ECLI:NL:RBNHO:2025:5407

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 mei 2025
Publicatiedatum
16 mei 2025
Zaaknummer
C/15/363033 / KG ZA 25-136
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming van een tot een nalatenschap behorende onroerende zaak met niet-ontvankelijkheid van eiseres

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is op 2 mei 2025 een vonnis gewezen in een kort geding waarin eiseres, in haar hoedanigheid als gevolmachtigde van de executeur van de nalatenschap van de overleden erflater, vorderde tot ontruiming van een bedrijfsruimte die deel uitmaakt van de nalatenschap. De eiseres stelde dat de bedrijfsruimte ontruimd moest worden omdat deze was verkocht en de gedaagde, die de ruimte gebruikte voor zijn dieren, weigerde deze te ontruimen. De gedaagden voerden aan dat eiseres niet-ontvankelijk was in haar vorderingen, omdat de procesbevoegdheid uitsluitend aan de executeur toekwam en niet kon worden overgedragen via een algemene boedelvolmacht. De voorzieningenrechter oordeelde dat eiseres niet-ontvankelijk was in haar vorderingen, omdat de executeur, benoemd in het testament van de erflater, niet de bevoegdheid had om zijn taken over te dragen aan eiseres. De rechter benadrukte dat de benoeming van een executeur privatieve werking heeft, wat betekent dat alleen de executeur bevoegd is om in rechte op te treden. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten, die op € 1.616,00 werden vastgesteld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/363033 / KG ZA 25-136
Vonnis in kort geding van 2 mei 2025
in de zaak van
[eiseres], in haar hoedanigheid van gevolmachtigde van de executeur van de nalatenschap van [erflater] en van de gezamenlijke erfgenamen van [erflater] ,
kantoorhoudende te [plaats] ,
eiseres,
advocaat mr. M. Stokvis te Haarlem,
tegen

1.[gedaagde] ,

wonende te [plaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RA BEWINDVOERING NEDERLAND B.V., in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [gedaagde] ,
gevestigd te Dronten,
gedaagden,
advocaat mr. S.G.H. Langeweg te Koog aan de Zaan.
Partijen zullen hierna [eiseres] , [gedaagde] en de bewindvoerder genoemd worden.
De zaak in het kort
Dit kort geding gaat over een bedrijfsruimte van een tot een nalatenschap behorende onroerende zaak. Eiseres vordert ontruiming van deze bedrijfsruimte. De onroerende zaak waar de bedrijfsruimte deel van uitmaakt is namelijk verkocht en moet wat betreft de bedrijfsruimte ontruimd worden geleverd. [gedaagde] gebruikt de bedrijfsruimte voor zijn dieren en weigert deze te ontruimen.
Eiseres is deze procedure tot ontruiming gestart in haar hoedanigheid van gevolmachtigde van de executeur van de nalatenschap en van de gezamenlijke erfgenamen. Gedaagden betogen dat eiseres niet-ontvankelijk is in haar vorderingen, omdat de procesbevoegdheid uitsluitend aan de executeur toekomt en niet kan worden overgedragen door middel van een algemene boedelvolmacht. Daarnaast betwisten gedaagden dat [gedaagde] de bedrijfsruimte zonder recht of titel gebruikt.
De voorzieningenrechter concludeert tot niet-ontvankelijkheid van eiseres in haar vorderingen. Het is aan erflater om al of niet aan de executeur de bevoegdheid toe te kennen om een of meer andere executeurs aan zich te voegen of in zijn plaats te stellen. In het testament van erflater is deze bevoegdheid niet opgenomen. Het is de executeur daarom niet toegestaan om bij algemene volmacht zijn bevoegdheden aan eiseres over te dragen; op die wijze zou de bedoeling van erflater (zoals vastgelegd in zijn testament) omzeild kunnen worden. Verder heeft de benoeming van een executeur privatieve werking, dat wil zeggen dat de executeur met uitsluiting van de erfgenamen beheersbevoegdheid toekomt en dat een erfgenaam gedurende het beheer van de executeur in beginsel beschikkingsonbevoegd is, waaronder ook onbevoegd om zelfstandig in rechte op te treden. Dit betekent dat eiseres ook voor zover zij optreedt als gevolmachtigde van de gezamenlijke erfgenamen niet-ontvankelijk is in haar vorderingen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 16
  • de producties 1 t/m 6 van gedaagden
  • de mondelinge behandeling van 18 april 2025 waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden
  • de pleitaantekeningen van mr. Stokvis namens [eiseres] .
1.2.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling zijn verschenen:
  • [eiseres] , bijgestaan door mr. Stokvis voornoemd
  • [gedaagde] en de [betrokkene 1] namens de bewindvoerder, bijgestaan door mr. Langeweg voornoemd.
Tevens waren aanwezig:
  • [betrokkene 2] (tolk voor [gedaagde] )
  • [betrokkene 3] (makelaar)
1.3.
Vervolgens is vonnis bepaald op 2 mei 2025.

