ECLI:NL:RBNHO:2025:5916

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 juni 2025
Publicatiedatum
28 mei 2025
Zaaknummer
11399578 CV EXPL 24-306
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van koopovereenkomst wegens niet-levering en ondeugdelijkheid van geleverde goederen

In deze zaak hebben eisers op 8 juni 2023 een bankstel gekocht bij Old Inn Wonen voor € 4.000,00, waarvan € 1.700,00 aanbetaald is. Bij de levering op 10 november 2023 bleek de bank incompleet en beschadigd. Old Inn Wonen heeft een nieuwe bank aangeboden en compensatie van € 400,00, wat door eisers is geaccepteerd. Echter, na herhaaldelijke uitstel van de levering van de nieuwe bank hebben eisers op 26 april 2024 de overeenkomst ontbonden en terugbetaling van de koopsom geëist. Old Inn Wonen heeft niet gereageerd op de ingebrekestelling en heeft later aangeboden de bank alsnog te leveren. De kantonrechter heeft geoordeeld dat eisers de overeenkomst rechtsgeldig hebben ontbonden, omdat Old Inn Wonen niet heeft geleverd wat was afgesproken. De kantonrechter heeft Old Inn Wonen veroordeeld tot terugbetaling van € 4.085,00, inclusief wettelijke rente en proceskosten. De vordering van eisers is toegewezen, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zaanstad
Zaaknummer: 11399578 \ CV EXPL 24-3061
Vonnis van 5 juni 2025 (bij vervroeging)
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

te [woonplaats] ,
2.
[eiseres sub 2],
te [woonplaats] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eisers] ,
gemachtigde: AGIN Pranger Gerechtsdeurwaarders Juristen Incassospecialisten,
tegen
OLD INN WONEN B.V.,
te Dirkshorn,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Old Inn Wonen,
vertegenwoordigd door R. van den Oord.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 19 december 2024
- de mondelinge behandeling van 21 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Old Inn Wonen is bij de mondelinge behandeling niet verschenen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisers] hebben op 8 juni 2023 bij Old Inn Wonen een bankstel “Italiano” (hierna: bank) gekocht voor € 4.000,00. Zij hebben toen € 1.700,00 aanbetaald.
Op 8 oktober 2023 hebben zij het restantbedrag van € 2.300,00 betaald.
2.2.
Op 10 november 2023 is een bank geleverd. Bij de aflevering bleek de bank beschadigd en incompleet. Old Inn Wonen heeft 14 november 2023 voorgesteld een nieuwe bank te leveren, dat [eisers] de geleverde bank konden gebruiken tot het nieuwe bankstel geleverd zou worden en dat zij ter compensatie € 400,00 zouden krijgen. Dat voorstel is door [eisers] geaccepteerd en het compensatiebedrag is op 11 december 2023 door Old Inn Wonen aan Van Dorpel c.s. betaald. Op 21 december 2023 hebben [eisers] hun zorgen geuit over de kwaliteit van de stoffering van de geleverde bank.
2.3.
Nadat het moment van levering van de goede bank telkens door Old Inn Wonen werd uitgesteld, hebben [eisers] Old Inn Wonen op 11 april 2024 schriftelijk ingebrekegesteld en gesommeerd de bank uiterlijk op 26 april 2024 te leveren. Old Inn Wonen heeft daar niet op gereageerd. [eisers] hebben daarop de overeenkomst op 26 april 2024 ontbonden met het verzoek tot betaling van € 4.000,00 vóór 3 mei 2024.
2.4.
Op 4 juni 2024 heeft de gemachtigde van [eisers] Old Inn Wonen gemaand om tot terugbetaling van de aankoopsom over te gaan. Old Inn Wonen heeft niet betaald. Zij heeft aangeboden de bank alsnog te leveren.

