niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vorderingen. De vervoerder betwistte de geldigheid van de cessie van het vorderingsrecht door de passagier aan AirHelp. De kantonrechter overweegt dat de incidentele vordering van de vervoerder niet kan worden toegewezen, omdat het afwijzen van de niet-ontvankelijkheid zou leiden tot de afwijzing van de hoofdvordering, wat een materieel geschil betreft. De kantonrechter heeft de vordering van de vervoerder afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten van het incident. De zaak is verwezen naar de rol voor het indienen van een antwoordformulier aan de zijde van de vervoerder op 11 juni 2025.