2.Feiten

2.1.
Op 27 november 2022 is [erflater] (hierna ook: erflater) overleden. Tot de nalatenschap van erflater behoort de onroerende zaak gelegen aan de [adres] in [plaats] (hierna: het pand). Het pand bestaat uit een bedrijfsruimte op de begane grond (hierna: de bedrijfsruimte) en een studio op de eerste verdieping (hierna: de studio).
2.2.
Op 1 juli 2021 hebben erflater en [gedaagde] (wiens goederen onder bewind zijn gesteld [1] ) een schriftelijke huurovereenkomst gesloten voor de huur van de studio.
2.3.
Erflater heeft in zijn testament, verleden op 30 januari 2004, als executeur benoemd mr. Mr. [betrokkene 6] . Mr. [betrokkene 6] heeft deze benoeming aanvaard.
2.4.
De executeur heeft bij onderhandse akte van algehele boedelvolmacht volmacht gegeven aan [eiseres] , kandidaat-notaris, om:
“hem te vertegenwoordigen en zijn belangen als zodanig waar te nemen bij de afwikkeling en verdeling van de nalatenschap van erflater, te dien einde vorderingen, alsmede uitkeringen, zoals van levensverzekering of pensioen, door het overlijden van erflater opeisbaar geworden en aan de nalatenschap of aan een of meer van de erfgenamen toekomende te innen, rekeningen bij banken, spaarbanken en girodiensten op te heffen en te doen overboeken, roerende en onroerende zaken te verkopen en te leveren op de wijze, onder de voorwaarden en tegen de prijzen welke de gevolmachtigde raadzaam zal achten, safes te openen, belastingaangiften te doen (…), mede te werken aan scheiding en deling, en voorts al datgene verder of meer te doen hetgeen ter zake van een juiste afwikkeling door de gevolmachtigde raadzaam wordt geacht, alles met de macht van substitutie, waarbij de opsomming dezer speciale handelingen heeft niet tot strekking enige andere handeling, welke dan ook, waarvoor een boedelvolmacht in onderhandse vorm kan worden gegeven, uit te sluiten.”
2.5.
Op 16 februari 2023 heeft de makelaar van de erfgenamen (hierna: de makelaar) het pand bezocht voor het opstellen van een taxatie. De makelaar had toen – wegens het ontbreken van een sleutel – geen toegang tot de bedrijfsruimte.
2.6.
In november/december 2024 is het verkooptraject van het pand gestart. Op 4 december 2024 stonden bezichtigingen met geïnteresseerden gepland. De makelaar heeft toen ontdekt dat [gedaagde] de bedrijfsruimte in gebruik had en dat hij er zaken en bakken met reptielen en vissen had neergezet. De makelaar heeft [gedaagde] laten weten dat de bedrijfsruimte ontruimd moest worden bij een eventuele verkoop.
2.7.
Het pand is vervolgens verkocht aan [betrokkene 4] en [betrokkene 5] (hierna: de kopers) voor € 180.000,00 kosten koper.
2.8.
In artikel 17.3 van de koopovereenkomst staat – samengevat - dat koper verklaart op de hoogte te zijn van de verhuurde/gebruik situatie van een deel van de onroerende zaak (de studio) en dat koper verklaart het gekochte met de verhuurde situatie te accepteren en dat daar bij de vaststelling van de koopsom rekening mee is gehouden. In artikel 17.4 van de koopovereenkomst staat dat de bedrijfsruimte op het moment van de eigendomsoverdracht vrij van huur en gebruik wordt opgeleverd en dat verkoper zorgdraagt voor tijdige ontruiming.
In artikel 14 van de koopovereenkomst staat dat de koopovereenkomst door verkoper kan worden ontbonden indien de verkoper niet uiterlijk op 21 februari 2025 de bedrijfsruimte heeft kunnen laten ontruimen. Kopers zijn nadien akkoord gegaan met verlenging van deze termijn tot 21 mei 2025.
2.9.
Ondanks verzoeken daartoe van [eiseres] en van de makelaar heeft [gedaagde] de bedrijfsruimte niet ontruimd.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert – samengevat – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] , althans de bewindvoerder, te bevelen om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis de bedrijfsruimte te ontruimen en te verlaten en ontruimd te houden, met afgifte van de sleutels aan [eiseres] ;
II. [gedaagde] , althans de bewindvoerder, te veroordelen tot betaling van de proceskosten (inclusief nakosten), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag tot aan de dag van volledige betaling.
3.2.
[eiseres] betoogt dat [gedaagde] zich zonder medeweten van haar of de erfgenamen, laat staan met toestemming van haar of de erfgenamen, toegang tot de bedrijfsruimte heeft verschaft. Hij heeft de bedrijfsruimte volgens haar zonder recht of titel in gebruik genomen. Daarmee maakt [gedaagde] inbreuk op het eigendomsrecht van de erfgenamen en handelt hij tegenover hen onrechmatig.
3.3.
[gedaagde] en de bewindvoerder voeren verweer en concluderen tot niet-ontvankelijkheid van [eiseres] in haar vorderingen dan wel tot afwijzing van de vorderingen.
3.4.
Op de stellingen van partijen gaat de voorzieningenrechter hierna, voor zover van belang, nader in.

