Uitspraak
1.De procedure
- het verzoekschrift van [verzoeker] van 20 maart 2025 met 7 producties;
- het verzoekschrift van SAR van 21 maart 2025 met 2 producties;
- het verweerschrift van SAR van 6 mei 2025, met 6 producties;
- aanvullende stukken van SAR van 9 mei 2025;
- aanvullende stukken van [verzoeker] van 14 mei 2025;
- aanvullende stukken van SAR van 14 mei 2025.
- de mondelinge behandeling van 15 mei 2025, waarbij spreekaantekeningen zijn overgelegd door de gemachtigde van [verzoeker] , en waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
See Buy Fly’taxfree-winkels op Schiphol en heeft ongeveer 240 medewerkers in dienst. De klanten van SAR zijn bezoekers van luchthaven Schiphol.
3.Het geschil
watzou zijn gestolen (welke goederen),
waardit zou zijn gebeurd (welke winkel) en
wanneerdit was (behalve dat het op 18 januari 2025 was). Tijdens het confrontatiegesprek is ook niet gezegd wat [verzoeker] zou hebben gestolen. Daarnaast stelt [verzoeker] dat het ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven, nu drie dagen zitten tussen de vermeende diefstal op 18 januari 2025 en het ontslag op 21 januari 2025. Ten slotte heeft SAR geen rekening gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden.
4.De beoordeling van het verzoek
diefstal op 18 januari 2025 te Schiphol’, waarin het OM:
wathij zou hebben gestolen,
waarhij zou hebben gestolen en
wanneerprecies. Volgens SAR is wel voldaan aan het motiveringsvereiste.
oftoekenning van een billijke vergoeding te verzoeken. Aangezien [verzoeker] gemachtigde ter zitting heeft verklaard het primaire verzoek te handhaven en aldus niet te switchen, wordt het subsidiaire verzoek niet beoordeeld.