ECLI:NL:RBNHO:2025:5706

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 mei 2025
Publicatiedatum
23 mei 2025
Zaaknummer
C/15/364697 / KG ZA 25-253
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen van de Verwantenraad inzake sluiting zorglocatie Merakel door Esdégé-Reigersdaal

In deze zaak heeft de Verwantenraad van de locatie Merakel, een cliëntenraad voor zorginstelling Esdégé-Reigersdaal, een kort geding aangespannen tegen de sluiting van de zorglocatie per 19 mei 2025. De Verwantenraad vorderde schorsing van het besluit tot sluiting en continuering van de zorg tot 1 september 2025. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van de Verwantenraad moeten worden afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Verwantenraad geen partij is bij de zorgovereenkomsten die individuele cliënten met Esdégé-Reigersdaal hebben gesloten en daarom niet kan opkomen tegen de beëindiging daarvan. De voorzieningenrechter erkende dat Esdégé-Reigersdaal de medezeggenschap van de Verwantenraad had moeten respecteren, maar concludeerde dat dit niet zou leiden tot vernietiging van het besluit tot sluiting. De voorzieningenrechter weegt de belangen van de cliënten en de zorginstelling en concludeert dat Esdégé-Reigersdaal in redelijkheid tot het besluit tot sluiting heeft kunnen komen, gezien de onhoudbare situatie en het personeelstekort. De vorderingen van de Verwantenraad zijn afgewezen en de proceskosten zijn vastgesteld op nihil.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: C/15/364697 / KG ZA 25-253
Vonnis in kort geding van 15 mei 2025
in de zaak van
DE LOKALE VERWANTENRAAD VAN DE LOCATIE MERAKELvan Stichting Esdégé-Reigersdaal,
te Lutjebroek,
eisende partij,
hierna te noemen: de Verwantenraad,
advocaten: mr. J.I. Eijpe, mr. T.A.M. van den Ende en mr. I.L.D. Mouthaan,
tegen
STICHTING ESDÉGÉ-REIGERSDAAL,
te Heerhugowaard,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Esdégé-Reigersdaal,
advocaat: mr. M.F. van der Mersch.
De zaak in het kort
De Verwantenraad kan zich niet vinden in de sluiting van zorglocatie Merakel in Lutjebroek per 19 mei 2025. De Verwantenraad eist dat dit besluit van Esdégé-Reigersdaal wordt geschorst en dat de zorg wordt gecontinueerd tot in ieder geval 1 september 2025. Daarnaast eist de Verwantenraad Esdégé-Reigersdaal te gebieden een deugdelijke invulling te geven aan de zorgplicht om passende zorg voor de betrokken cliënten te arrangeren.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de vorderingen van de Verwantenraad moeten worden afgewezen. De Verwantenraad kan in deze procedure niet opkomen tegen de beëindiging van de zorg- en dienstverleningsovereenkomsten die individuele cliënten met Esdégé-Reigersdaal hebben gesloten. Dat kunnen alleen deze cliënten (of hun wettelijke vertegenwoordigers) zelf doen. Wat de medezeggenschap van de Verwantenraad betreft volgt de voorzieningenrechter het standpunt van de Verwantenraad dat Esdégé-Reigersdaal haar om advies had moeten vragen over het vervroegen van de datum van sluiting van 1 september 2025 naar 19 mei 2025. Echter, onvoldoende aannemelijk is dat dit in een bodemprocedure tot vernietiging van het besluit tot vervroegde sluiting leidt. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft Esdégé-Reigersdaal bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot dit besluit kunnen komen en niet onrechtmatig gehandeld jegens de Verwantenraad. Er is daarom geen aanleiding om het besluit te schorsen en Esdégé-Reigersdaal te veroordelen de zorg in Merakel tot 1 september 2025 voort te zetten. Verder is de vordering met betrekking tot de invulling van de zorgplicht te onbepaald om voor toewijzing in aanmerking te komen. Die vordering betreft bovendien de zorgplicht van Esdégé-Reigersdaal voor individuele cliënten waarvan de Verwantenraad in deze procedure geen nakoming kan vragen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 1 mei 2025 met 25 producties,
- de brief van Esdégé-Reigersdaal van 11 mei 2025 met 7 producties,
- de mondelinge behandeling van 13 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota’s van de Verwantenraad en Esdégé-Reigersdaal.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft, zoals was aangekondigd op de mondelinge behandeling, op 15 mei 2025 een zogenoemd “kop-staart-vonnis” gewezen met enkel de beslissing. Dit is de uitwerking daarvan, afgegeven op 27 mei 2025.