4.De beoordeling

Niet-ontvankelijkheidsverweer slaagt

4.1.
[gedaagde] en de bewindvoerder voeren primair aan dat [eiseres] niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat de procesbevoegdheid van de executeur, mr. [betrokkene 6] , niet kan worden overgedragen door middel van een algemene boedelvolmacht waarin het recht op procederen bovendien niet expliciet is vermeld. De procesbevoegdheid komt volgens [gedaagde] en de bewindvoerder alleen toe aan de executeur.
4.2.
[eiseres] heeft aangevoerd dat de executeur haar in alle opzichten volmacht heeft gegeven en dat zij ook namens alle erfgenamen mag procederen. Zij voert aan dat de beschikkingsbevoegdheid wordt afgedicht door de boedelvolmacht; alle bevoegdheden die nodig zijn om de nalatenschap tot een afwikkeling te brengen zijn daarin aan haar overgegeven met het recht van substitutie.
4.3.
De voorzieningenrechter oordeelt dat [eiseres] niet-ontvankelijk is in haar vorderingen en licht dit oordeel hierna toe.
4.4.
Niet in geschil is dat erflater mr. [betrokkene 6] heeft benoemd tot executeur en dat mr. [betrokkene 6] deze benoeming heeft aanvaard. Artikel 4:145 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt – voor zover hier van belang – dat de executeur gedurende zijn beheer bij de vervulling van zijn taak de erfgenamen in en buiten rechte vertegenwoordigt. De benoeming van een executeur heeft privatieve werking, dat wil zeggen dat de executeur met uitsluiting van de erfgenamen beheersbevoegdheid toekomt en dat een erfgenaam gedurende het beheer van de executeur in beginsel beschikkingsonbevoegd is, waaronder ook onbevoegd om zelfstandig in rechte op te treden.
4.5.
Dit betekent dat [eiseres] hoe dan ook niet-ontvankelijk is in haar vorderingen voor zover zij die heeft ingesteld in hoedanigheid van gevolmachtigde van de gezamenlijke erfgenamen.
De vraag die rest is of [eiseres] ontvankelijk is voor zover zij optreedt in haar hoedanigheid van gevolmachtigde van de executeur.
4.6.
Op grond van artikel 4:142 BW kan een erflater bij uiterste wilsbeschikking een of meer executeurs benoemen. Hierbij kan de erflater aan een executeur de bevoegdheid toekennen een of meer andere executeurs aan zich toe te voegen of in zijn plaats te stellen. Het is dus aan de
erflaterom al of niet aan de executeur de bevoegdheden van assumptie (aan zich toevoegen van een executeur) en/of subrogatie (een executeur in zijn plaats te stellen) te verlenen. Met dit stelsel valt naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet te rijmen dat de executeur door middel van een algemene boedelvolmacht al zijn bevoegdheden overdraagt aan een gevolmachtigde indien in het testament niet een recht van subrogatie is opgenomen. Daarmee zou namelijk de bedoeling van de erflater als vastgelegd in het testament omzeild worden.
4.7.
In zijn testament heeft erflater aan de executeur niet de bevoegdheid van assumptie of subrogatie verleend. In het testament staat namelijk, voor zover in dit verband van belang:

