ECLI:NL:RBNHO:2025:5718

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 mei 2025
Publicatiedatum
26 mei 2025
Zaaknummer
11619322 \ VV EXPL 25-45
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegang tot gehuurde woning voor dringende herstelwerkzaamheden in kort geding

In deze zaak heeft Stichting Pré Wonen een kort geding aangespannen tegen Beaufin B.V., die optreedt als bewindvoerder over de goederen van [betrokkene]. De procedure is gestart omdat [betrokkene] niet meewerkte aan noodzakelijke herstelwerkzaamheden aan het gehuurde, een woning in Haarlem, die sinds 3 mei 2022 door [betrokkene] wordt gehuurd. De huurovereenkomst bevat algemene voorwaarden die de verplichtingen van de huurder en verhuurder regelen. Stichting Pré Wonen heeft herhaaldelijk verzocht om toegang tot de woning voor het uitvoeren van reparaties aan een lekkage, maar [betrokkene] en de bewindvoerder hebben hier niet op gereageerd.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Stichting Pré Wonen een spoedeisend belang heeft bij haar vordering, omdat de lekkage ernstige overlast veroorzaakt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering tot toegang tot de woning moet worden toegewezen, aangezien de bewindvoerder geen verweer heeft gevoerd tegen de vordering. Daarnaast is de kantonrechter van mening dat het waarschijnlijk is dat in een bodemprocedure de vordering tot tijdelijke ontruiming zal worden toegewezen, mocht [betrokkene] blijven weigeren mee te werken aan de noodzakelijke werkzaamheden.

De proceskosten zijn toegewezen aan Stichting Pré Wonen, omdat [betrokkene] in het ongelijk is gesteld. De kantonrechter heeft het verzoek van [betrokkene] om de proceskosten op nihil te stellen afgewezen, omdat hij niet heeft meegewerkt aan de herstelwerkzaamheden. Het vonnis is uitgesproken op 2 mei 2025 en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 11619322 \ VV EXPL 25-45
Vonnis in kort geding van 2 mei 2025 (bij vervroeging)
in de zaak van
de stichting,
STICHTING PRE WONEN,
te Haarlem ,
eisende partij,
hierna te noemen: Stichting Pré Wonen,
gemachtigde: mr. R.G. Matti,
tegen
de besloten vennootschap,
BEAUFIN B.V. in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [betrokkene],
te Amsterdam,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [betrokkene],
gemachtigde: mr. M. Heikens.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding 28 maart 2025, met producties,
- de mondelinge behandeling van 29 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Sinds 3 mei 2022 huurt [betrokkene] van Stichting Pré Wonen de woning gelegen aan het adres [adres] te ([postcode] Haarlem (hierna: het gehuurde). Op de huurovereenkomst zijn algemene voorwaarden [1] van toepassing verklaard.
2.2.
De goederen van de heer [betrokkene] zijn onder bewind gesteld. Beaufin B.V. is de bewindvoerder van [betrokkene].
2.3.
De onderbuurvrouw van [betrokkene] ondervindt al geruime tijd overlast van een lekkage die afkomstig is uit het doucheputje in de woning van [betrokkene]. Wanneer [betrokkene] gebruik maakt van de douche stroomt er bij haar water uit het plafond.
2.4.
Stichting Pré Wonen heeft [betrokkene] herhaaldelijk – onder meer op 18 februari, 20 februari, 3 maart, 7 maart, 10 en 11 maart 2025 – gevraagd om mee te werken aan de reparatie van het doucheputje. [betrokkene] en de bewindvoerder hebben niet op deze verzoeken gereageerd en ook heeft [betrokkene] geen toegang verleend tot de woning voor de uitvoering van de werkzaamheden.

3.Het geschil

3.1.
Stichting Pré Wonen vordert dat [betrokkene] wordt veroordeeld om toegang tot de woning te verschaffen voor het uitvoeren van de werkzaamheden.
3.2.
Stichting Pré Wonen legt aan haar vordering ten grondslag dat [betrokkene] op grond van de wet en de algemene voorwaarden [2] de gelegenheid moet geven om dringende werkzaamheden in het gehuurde uit te laten voeren. Ondanks herhaalde verzoeken werkt [betrokkene] hier niet aan mee.
3.3.
[betrokkene] voert verweer tegen de proceskosten. Voor het overige refereert [betrokkene] aan het oordeel van de kantonrechter.