2.De feiten

2.1.
Esdégé-Reigersdaal is een instelling die ondersteuning, behandeling en verblijf biedt aan mensen met niet aangeboren hersenletsel, een verstandelijke beperking en/of een lichamelijke beperking. Esdégé-Reigersdaal verleent de zorg vanuit verschillende locaties in Noord-Holland Noord. Esdégé-Reigersdaal verleent daarnaast ambulante ondersteuning bij cliënten thuis.
2.2.
Merakel is sinds 2021 een zorglocatie van Esdégé-Reigersdaal in Lutjebroek. Merakel is gevestigd in een oude pastorie en in een oud schoollokaal [naam 2] . Merakel biedt (een combinatie van) verschillende vormen van hulp en ondersteuning aan kinderen en jongeren met een verstandelijke en/of meervoudige beperking (hierna ook: de cliënten). Het gaat om logeeropvang (alleen in de pastorie), (deeltijd)wonen, dagbesteding en diverse vormen van opvang na schooltijd, in het weekend en in de vakanties. Dankzij deze ondersteuningsmogelijkheden kunnen de cliënten met een complexe ondersteuningsvraag thuis blijven wonen.
2.3.
De zorg wordt gefinancierd door het zorgkantoor (Zorg in Natura) of op basis van een Persoonsgebonden Budget of een beschikking van de gemeente op grond van de Jeugdwet. Met alle cliënten (of hun wettelijk vertegenwoordigers) heeft Esdégé-Reigersdaal een zorg- en dienstverleningsovereenkomst (hierna: zorgovereenkomst) gesloten.
2.4.
De afgelopen jaren maakten gemiddeld zo’n 40 à 50 kinderen en jongvolwassenen gebruik van de zorg en ondersteuning op de locatie Merakel. De zorg werd verleend door een vast team van ongeveer tien eindverantwoordelijke medewerkers, aangevuld met zorgstudenten/(assistent) begeleiders, huishoudelijke ondersteuners en medewerkers uit een flexpool. Er worden wekelijks 54 diensten ingevuld.
2.5.
De Verwantenraad is een cliëntenraad in de zin van artikel 3 van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (Wmcz) voor de locatie Merakel.
2.6.
Esdégé-Reigersdaal heeft in haar nieuwsbrief van juli 2023 de ouders, verwanten en andere betrokkenen van Merakel geïnformeerd over het feit dat het pand niet meer voldoet: de fysieke belasting voor medewerkers is hoog en de indeling van het pand zorgt ervoor dat er onvoldoende zichtlijnen zijn. Daarom heeft Esdégé-Reigersdaal besloten om te gaan herhuisvesten. Verschillende opties zijn vervolgens de revue gepasseerd.
2.7.
In oktober 2024 was er nog geen geschikte locatie voor herhuisvesting gevonden. Op 9 oktober 2024 heeft Esdégé-Reigersdaal de ouders/verzorgers en de Verwantenraad bericht dat het besluit is genomen te stoppen met het logeren op zolder van de pastorie en dat er uitsluitend nog overnacht kon worden in het pand als er twee slaapdiensten aanwezig zouden zijn.
2.8.
Op 8 november 2024 heeft Esdégé-Reigersdaal een bijeenkomst georganiseerd voor de ouders/verzorgers, de Verwantenraad, de Ondernemingsraad van Esdégé-Reigersdaal en de betrokken clustermanagers. Daarin heeft Esdégé-Reigersdaal haar voornemen meegedeeld om Merakel te sluiten op 31 maart 2025 vanwege de verouderde staat van het pand en de ongeschiktheid van de indeling van het pand voor de geboden zorg. Er zijn daarna nogmaals (tevergeefs) pogingen gedaan om een andere locatie te vinden. Ouders/verzorgers van de cliënten en de Verwantenraad hebben ook suggesties gedaan voor het vinden van een oplossing voor de herhuisvesting. Verder is er door Esdégé-Reigersdaal een brandbrief toegezonden aan gemeenten in West-Friesland om mee te onderzoeken of er in de regio mogelijk toch nog een locatie beschikbaar is of beschikbaar te maken.
2.9.
Op 2 december 2024 heeft Esdégé-Reigersdaal de Verwantenraad gevraagd om te adviseren over haar voorgenomen besluit om het pand van Merakel per 1 juli 2025 te sluiten. Op 4 december 2024 zijn de medewerkers en ouders/verzorgers ingelicht.
