ECLI:NL:RBNHO:2025:5408
Rechtbank Noord-Holland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Herstelvonnis in kort geding betreffende een kennelijke fout in een eerder vonnis
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 14 mei 2025 een herstelvonnis uitgesproken in een kort geding. De procedure betreft een geschil tussen [eiser], vertegenwoordigd door mr. K.J. de Vaan, en [gedaagde] B.V., vertegenwoordigd door mr. A.D. van Dalen. De zaak is ontstaan na een eerdere uitspraak op 15 april 2025, waarbij een fout was gemaakt in de weergave van de gemachtigde van [gedaagde]. De gemachtigde van [gedaagde] heeft de kantonrechter op 17 april 2025 geïnformeerd over deze fout en verzocht om het vonnis te herstellen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het om een kennelijke fout gaat die eenvoudig te herstellen is, zoals bedoeld in artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Na instemming van [eiser] met het voorgestelde herstel, heeft de kantonrechter besloten het vonnis te verbeteren. In het herstelvonnis is de correcte naam van de gemachtigde van [gedaagde] opgenomen en is bepaald dat het eerdere vonnis zijn kracht verliest. De griffier is opgedragen om een verbeterd afschrift van het vonnis aan partijen te verstrekken, en hen te wijzen op de terugzending van het eerdere afschrift.