3.Het geschil

3.1.
[eisers] vorderen - samengevat – dat de kantonrechter voor recht verklaart dat de overeenkomst van 8 juni 2023 tussen partijen op 26 april 2024 rechtsgeldig is ontbonden, subsidiair dat de kantonrechter die overeenkomst ontbindt, met veroordeling van Old Inn Wonen tot (terug-)betaling van een bedrag van € 3.600,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, buitengerechtelijke kosten en de proceskosten.
3.2.
[eisers] leggen aan de vordering ten grondslag dat Old Inn Wonen de overeenkomst niet is nagekomen en ook na de ingebrekestelling de bestelde bank niet heeft geleverd. De overeenkomst is daarom rechtsgeldig ontbonden. De door de ontbinding ontstane verplichting tot ongedaanmaking brengt met zich mee dat de koopsom van € 4.000,00 moet worden terugbetaald. Op haar vordering tot terugbetaling hebben [eisers] de € 400,00 die als tegemoetkoming voor ongemak is betaald in mindering gebracht.
3.3.
Old Inn Wonen voert verweer. Zij voert aan dat zij er alles aan heeft gedaan om te leveren en [eisers] tegemoet te komen, maar dat dit door overmacht wegens problemen bij de leverancier is bemoeilijkt. Zij wijst erop dat daarover in haar algemene voorwaarden ten aanzien van de levertijden een voorbehoud is gemaakt. Old Inn Wonen vindt dat als [eisers] de bank niet meer wilden, zij de bestelling hadden moeten annuleren. Old Inn Wonen biedt nog steeds aan om de bank te leveren. Volgens Old Inn Wonen is de schade bij aflevering van de bank ontstaan als gevolg van de door [eisers] zelf verrichte montage en heeft Old Inn Wonen uit coulance een andere bank besteld en compensatie aangeboden. Dat is geaccepteerd door [eisers] . Volgens Old Inn Wonen ondervindt zij ernstige financiële gevolgen van het niet door gaan van de levering en de terugbetaling.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vraag is of [eisers] de overeenkomst met Old Inn Wonen op goede gronden hebben ontbonden. Die vraag beantwoordt de kantonrechter bevestigend. Dat wordt hierna uitgelegd.
4.2.
Vaststaat dat de in november 2023 geleverde bank incompleet en beschadigd was. Old Inn Wonen heeft daarom voorgesteld een andere bank te bestellen en compensatie voor het ongemak te geven. Gelet op dat voorstel kan de kantonrechter de stelling van Old Inn Wonen dat de bank bij de montage door [eisers] zelf beschadigd is niet goed plaatsen. [eisers] hebben tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat de bank bij het uitladen door Old Inn Wonen gevallen is en dat daardoor schade aan een pootje is ontstaan. Het belangrijkste gebrek aan de bank is echter dat twee van de zes zitelementen niet zijn geleverd. Dat heeft Old Inn Wonen, door niet te verschijnen, onweersproken gelaten.
4.3.
Vervolgens stelt de kantonrechter vast, dat Old Inn Wonen, ondanks diverse toezeggingen, er niet in is geslaagd de bestelde bank alsnog te leveren.
Old Inn Wonen doet een beroep op het in haar algemene voorwaarden opgenomen voorbehoud ten aanzien van de levertijden. Dat beroep slaagt niet, omdat niet is gebleken dat Old Inn Wonen die voorwaarden aan [eisers] heeft verstrekt of dat die eenvoudig te vinden en te raadplegen zijn. [eisers] hebben tijdens de mondelinge behandeling daarover nog gezegd dat hij achteraf op de site van Old Inn Wonen alleen algemene voorwaarden voor de aankoop via de website heeft kunnen vinden. [eisers] hebben Old Inn Wonen in april 2024 nog een duidelijke termijn gesteld waarbinnen de bank moest worden geleverd, maar binnen die termijn is niet geleverd. Old Inn Wonen heeft toen ook niet gereageerd.
4.4.
Naar het oordeel van de kantonrechter hebben [eisers] terecht de overeenkomst ontbonden. Na de eerste levering van een ondeugdelijke en incomplete bank mochten zij er bij het accepteren van het aanbod tot levering van een andere bank, mede op grond van diverse uitlatingen van Old Inn Wonen over de verwachte levering, vanuit gaan dat die bank op een redelijke termijn zou worden geleverd. Dat is niet gebeurd. Omdat het Old Inn Wonen geen bank die aan de overeenkomst beantwoordt aan Van Dorpel c.s. heeft geleverd, waren [eisers] op grond van artikel 7:22 lid 5 sub d BW bevoegd om tot ontbinding van de koopovereenkomst over te gaan. Dit hebben zij rechtsgeldig gedaan met het e-mailbericht van 26 april 2024. Dat Old Inn Wonen daar financieel nadeel van ondervindt, is bij deze beoordeling niet van belang, het gaat erom dat Old Inn Wonen niet heeft geleverd wat was afgesproken. De primair gevorderde verklaring voor recht zal worden toegewezen. De subsidiaire vordering tot ontbinding van de overeenkomst hoeft dan niet te worden besproken.
4.5.
Door ontbinding van de koopovereenkomst ontstaat op grond van artikel 6:271 BW de verplichting voor (beide) partijen tot ongedaanmaking van de door hen ontvangen prestaties. Dit houdt voor wat betreft Old Inn Wonen in dat zij het door [eisers] betaalde aankoopbedrag moet terugbetalen. De vordering van [eisers] tot terugbetaling en de gevorderde wettelijke rente per 3 mei 2024 zullen daarom worden toegewezen.
4.6.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat diverse werkzaamheden zijn verricht om tot een oplossing buiten rechte te komen. De buitengerechtelijke incassokosten zullen dan ook als onweersproken en op de wet gegrond worden toegewezen tot het bedrag van € 485,00.
4.7.
Old Inn Wonen is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eisers] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
139,42
- griffierecht
248,00
- salaris gemachtigde
542,00
(2 punten × € 271,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.064,42

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat [eisers] de overeenkomst tussen partijen van 8 juni 2023 op 26 april 2024 rechtsgeldig hebben ontbonden,
5.2.
veroordeelt Old Inn Wonen om aan [eisers] te betalen een bedrag van € 4.085,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het bedrag van € 3.600,00 met ingang van 3 mei 2024 tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Old Inn Wonen in de proceskosten van € 1.064,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Old Inn Wonen niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. de Metz en in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2025.
CK