2.10.
De Verwantenraad heeft op 30 december 2024 onder meer geadviseerd de zorgverlening in Merakel tot uiterlijk 1 september 2026 voort te laten duren. Op 27 januari 2025 heeft Esdégé-Reigersdaal op basis van de adviezen van de Ondernemingsraad van Esdégé-Reigersdaal en de Verwantenraad besloten de sluitingsdatum te verplaatsen naar 1 september 2025, zodat er in de zomervakantie nog opvang zou kunnen plaatsvinden.
2.11.
Op een informatiebijeenkomst op 5 februari 2025 en met een brief van diezelfde datum aan de ouders/verzorgers van de cliënten van Merakel heeft Esdégé-Reigersdaal de definitieve sluiting per 1 september 2025 toegelicht. In de periode daarna heeft Esdégé-Reigersdaal met medewerkers van Merakel gesprekken gevoerd. Bij brief van 14 februari 2025 heeft Esdégé-Reigersdaal de ouders/verzorgers bericht over afschaling van de ondersteuning in Merakel vanaf 1 maart 2025 op basis van capaciteit.
2.12.
Op 3 maart 2025 heeft de jaarlijkse controle plaatsgevonden van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord ten aanzien van de brandveiligheid van het pand. In het opgemaakte rapport is vermeld dat de constateringen van toezicht niet hoeven te worden opgelost in verband met het tijdelijke gebruik van Merakel tot 19 mei 2025.
2.13.
Bij brief/e-mail van 19 maart 2025 heeft Esdégé-Reigersdaal de ouders/verzorgers individueel bericht over het door haar genomen besluit dat Merakel op 19 mei 2025 wordt gesloten en dat de zorgovereenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden wordt beëindigd. Esdégé-Reigersdaal heeft daarbij aangegeven zich via haar zorgbemiddelaars in te spannen voor het vinden van mogelijke alternatieven voor de cliënten van Merakel.
2.14.
Bij brief van 21 maart 2025 heeft de Verwantenraad aangegeven zich niet te kunnen vinden in het besluit. Esdégé-Reigersdaal heeft bij brieven van 27 maart 2025 en 4 april 2025 gereageerd en aangeboden met de Verwantenraad in gesprek te gaan. Op dit aanbod is de Verwantenraad ingegaan.
2.15.
Esdégé-Reigersdaal zoekt (nog steeds) met een team van medewerkers naar alternatieve plekken voor alle cliënten van Merakel. Er zijn inmiddels volledige en gedeeltelijke alternatieven gevonden, maar nog niet voor iedereen is er zicht op een plek. Zo is er onder meer voor de logeeropvang voor 23 cliënten nog geen oplossing gevonden.

3.Het geschil

3.1.
De Verwantenraad vordert - samengevat - dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Esdégé-Reigersdaal gebiedt de uitvoering van het besluit van 19 maart 2025 om de zorgverlening in Merakel per 19 mei 2025 te beëindigen, te schorsen;
II. Esdégé-Reigersdaal gebiedt de zorg ten behoeve van de cliënten die zorg ontvangen in Merakel te continueren tot in ieder geval 1 september 2025;
III. Esdégé-Reigersdaal gebiedt deugdelijke invulling te geven aan de zorgplicht passende zorg te arrangeren voor de cliënten die de Verwantenraad vertegenwoordigt;
IV. althans een dusdanige voorziening treft die de voorzieningenrechter in goede justitie geraden acht;
V. Esdégé-Reigersdaal veroordeelt in de (na)kosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
De Verwantenraad legt aan de vorderingen, samengevat, het volgende ten grondslag.
3.2.1.
Het besluit tot vroegtijdige beëindiging is niet in lijn genomen met de voorwaarden voor het beëindigen van een zorgovereenkomst. Esdégé-Reigersdaal heeft namelijk in strijd met de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) en de richtlijn ‘Niet-aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst’ van de artsenfederatie KNMG (hierna: de KNMG-richtlijn) niet de vereiste zorgvuldigheidseisen in acht genomen. Daardoor is Esdégé-Reigersdaal gehouden de zorgverlening aan de cliënten in Merakel te continueren tot in ieder geval 1 september 2025 en op adequate wijze invulling te geven aan de zorgplicht op grond van de Wgbo, de Jeugdwet en de KNMG-richtlijn.
3.2.2.
