Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring;
2.Het geschil in het incident
3.De beoordeling in het incident
4.De beslissing
9 juli 2025voor conclusie van antwoord,
Rechtbank Noord-Holland
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is op 28 mei 2025 vonnis gewezen in een incident. De eisende partij, de Stichting Belangenbehartiging Duurzaam Investeren (SBDI), heeft een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die niet bij naam is genoemd in het document. De gedaagde heeft in het incident gevorderd dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart en de zaak verwijst naar de rechtbank Amsterdam, op basis van een forumkeuze die in de obligatievoorwaarden zou zijn opgenomen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gedaagde zich niet kan beroepen op het forumkeuzebeding, omdat hij geen contractspartij is bij de obligatieleningen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de hoofdregel van artikel 99 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van toepassing is, wat betekent dat de rechtbank van de woonplaats van de gedaagde bevoegd is. De incidentele vordering van de gedaagde is afgewezen, en hij is veroordeeld in de proceskosten van SBDI, die zijn begroot op € 792,00, te vermeerderen met wettelijke rente. De zaak in de hoofdzaak is aangehouden tot 9 juli 2025 voor conclusie van antwoord.