In deze zaak vorderde de passagier compensatie en vergoeding van meerkosten van een zelf geboekte alternatieve vlucht na de annulering van haar vlucht door de vervoerder, Finnair OYj. De passagier had een vervoersovereenkomst gesloten voor een vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Hong Kong via Helsinki, maar de vervoerder annuleerde de vlucht. De vervoerder betwistte dat de passagier een bevestigde boeking had en voerde aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De kantonrechter oordeelde echter dat het verweer van de vervoerder niet slaagde, omdat hij niet voldoende had aangetoond dat de passagier zelf had afgezien van deelname aan de vlucht voor de annulering. Bovendien had de vervoerder niet alle redelijke maatregelen getroffen om de vertraging te voorkomen, aangezien hij geen alternatieve vlucht had aangeboden. De kantonrechter concludeerde dat de passagier recht had op compensatie en dat de gevorderde meerkosten voor de alternatieve vlucht noodzakelijk, passend en redelijk waren. De vordering van de passagier werd toegewezen, inclusief wettelijke rente en proceskosten.