Esdégé-Reigersdaal heeft verder in strijd met de Wmcz en haar eigen Medezeggenschap Regeling van april 2022 (hierna: de Medezeggenschap Regeling) geen advies aan de Verwantenraad gevraagd over het (plotselinge) besluit tot vervroegde sluiting. Door dit nalaten heeft Esdégé-Reigersdaal het gerechtvaardigd vertrouwen dat bij de Verwantenraad was gewekt - op basis van het besluit van 5 februari 2025 en mededelingen van de zijde van Esdégé-Reigersdaal - dat de zorgverlening niet vóór 1 september 2025 beëindigd zou worden, ernstig geschaad. Daarmee heeft Esdégé-Reigersdaal onrechtmatig jegens de Verwantenraad gehandeld.
3.3.
Esdégé-Reigersdaal voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van de Verwantenraad in de kosten van deze procedure. Volgens Esdégé-Reigersdaal is er geen juridische grondslag voor toewijzing van de vorderingen. Daartoe voert zij, samengevat, het volgende aan.
3.3.1.
De Verwantenraad is geen partij bij de zorgovereenkomsten die individuele cliënten met Esdégé-Reigersdaal hebben gesloten. De Verwantenraad vertegenwoordigt individuele cliënten ook niet. De Verwantenraad kan daarom niet opkomen tegen de beëindiging van deze zorgovereenkomsten. Bovendien vraagt de beoordeling van de rechtmatigheid van de beëindiging van de zorgovereenkomsten, gezien de complexiteit van elke individuele cliënt, om een intensieve bespreking per individuele casus. Dat is gezien de wijze waarop de Verwantenraad het kort geding heeft ingestoken niet mogelijk.
3.3.2.
Esdégé-Reigersdaal voert verder aan dat zij zich voldoende heeft ingespannen om alternatieven voor zorg te vinden en dat zij die inspanningen ook na 19 mei 2025 zal voortzetten. Continuering van de zorg in Merakel is volgens haar niet mogelijk. Er is als gevolg van sneller personeelsverloop dan verwacht, geen personeel (te krijgen) om die zorg te blijven leveren, aldus Esdégé-Reigersdaal.
3.3.3.
Voor zover het geschil de medezeggenschap betreft voert Esdégé-Reigersdaal aan dat de voorzieningenrechter niet bevoegd is daarover een oordeel te geven. De Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden is op grond van de Wmcz en de Medezeggenschap Regeling bevoegd om van dit soort geschillen kennis te nemen. Subsidiair betwist Esdégé-Reigersdaal dat zij niet heeft voldaan aan de verplichtingen uit de Wmcz en de Medezeggenschap Regeling. Esdégé-Reigersdaal heeft de adviesprocedure in de Wmcz gevolgd. Een nieuw adviestraject had volgens Esdégé-Reigersdaal geen zin op het moment dat zij niet anders kon dan de sluitingsdatum vervroegen. De Verwantenraad is wel steeds op de hoogte gesteld en betrokken geweest in overleggen, aldus Esdégé-Reigersdaal.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Bevoegdheid van de voorzieningenrechter

4.1.
De voorzieningenrechter acht zich bevoegd om kennis te nemen van het (gehele) geschil. In artikel 8 van de Medezeggenschap Regeling is bepaald dat geschillen over de uitvoering van de Medezeggenschap Regeling en de Wmcz
kunnenworden voorgelegd aan de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uit deze regeling noch uit (artikel 14 van) de Wmcz blijkt dat de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden ten aanzien van die geschillen een exclusieve beslissingsbevoegdheid heeft. De voorzieningenrechter gaat daarom aan het bevoegdheidsverweer van Esdégé-Reigersdaal voorbij.
Juridisch kader kort geding
4.2.
Een vordering in kort geding kan worden toegewezen als de partij die de voorziening vraagt hierbij zoveel spoed heeft dat die partij de uitkomst van een (gewone) bodemprocedure niet hoeft af te wachten.
4.3.
Niet in geschil is dat de Verwantenraad bij de in kort geding gevorderde voorlopige voorzieningen een spoedeisend belang heeft. De vorderingen richten zich immers tegen het besluit van Esdégé-Reigersdaal tot vervroegde sluiting van Merakel per 19 mei 2025 en de Verwantenraad stelt dat door dit besluit de continuïteit van de zorglevering voor de cliënten die zij vertegenwoordigt direct wordt bedreigd.
4.4.
De voorzieningenrechter zal hierna de door de Verwantenraad aangevoerde grondslagen bespreken en beoordelen of vooruitlopend op een bodemprocedure toewijzing van de door de Verwantenraad gevorderde geboden (genoemd onder 3.1.) gerechtvaardigd is. Daarbij is van belang of de vorderingen in de bodemprocedure een kans van slagen hebben. Als uitgangspunt geldt dat in deze kort geding procedure geen plaats is voor bewijslevering.
