Uitspraak
Stichting Intermaris,
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 6 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
3.Het geschil
€ 8.789,32 en verwijdering van de lamellen.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert Stichting Intermaris in kort geding ontruiming van een huurwoning van een huurder die niet meewerkt aan noodzakelijke renovatiewerkzaamheden. De kantonrechter wijst de vordering tot ontruiming af, omdat deze niet gerechtvaardigd is. De huurder wordt echter wel veroordeeld om mee te werken aan de werkzaamheden en tot tijdelijke ontruiming van de woning als hij dat weigert. De vordering om de huurder te veroordelen tot betaling van gemaakte kosten wordt afgewezen wegens het ontbreken van een spoedeisend belang. De procedure begon met een dagvaarding en een mondelinge behandeling op 6 mei 2025. De huurder, die sinds 1994 in de woning woont, heeft zich herhaaldelijk agressief gedragen tegenover medewerkers van de aannemer, wat leidde tot een eerdere kortgedingprocedure die werd ingetrokken toen de huurder zich bereid verklaarde mee te werken. De kantonrechter oordeelt dat de tekortkomingen van de huurder niet zodanig zijn dat ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming gerechtvaardigd zijn. De huurder moet wel zijn medewerking verlenen aan de renovatiewerkzaamheden en kan tijdelijk ontruimd worden als hij dat niet doet. De vordering tot een gebiedsverbod wordt afgewezen, evenals de vordering tot betaling van extra kosten. De huurder wordt wel veroordeeld tot het verwijderen van lamellen die hij zonder toestemming heeft geplaatst. De proceskosten worden toegewezen aan de eisende partij, Intermaris.