Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld, gepleegd tegen personen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf en andere deelnemers aan het misdrijf, hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
diefstal, meermalen gepleegd.
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
180 (honderdtachtig) dagen. Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
177 (honderdzevenenzeventig) dagen nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van
2 (twee) jaren. Gelet op de opgelegde straf betekent dit dat de opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf, gelijk is aan het voorarrest.
- zich meldt op afgesproken tijden bij Reclassering Nederland, [adres] . De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering en houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- actief deelneemt aan de gedragsinterventie CoVa of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. De veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- verblijft bij Vast en Verder of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf is reeds gestart en duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- een zinvolle dagbesteding heeft in de vorm van een opleiding en/of werk.
240 (tweehonderdveertig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagenhechtenis.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.385,00 (duizend driehonderdvijfentachtig euro), bestaande uit € 385,00 als vergoeding voor de materiële en € 1.000,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 november 2024 voor de materiële schade en vanaf 17 juli 2024 voor de immateriële schade tot aan de dag der algehele voldoening, aan
[slachtoffer], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 1.385,00
23 (drieëntwintig) dagengijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 november 2024 voor de materiële schade (ter hoogte van € 385,00) en vanaf 17 juli 2024 voor de immateriële schade (ter hoogte van € 1.000,00) tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.