Op 22 april 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland een beschikking uitgesproken over de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [de minderjarige 1], [de minderjarige 2] en [de minderjarige 3]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling, omdat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd door een onveilige en onstabiele thuissituatie. De ouders, [de moeder] en [de vader], zijn belast met het ouderlijk gezag, maar er zijn zorgen over hun vermogen om de kinderen voldoende te ondersteunen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen getuige zijn geweest van ruzies tussen de ouders en dat er sprake is van ontwikkelingsproblemen bij elk van de kinderen. Tijdens de zitting is gebleken dat de ouders niet in staat zijn om adequaat te communiceren en dat de moeder overbelast is geraakt door de situatie. De kinderrechter heeft besloten om de kinderen onder toezicht te stellen voor de duur van één jaar, met de mogelijkheid van cultuursensitieve hulpverlening. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft benadrukt dat er een regievoerder moet komen om de nodige hulpverlening te coördineren en dat er onderzocht moet worden welke specifieke ondersteuning de kinderen nodig hebben om zich optimaal te kunnen ontwikkelen.