In deze zaak heeft de rechtspersoon AirHelp Germany GmbH, gevestigd te Berlijn, een vordering ingesteld tegen British Airways Plc, gevestigd te Harmondsworth, naar aanleiding van een annulering van een vlucht. De passagier had een vervoersovereenkomst gesloten met de vervoerder voor een vlucht van Amsterdam naar Chennai via Londen op 18 maart 2023. De vervoerder heeft de vlucht BA429 geannuleerd, waarna de passagier is omgeboekt naar een alternatieve vlucht. AirHelp vordert compensatie van € 600,00 op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie voorschrijft bij annulering van vluchten. De vervoerder betwist de vordering en stelt dat er aanleiding is om het compensatiebedrag met 50% te verminderen, wat AirHelp niet heeft betwist. De kantonrechter heeft vastgesteld dat hij bevoegd is en dat de handtekening op de akte van cessie overeenkomt met die van de passagier, waardoor het niet-ontvankelijkheidsverweer van de vervoerder faalt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat AirHelp recht heeft op een compensatie van € 300,00, vermeerderd met wettelijke rente, maar heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter S.N. Schipper op 30 april 2025.