ECLI:NL:RBNHO:2025:5643

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 mei 2025
Publicatiedatum
22 mei 2025
Zaaknummer
11155624 \ CV EXPL 24-1629
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van oneerlijk beding in algemene voorwaarden en toewijzing van hoofdsom en wettelijke rente

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is op 22 mei 2025 een verstekvonnis uitgesproken in de zaak tussen Huis & Comfort B.V. en een niet verschenen gedaagde partij. De eisende partij, Huis & Comfort B.V., heeft in een tussenvonnis van 27 maart 2025 de gelegenheid gekregen om zich uit te laten over de oneerlijkheid van een beding in de algemene voorwaarden. De kantonrechter heeft in het tussenvonnis geoordeeld dat artikel 14 van de algemene voorwaarden oneerlijk is, met betrekking tot de buitengerechtelijke incassokosten. De eisende partij heeft zich vervolgens gerefereerd aan dit oordeel, waarop de kantonrechter heeft besloten om artikel 14 te vernietigen.

De kantonrechter heeft de gevorderde hoofdsom en wettelijke rente toegewezen, aangezien deze vorderingen niet onrechtmatig of ongegrond zijn. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn echter afgewezen. De gedaagde partij is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten vergoeden, met uitzondering van de kosten voor de akte die voor rekening van de eisende partij blijven. De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 164,28, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de proceskosten vastgesteld op een totaal van € 283,54. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de overige vorderingen zijn afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 11155624 \ CV EXPL 24-1629
Uitspraakdatum: 22 mei 2025
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
Huis & Comfort B.V.
te Maastricht
de eisende partij
gemachtigde: [gemachtigde]
tegen
[gedaagde]
te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De procedure

1.1.
Bij tussenvonnis van 27 maart 2025 (hierna: het tussenvonnis) is de eisende partij in de gelegenheid gesteld om zich bij akte uit te laten over het voorshands uitgesproken oordeel over de oneerlijkheid van een beding in de algemene voorwaarden. De eisende partij heeft ter uitvoering van dat tussenvonnis een akte genomen. Voor zover zij in deze akte heeft gereageerd op andere gedeelten van het tussenvonnis, zal de kantonrechter hieraan voorbijgaan.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De eisende partij heeft aangegeven zich te refereren aan het voorshands uitgesproken oordeel over de oneerlijkheid van artikel 14 van de algemene voorwaarden. De kantonrechter ziet geen aanleiding om daar anders over te oordelen dan in het tussenvonnis is overwogen. Gelet op het voorgaande vernietigt de kantonrechter artikel 14 van de algemene voorwaarden, voor zover dit beding betrekking heeft op de buitengerechtelijke incassokosten.
Wat is toewijsbaar?
2.2.
De gevorderde hoofdsom en wettelijke rente worden toegewezen, omdat deze vorderingen de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden gelet op het voorgaande afgewezen.
Proceskosten
2.3.
De gedaagde partij wordt (overwegend) in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten voor de genomen akte blijven echter voor rekening van de eisende partij, omdat het aan haarzelf te wijten is dat het nodig was deze akte op te stellen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 164,28, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 152,99 vanaf 10 juni 2024, tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 113,54;
griffierecht € 130,00;
salaris gemachtigde € 40,00;
3.3.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Woerdman en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter