ECLI:NL:RBNHO:2025:5493

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 mei 2025
Publicatiedatum
20 mei 2025
Zaaknummer
C/15/364935 FT RK 25/298
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van een voorlopige voorziening voor ontruiming van een woning na beëindiging van schuldsanering

In deze zaak verzoekt de schuldenares de rechtbank om een voorlopige voorziening in verband met een dreigende ontruiming van haar woning. De schuldenares heeft eerder deelgenomen aan een schuldsanering die recentelijk is beëindigd omdat zij zich niet aan haar verplichtingen heeft gehouden. De verhuurder, Stichting Ymere, heeft een ontruimingsvonnis verkregen en dreigt de woning van de schuldenares te ontruimen. De rechtbank moet nu beoordelen of de schuldenares in de woning kan blijven totdat er een definitieve beslissing is genomen over haar verzoek tot moratorium. De rechtbank besluit om de uitvoering van het ontruimingsvonnis te schorsen, wat betekent dat de schuldenares voorlopig in haar woning kan blijven wonen, mits zij de huur tijdig en volledig betaalt. De rechtbank benadrukt dat als de schuldenares zich niet aan deze voorwaarde houdt, de schorsing vervalt en de verhuurder weer kan overgaan tot ontruiming. De rechtbank zal het verzoek tot moratorium binnen enkele weken behandelen en de schuldenares ontvangt hiervoor een uitnodiging. De beslissing is genomen met inachtneming van de omstandigheden van de schuldenares, die eerder in de wsnp heeft gezeten, maar waarvan de rechtbank op basis van recente verklaringen van de schuldhulpverlener en de schuldenares zelf, meent dat er mogelijk verbeteringen zijn opgetreden in haar situatie.

Uitspraak

BESCHIKKING VOORLOPIGE VOORZIENING

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
zittingsplaats: Haarlem
afdeling: Handel, Kanton en Insolventie
zaaknummer: 15/364935 FT RK 25/298
naam rechter: mr. M.P. de Valk
uitspraakdatum: 8 mei 2025
in de zaak van: [schuldenares] (hierna: schuldenares)
geboren op: [geboortedatum] 1980 te [plaats 1]
wonende te: ([postcode]) [plaats 2], [adres]
schuldhulpverlener: Gemeente [plaats 2]
tegen
verhuurder: de stichting Stichting Ymere
gevestigd te: Amsterdam
vertegenwoordigd door: Geerlings en Hofstede Gerechtsdeurwaarders

1.Samenvatting

Schuldenares wil proberen een minnelijke schuldregeling met haar schuldeisers te treffen, maar de verhuurder dreigt de woning van schuldenares te ontruimen. Schuldenares heeft de rechtbank verzocht het ontruimingsvonnis te schorsen (verzoek tot moratorium). De rechtbank kan dat verzoek pas behandelen na de geplande ontruiming. Daarom moet de rechtbank nu (als voorlopige maatregel) beoordelen of schuldenares in de woning kan blijven totdat de rechtbank definitief op het verzoek van schuldenares heeft beslist.

2.Beslissing van de rechtbank

De rechtbank schorst de uitvoering van het ontruimingsvonnis. Dit betekent dat schuldenares de komende tijd nog in haar woning kan blijven wonen.

3.Gevolgen voor schuldenaar

  • Schuldenares hoeft de woning niet te ontruimen zolang de rechtbank nog niet op het verzoek tot moratorium heeft beslist.
  • Deze schorsing heeft als voorwaarde dat schuldenares de lopende huur steeds volledig en tijdig (dus vóór de eerste van de maand) betaalt. Als schuldenares zich niet aan deze voorwaarde houdt, vervalt de schorsing. De verhuurder kan schuldenares dan weer tot ontruiming van de woning dwingen.
  • De rechtbank verlengt de huurovereenkomst gedurende de schorsing.
  • De rechtbank zal het verzoek tot moratorium binnen enkele weken behandelen. Schuldenares zal daarvoor een uitnodiging ontvangen.

4.Redenen voor deze beslissing

Schuldenares moet op grond van een vonnis wegens een huurachterstand haar woning ontruimen. Schuldenares wil proberen een minnelijke schuldregeling met al haar schuldeisers te treffen. Daarvoor is belangrijk dat de situatie van schuldenares stabiel is en blijft. Dat geldt ook voor haar woonsituatie. De rechtbank kan het verzoek moratorium alleen niet behandelen vóór de datum van de geplande ontruiming. Daarom zal de rechtbank met deze voorlopige maatregel de verhuurder verbieden de woning van schuldenares te ontruimen.
De rechtbank voegt hier nog te volgende aan toe. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat schuldenares eerder in de wsnp heeft gezeten en dat deze regeling recent tussentijds is beëindigd omdat schuldenares zich niet heeft gehouden aan de informatieplicht en sollicitatieplicht. Normaal gesproken is dan de conclusie gerechtvaardigd dat een nieuw verzoek om toelating tot de wsnp als niet heel kansrijk moet worden beoordeeld, zodat doorgaans het aan het wsnp-verzoek gekoppelde verzoek om een voorlopige voorziening niet voor toewijzing in aanmerking komt. Aan het nieuwe verzoek om toelating tot de wsnp is evenwel gehecht een uitvoerige verklaring van 2 mei 2025 van de schuldhulpverlener [betrokkene] en een ongedateerde verklaring van schuldenares zelf. Op grond van deze verklaringen acht de rechtbank het niet ondenkbaar dat de omstandigheden die hebben geleid tot tussentijdse beëindiging zich inmiddels ten goede hebben gekeerd. Dit is voor de rechtbank aanleiding om toch een voorlopige voorziening te treffen in afwachting van de mondelinge behandeling van het verzoek om een moratorium. Aldaar kan dan de wenselijkheid hiervan nader onderzocht worden met toepassing van hoor en wederhoor.

5.Stukken waarop deze beschikking is gebaseerd

 verzoekschrift van schuldenares met bijlagen.

6.Gevolgen van deze beschikking

  • De rechtbank schorst de uitvoering het ontruimingsvonnis en verlengt de huurovereenkomst tussen partijen. De verhuurder mag de woning dus niet ontruimen.
  • De rechtbank bepaalt dat de schorsing alleen geldt zolang schuldenares de lopende huur tijdig en volledig betaalt.
  • De rechtbank bepaalt dat de schorsing in ieder geval vervalt op het moment dat het verzoek tot moratorium wordt ingetrokken of dat een beslissing daarover is gegeven.
  • De rechtbank verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

7.Mogelijkheden om deze beschikking aan te vechten

Deze uitspraak kan binnen drie maanden na de uitspraakdatum worden aangevochten bij het gerechtshof Amsterdam. Dit kan alleen met behulp van een advocaat.
De griffier De rechter