Beëindiging zorgovereenkomsten
4.5.
De Verwantenraad stelt dat schorsing van het sluitingsbesluit gerechtvaardigd is, omdat de beëindiging van de zorgovereenkomsten niet rechtsgeldig heeft plaatsgevonden. Volgens de Verwantenraad heeft Esdégé-Reigersdaal in strijd gehandeld met de Wgbo en de KNMG-richtlijn door bij haar besluit tot vervroegde sluiting de (in de rechtspraak ontwikkelde) zorgvuldigheidseisen niet in acht te nemen. Zo is de aangehouden opzegtermijn - die van zes maanden eenzijdig naar twee maanden is verkort - geen redelijke termijn voor de ouders, gelet op de zeer complexe zorgvraag van de cliënten die in Merakel verblijven en alle wachtlijsten in de regio. Daarnaast heeft Esdégé-Reigersdaal onvoldoende haar medewerking verleend bij het zoeken van passende zorg elders: voor meer dan de helft van de cliënten in Merakel heeft zij nog geen passende alternatieve zorg gevonden. Verder volgt uit de zorgvuldigheidseisen dat, zolang die zorg er elders niet is, Esdégé-Reigersdaal de zorgverlening aan de cliënten in Merakel moet voortzetten, aldus de Verwantenraad.
4.6.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de Verwantenraad in dit kort geding niet kan opkomen tegen de beëindiging van de zorgovereenkomsten, zoals Esdégé-Reigersdaal terecht aanvoert. Het gaat om overeenkomsten die tussen Esdégé-Reigersdaal en (wettelijk vertegenwoordigers van) cliënten in Merakel zijn gesloten. Daarbij is de Verwantenraad geen partij. De Verwantenraad vertegenwoordigt individuele cliënten ook niet en evenmin hun individuele belangen. Uit de Wmcz en de Medezeggenschap Regeling volgt dat de Verwantenraad als cliëntenraad de (specifieke)
gemeenschappelijkebelangen van de betrokken cliënten behartigt.
4.7.
Om de rechtsgeldigheid van de beëindiging van de zorgovereenkomsten, in het bijzonder van de door Esdégé-Reigersdaal gehanteerde opzegtermijn van twee maanden, te kunnen beoordelen moet bovendien per cliënt van Merakel de individuele casuïstiek voorhanden zijn. De invulling van de zorgplicht van Esdégé-Reigersdaal kan namelijk per cliënt, die elk een eigen zorgvraag en -behoefte heeft, verschillen. In dit geval ontbreekt
- naast schriftelijke toestemming - (medische) informatie van de betrokken cliënten over de aard en duur van hun zorgrelatie met Esdégé-Reigersdaal en over hun (zorg)afhankelijke positie. Zonder die informatie kan de voorzieningenrechter geen rekening houden met alle individuele omstandigheden van het geval. Daarmee kan hij dus niet beoordelen of de aangehouden opzegtermijn van twee maanden op zijn plaats is en of Esdégé-Reigersdaal voor de betrokken cliënt op toereikende wijze invulling heeft gegeven aan haar (uit de zorgvuldigheidseisen voortvloeiende) inspanningsverplichting bij het zoeken naar een passende zorg elders en bij het verlenen van noodzakelijke hulp na 19 mei 2025 voor de betrokken gezinnen. Anders dan de Verwantenraad kennelijk veronderstelt kan die beoordeling niet in algemene zin worden gemaakt.
4.8.
De voorzieningenrechter concludeert daarom dat deze grondslag niet tot toewijzing van de gevorderde voorlopige voorzieningen kan leiden.
Handelen in strijd met de Wmcz en de Medezeggenschap Regeling
4.9.
De Verwantenraad grondt haar vorderingen verder op de stelling dat Esdégé-Reigersdaal het besluit tot beëindiging van de zorgverlening per 19 mei 2025 in strijd met de Wmcz en de Medezeggenschap Regeling heeft genomen door geen advies van de Verwantenraad in te winnen. Esdégé-Reigersdaal voert daartegenover aan dat zij overeenkomstig de Wmcz heeft gehandeld en tijdig een adviestraject heeft gevolgd. Het had volgens haar geen zin om in maart 2025 een nieuw adviestraject in te gaan, omdat het advies van de Verwantenraad niet anders zou luiden dan het al eerder uitgebrachte advies en Esdégé-Reigersdaal daarvan ook mag afwijken. Er was bovendien, gezien de spoedeisende ontwikkelingen, geen tijd om een nieuw advies af te wachten, aldus Esdégé-Reigersdaal.