4.De beoordeling

De formele procespartij
4.1.
De kantonrechter stelt voorop dat een vordering die een persoon betreft wiens goederen onder bewind zijn gesteld, moet worden ingesteld tegen de bewindvoerder ter zake van kwesties die de onder het bewind gestelde goederen betreffen. [3] De Hoge Raad heeft geoordeeld [4] dat de uit de huurovereenkomst voortvloeiende rechten goederen zijn in de hiervoor bedoelde zin. Stichting Pré Wonen heeft daarom terecht de bewindvoerder gedagvaard. In het vervolg zal echter over [betrokkene] zelf worden gesproken.
Spoedeisend belang
4.2.
Stichting Pré Wonen heeft een spoedeisend belang bij haar vordering, omdat het gaat om dringend noodzakelijke werkzaamheden die in het gehuurde moeten worden uitgevoerd.
Medewerking verlenen
4.3.
Omdat de bewindvoerder namens [betrokkene] de stellingen van Stichting Pré Wonen niet heeft weersproken en geen bezwaren heeft tegen de vordering, wordt de vordering toegewezen. [betrokkene] moet dus Stichting Pré Wonen en/of door de haar aangewezen derden in de gelegenheid stellen om de werkzaamheden in het gehuurde (lees: het herstel van het doucheputje) uit te (laten) voeren.
Tijdelijke ontruiming
4.4.
Verder overweegt de kantonrechter dat het voldoende waarschijnlijk is dat de rechter in een bodemprocedure de vordering tot een tijdelijke ontruiming met behulp van de deurwaarder zal toewijzen, een en ander indien en voor zover [betrokkene] weigert vrijwillige medewerking te verlenen aan het (doen) verrichten van de hiervoor genoemde werkzaamheden. Stichting Pré Wonen heeft voldoende onderbouwd dat de tijdelijke ontruiming van het gehuurde in dat geval nodig is voor de uitvoering van de werkzaamheden. Dit betekent dat de vordering tot ontruiming met behulp van de deurwaarder zal worden toegewezen, in die zin dat [betrokkene] het gehuurde, indien en voor zover nodig, voor de duur van de uitvoering van de werkzaamheden (te weten twee dagen), moet ontruimen en ontruimd moet houden, zodat Stichting Pré Wonen en/of de door haar aangewezen derden de werkzaamheden kan (laten) uitvoeren.
Proceskosten
4.5.
[betrokkene] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. [betrokkene] heeft verzocht om de proceskosten op nihil te stellen vanwege zijn financiële situatie. Hierbij heeft hij toegelicht dat sprake is van een schuldsaneringstraject en dat geen nieuwe schulden mogen bijkomen. De kantonrechter wijst dit verzoek af en wel om het volgende. Stichting Pré Wonen heeft [betrokkene] en zijn bewindvoerder meermaals in de gelegenheid gesteld (zie r.o. 2.4) om mee te werken aan de werkzaamheden. Zowel [betrokkene] als de bewindvoerder hebben niet op deze verzoeken gereageerd. Stichting Pré Wonen kon hierdoor niets anders dan een kortgedingprocedure aanhangig maken. Dat [betrokkene] in de schuldsanering zit, hoe vervelend ook, maakt dit niet anders. De kantonrechter ziet dan ook geen aanleiding om de proceskosten op nihil te stellen.
4.6.
De proceskosten van Pré Wonen worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
144,47
- griffierecht
135,00
- salaris gemachtigde
543,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
957,47

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Beaufin B.V. in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [betrokkene] om Stichting Pré Wonen of een door Stichting Pré Wonen aangewezen derden toegang tot het gehuurde te verschaffen en te gedogen dat de dringende werkzaamheden – het herstel van het doucheputje - in de woning worden uitgevoerd;
5.2.
veroordeelt Beaufin B.V. in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [betrokkene] in de proceskosten van € 957,47, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [betrokkene] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af;
voorwaardelijk indien niet aan de veroordeling onder 5.1 wordt voldaan:
5.5.
veroordeelt Beaufin B.V. in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [betrokkene] het gehuurde tijdelijk voor de duur van de dringende werkzaamheden de woning (deels) te ontruimen, welke ontruiming zo nodig door de deurwaarder kan worden bewerkstelligd met behulp van de sterke arm conform artikel 558 Rv.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2025.

Voetnoten

1.Algemene Huurvoorwaarden voor zelfstandige woonruimte van 2018.
2.Artikel 7:220 BW en artikel 8.1 van de algemene voorwaarden.
3.Artikel 1:1441 lid 1 BW.
4.Hoge Raad 7 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:525.