IV. Executeur
Executeursbenoeming
1. Ik benoem tot executeur de heer Mr. [betrokkene 6] , redacteur van deze akte, en voor het geval hij om welke reden dan ook niet (meer) als zodanig zou kunnen of willen fungeren de (na hem) oudste notaris, verbonden aan het notariskantoor van [bedrijf] te [plaats] , hierna beiden te noemen de executeur, voor welke benoeming de volgende bepalingen gelden:
Vervanging
2. Indien een executeur komt te ontbreken kan de Kantonrechter op verzoek van een belanghebbende een vervanger benoemen.
Taak executeur/bevoegdheid
3. De executeur heeft tot taak de goederen van de nalatenschap te beheren en de schulden van de nalatenschap te voldoen die tijdens zijn/haar beheer uit die goederen moeten worden voldaan, zoals het afgeven van legaten, het nakomen of uitvoeren van overeenkomsten en de voldoening van de kosten van mijn begrafenis of crematie, van eventuele taxatie- en boedelkosten en van de successierechten die ton laste komen van erfgenamen of legatarissen. In verband met de betaling van de schulden is de executeur bevoegd de door zijn/haar beheerde goederen van mijn nalatenschap te gelde te maken.
De executeur onder 1 behoeft over de keuze en de te gelde making niet in overleg te treden met de erfgenamen en hun toestemming daarvoor is ook niet vereist.
Ingeval er sprake is van de hiervoor onder 2 bedoelde vervanging, treedt de executeur over de keuze en de wijze van te gelde making wel in overleg met mijn erfgenamen. Indien een erfgenaam bezwaar maakt tegen de voorgenomen te gelde making kan deze de beslissing van de Kantonrechter inroepen.
Boedelnotaris
4. De executeur is bevoegd een boedelnotaris aan te wijzen.
Boedelbeschrijving
(…)
Vertegenwoordiging
6. De executeur vertegenwoordigt bij de vervulling van zijn/haar taak mijn erfgenamen in en buiten rechte. De executeur kan een legaat aan zichzelf afgeven en zelf als wederpartij optreden bij de uitvoering of nakoming van een overeenkomst.
7. (…)”
4.8.
Dit brengt met zich dat [eiseres] ook voor zover zij optreedt in haar hoedanigheid van gevolmachtigde van de executeur niet-ontvankelijk is. De executeur zal zelf als formele procespartij moeten optreden.
Proceskosten
4.9.
[eiseres] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde] en de bewindvoerder worden begroot op:
- griffierecht € 331,00
- salaris advocaat 1.107,00
- nakosten
178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 1.616,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verklaart [eiseres] niet-ontvankelijk in haar vorderingen,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van € 1.616,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [eiseres] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [eiseres] € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M. Wamsteker en in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2025. [2]
Tegen dit vonnis kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen vier weken na de dag van de uitspraak. Het beroep moet worden ingesteld door tussenkomst van een advocaat.
Als het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, heeft het vonnis al wel geldende werking zolang op het (eventuele) beroep niet is beslist.

Voetnoten

1.De kantonrechter van deze rechtbank heeft bij beschikking van 7 februari 2020 bewind ingesteld over de goederen van [gedaagde] . Vervolgens heeft de kantonrechter bij beschikking van 20 oktober 2020 de toenmalig bewindvoerder ontslagen onder gelijktijdige benoeming van de bewindvoerder als opvolgend bewindvoerder.
2.Conc.: 1589