4.10.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Vaststaat dat Esdégé-Reigersdaal de Verwantenraad - overeenkomstig artikel 7 lid 1 onder d van de Wmcz en artikel 4.3 onder f van de Medezeggenschap Regeling - in de gelegenheid heeft gesteld om advies uit te brengen over haar voorgenomen besluit om de zorg in Merakel per 1 juli 2025 te gaan beëindigen. De Verwantenraad heeft op 30 december 2024 geadviseerd de zorgverlening in Merakel tot uiterlijk 1 september 2026 voort te laten duren. Esdégé-Reigersdaal heeft vervolgens op 27 januari 2025 besloten de sluitingsdatum te verplaatsen naar 1 september 2025. Op 19 maart 2025 werd de Verwantenraad per e-mail ingelicht over het besluit van Esdégé-Reigersdaal om de sluitingsdatum te vervroegen naar 19 mei 2025. Esdégé-Reigersdaal heeft ten aanzien van dit nieuwe besluit geen advies ingewonnen bij de Verwantenraad. Met de Verwantenraad is de voorzieningenrechter van oordeel dat dit, gelet op de ingrijpende aard en grote impact van het besluit op (de gezinnen van) de cliënten, wel had gemoeten op grond van de Wmcz en de Medezeggenschap Regeling. Het besluit gaat immers om de beëindiging van de zorgverlening, zoals bedoeld in artikel 7 lid 1 onder d van de Wmcz en artikel 4.3 onder f van de Medezeggenschap Regeling. De redenen die Esdégé-Reigersdaal naar voren heeft gebracht om dat niet te doen, zijn ontoereikend om van het adviestraject af te kunnen zien. Esdégé-Reigersdaal had bijvoorbeeld om dringende redenen een verkorte adviestermijn aan de Verwantenraad kunnen geven.
Gevolgen
4.11.
Hoewel Esdégé-Reigersdaal ten onrechte het adviestraject voor het besluit tot vervroegde sluiting heeft genegeerd, acht de voorzieningenrechter niet aannemelijk dat dit in een bodemprocedure tot vernietiging van dit besluit zal leiden. Niet kan worden gezegd dat Esdégé-Reigersdaal de medezeggenschap geheel heeft veronachtzaamd. Zij heeft na 19 maart 2025 meerdere malen met de Verwantenraad overleg gehad, waarbij de voortgang van de processen is besproken, argumenten zijn uitgewisseld en de Verwantenraad in de gelegenheid is geweest adviezen te geven en haar invloed uit te oefenen. Ook leidt een inhoudelijke beoordeling, waarbij de rechter volgens vaste rechtspraak terughoudendheid past, er niet toe dat Esdégé-Reigersdaal bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid en naar billijkheid tot het besluit tot vervroegde sluiting van Merakel per 19 mei 2025 heeft kunnen komen. Dit oordeel licht de voorzieningenrechter hierna toe.
Weging van belangen
4.12.
De Verwantenraad heeft de volgende argumenten tegen het besluit tot sluiting per 19 mei 2025 naar voren gebracht:
- Het is in het belang van de kinderen die bij Merakel verblijven en hun ouders/verzorgers dat Merakel (in het bijzonder de logeeropvang) tot 1 september 2025 openblijft, zodat de zomerperiode wordt overbrugd en overbelasting van de gezinnen thuis wordt voorkomen. Het is voor de betrokken gezinnen namelijk stressvol en uitdagend als deze kinderen, die vaak niet zelfstandig kunnen spelen en gebaat zijn bij structuur, tijdens de vakantieperiode thuis zijn.
- Esdégé-Reigersdaal heeft het personeelstekort zelf veroorzaakt. Door personeel elders in te zetten doet Esdégé-Reigersdaal aan ‘self fulfilling prophecy’.
- Een grote organisatie als Esdégé-Reigersdaal moet het personeelstekort kunnen oplossen en passende zorg aan de cliënten van Merakel kunnen bieden.
- Esdégé-Reigersdaal (de heer [naam 1] , Raad van Bestuur) heeft de garantie gegeven dat er koste wat het kost tot 1 september 2025 personeel zou zijn voor de zorgverlening in Merakel.
- Van een verbod van de Veiligheidsregio om na 19 mei 2025 in het pand te verblijven is geen sprake.
4.13.
De argumenten van Esdégé-Reigersdaal om Merakel per 19 mei 2025 te sluiten houden het volgende in:
- Het openhouden van Merakel in de periode van 19 mei 2025 tot 1 september 2025 kan niet wegens personeelsgebrek en ongeschiktheid van het pand.
- Na het eerste besluit tot sluiting is in februari 2025 sneller dan verwacht personeel van Merakel vertrokken, ondanks de gegeven baangarantie. Er is intern succesvol op vacatures bij andere locaties van Esdégé-Reigersdaal gesolliciteerd en er zijn medewerkers overgestapt naar externe werkgevers. In maart 2025 waren er van het vaste team van tien medewerkers nog vier over (inclusief clustermanager), die allen na 19 mei 2025 op andere locaties van Esdégé-Reigersdaal (moeten) worden ingezet. Het personeel kan niet worden gedwongen bij Merakel te blijven.
- Door de complexiteit van de zorgvragen en de verschillende typen zorg en ondersteuning die via Merakel wordt afgenomen is het zeer lastig om in de regio vast en goed opgeleid personeel te vinden. Als Esdégé-Reigersdaal personeel weghaalt bij andere locaties, ontstaat daar een acuut probleem met de veiligheid en kwaliteit van de zorg.
- De zorgverlening op Merakel is niet meer te organiseren. Inzet van flexwerkers kan alleen als er voldoende (eindverantwoordelijk) personeel is, wat nu niet het geval is.
- De locatie is al jaren niet veilig. Onder veel voorwaarden, waaronder extra slaapdiensten, is de Veiligheidsregio akkoord gegaan met verblijf in het pand tot 19 mei 2025. Er is geen toestemming van de Veiligheidsregio om na 19 mei 2025 in het pand te verblijven.
- Voor de logeervoorziening is van belang dat de gemeente het contract heeft beëindigd vanaf 1 juli 2025 voor de financiering van de jeugdhulp.
Bij die stand van zaken vindt Esdégé-Reigersdaal het niet verantwoord (en zelfs onmogelijk) om de zorg in Merakel tot 1 september 2025 te continueren. Volgens Esdégé-Reigersdaal staat zij met de rug tegen de muur en kon zij niet anders dan besluiten de zorg in Merakel eerder te beëindigen, nadat overgebleven medewerkers aan de bel trokken over de onhoudbare situatie en niet meer kon worden ingestaan voor de kwaliteit van de zorg in Merakel.
4.14.
De voorzieningenrechter heeft die wederzijdse belangen af te wegen. Hij komt tot het oordeel dat de door Esdégé-Reigersdaal aangedragen argumenten het besluit kunnen dragen, ook afgewogen tegen de door de Verwantenraad aangevoerde belangen. Voldoende aannemelijk is dat Esdégé-Reigersdaal de benodigde zorg voor de betrokken cliënten na 19 mei 2025 niet langer kan bieden op locatie Merakel. Daarbij is van belang dat de zorgvragen en -behoeften van de verschillende cliënten complex zijn. Sommige cliënten ontvangen ook meerdere typen zorg en ondersteuning bij Merakel. Verder heeft Esdégé-Reigersdaal toegelicht dat de inzet van medewerkers en hun expertise, zoals bijvoorbeeld een verpleegkundige, afhankelijk is van welke cliënten op dat moment aanwezig zijn. Dit maakt dat bij personeelstekort zoals nu aan de orde, niet eenvoudigweg personeel kan worden betrokken van andere locaties van Esdégé-Reigersdaal of van de flexpool. Dat personeel kent de kinderen niet (of kort) en naast onrust brengt dat ook grote risico’s met zich ten aanzien van de kwaliteit van de zorg.
4.15.
Er moeten naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende gekwalificeerde en ervaren medewerkers in Merakel aanwezig zijn - ook in de nacht - die niet alleen de eindverantwoordelijkheid voor de zorgverlening kunnen dragen, maar die ook het verouderde pand met slechte zichtlijnen goed kennen zodat er bij calamiteiten en ontruimingen snel en adequaat kan worden gehandeld. Gelet op de complexiteit van de doelgroep van cliënten bij Merakel met elk hun eigen zorgbehoeftes en in aanmerking nemende de ongeschiktheid van het pand is aannemelijk dat het niet realistisch en haalbaar is om dezelfde zorg zoals die de afgelopen maanden was georganiseerd nog een aantal maanden - tot 1 september 2025 - in Merakel te laten verlenen.
4.16.
Ook als ervan uitgegaan wordt dat die zorg (tot 1 september 2025) van de zijde van Esdégé-Reigersdaal op een informatiebijeenkomst op 5 februari 2025 is gegarandeerd, zoals de Verwantenraad stelt, brengt dit nog niet met zich dat Esdégé-Reigersdaal het latere besluit om Merakel per 19 mei 2025 te sluiten, niet heeft mogen nemen. Esdégé-Reigersdaal heeft namelijk voldoende gemotiveerd aangevoerd dat de ontwikkelingen ná 5 februari 2025 noopten tot het nemen van het vervroegde sluitingsbesluit. Hoe begrijpelijk de voorzieningenrechter de zorgen van de Verwantenraad en de ouders/verzorgers van de cliënten, die mogelijk voor grote uitdagingen komen te staan, ook vindt, kan niet worden gezegd dat Esdégé-Reigersdaal bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot dit besluit heeft kunnen komen en onrechtmatig heeft gehandeld jegens de Verwantenraad.
4.17.
Het voorgaande leidt ertoe dat de vorderingen I. en II. moeten worden afgewezen.
Invulling zorgplicht ten aanzien van het arrangeren van passende zorg
4.18.
De Verwantenraad vordert verder om Esdégé-Reigersdaal te gebieden deugdelijke invulling te geven aan de zorgplicht passende zorg te arrangeren voor de cliënten die de Verwantenraad vertegenwoordigt. Deze vordering vindt de voorzieningenrechter te onbepaald om toe te wijzen. Bovendien gaat het om (de nakoming van) de zorgplicht van Esdégé-Reigersdaal voor betrokken cliënten waarvoor de Verwantenraad in deze procedure niet kan opkomen en waarvoor ook onvoldoende feitelijke informatie voorhanden is. De voorzieningenrechter verwijst in dit verband naar wat hij hiervoor onder 4.6. en 4.7. heeft overwogen.
4.19.
De voorzieningenrechter merkt daarbij op dat Esdégé-Reigersdaal heeft aangegeven zich verantwoordelijk te voelen voor de cliënten van Merakel en heeft toegezegd zich, ook na 19 mei 2025, tot het uiterste in te spannen om op individuele basis, in overleg met de ouders/verzorgers, passende alternatieve zorgverlening te vinden. De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat Esdégé-Reigersdaal dit ook zal doen. Als een cliënt (of zijn wettelijke vertegenwoordiger) vindt dat Esdégé-Reigersdaal tekortschiet in haar zorgplicht jegens hem op dat punt, moet hij dat zelf aan de orde stellen.
4.20.
Vordering III. zal daarom ook worden afgewezen. Ook ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding een andere voorziening te treffen, zoals de Verwantenraad onder IV. vordert.
Proceskosten
4.21.
De Verwantenraad is, gelet op het voorgaande, in het ongelijk gesteld en moet daarom in de proceskosten worden veroordeeld. De voorzieningenrechter zal de proceskosten aan de zijde van Esdégé-Reigersdaal op nihil vaststellen. Daartoe overweegt hij het volgende.
4.22.
Uit artikel 6 lid 5 Wmcz volgt dat de kosten van het voeren van rechtsgedingen door een cliëntenraad in beginsel ten laste van de zorgaanbieder komen. Deze bepaling heeft als ratio dat een gebrek aan financiële middelen een cliëntenraad niet moet kunnen verhinderen om op te komen tegen onvoldoende naleving van de wet door de zorgaanbieder. Deze ratio heeft met name betrekking op het geval dat een cliëntenraad de procedure verliest. [1]
Ook de Medezeggenschap Regeling bepaalt in artikel 9 dat bij geschillen de kosten van een cliëntenraad voor rechtsgedingen door Esdégé-Reigersdaal worden betaald als Esdégé-Reigersdaal te voren is geïnformeerd. Dat heeft de Verwantenraad met haar brief van 14 april 2025 gedaan. Gelet hierop ziet de voorzieningenrechter geen reden om een bedrag aan proceskosten voor rekening van de Verwantenraad te laten komen.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen van de Verwantenraad af,
5.2.
veroordeelt de Verwantenraad in de proceskosten, die de voorzieningenrechter aan de zijde van Esdégé-Reigersdaal vaststelt op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. Boots en in het openbaar uitgesproken op 15 mei 2025. De schriftelijke uitwerking is op 27 mei 2025 afgegeven.
ST/NB

Voetnoten

1.vgl. Hoge Raad 16 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2890.