Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De verdere procedure
- op woensdag van 09:15 uur tot 12:00 uur, waarbij de partner van de moeder [de minderjarige] brengt en ophaalt bij de vader;
De beslissing over de verdeling van de vakanties en feestdagen is aangehouden in afwachting van informatie van de advocaten van partijen. De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) is verzocht een onderzoek te verrichten ten aanzien van het verzoek van de vader om toekenning van het gezag.
- berichten van de vader, ingekomen op 30 mei 2024 en 14 februari 2025;
- het rapport en advies van de Raad, ingekomen op 28 januari 2025.
2.2. De gronden van de beslissing
de Raadonderzoek gedaan naar de vraag of de vader samen met de moeder met het gezag over [de minderjarige] moet worden belast. De Raad acht gezamenlijk gezag niet in het belang van [de minderjarige] . De situatie is sinds het laatste raadsonderzoek (twee jaar geleden) niet veranderd. De samenwerkingsrelatie tussen de ouders is niet verbeterd en de onvoorspelbaarheid van de vader in de omgang zorgt voor extra stress en spanning bij zowel [de minderjarige] als de moeder. Hoewel er kansen liggen voor de vader om binnen de omgangsmomenten met [de minderjarige] te werken aan het gezamenlijk vertrouwen, laat de vader dit na. De omgangsafspraken die de rechtbank heeft vastgelegd op verzoek van de vader lijkt hij niet na te (kunnen) komen. Daarnaast is door de hulpverlening aangegeven dat er snel spanningen zijn en de vader snel dreigend kan worden in zijn communicatie. De Raad acht het niet in het belang van [de minderjarige] dat zich een situatie voor kan doen waarbij er beslissingen moeten worden genomen over haar en zij getuige is van spanningen en een ruziemakende vader. Voorts benoemt de Raad dat de moeder een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. Zij stelt [de minderjarige] in staat contact met de vader te onderhouden, heeft de vader betrokken bij de schoolkeuze van [de minderjarige] en nodigt hem uit voor drie maandelijkse MDO's waar de vader informatie over [de minderjarige] kan ontvangen. De Raad acht voortgang op de omgang voorliggend in deze zaak alvorens een nieuwe blik kan worden geworpen op de gezagskwestie. De Raad adviseert de rechtbank om het verzoek om gezag af te wijzen en adviseert de vader om contact te zoeken met [organisatie op het gebied van zorg en ondersteuning] voor hulpverlening om de vader sterker te maken. De Raad is bereid om na de zitting contact op te nemen met [organisatie op het gebied van zorg en ondersteuning] om de situatie uit te leggen en aldus de vader zijn verzoek om hulpverlening te ondersteunen.
de vaderis op de zitting naar voren gebracht dat hij zijn verzoek om te worden belast met het gezag over [de minderjarige] handhaaft. De vader wil een volwaardige rol spelen in het leven van [de minderjarige] en betrokken blijven in haar leven. Van belang is dat partijen aan de slag gaan met hun onderlinge communicatie, maar daar speelt de moeder ook een rol in. De vader erkent dat hij de omgangsafspraken niet altijd is nagekomen, maar dit komt volgens hem omdat hij op vrijdagavond tot diep in de nacht, rond een uur of 04.00 uur, werkt. Als hij met de moeder in gesprek wil over het aanvangstijdstip van de omgang, dan blijft de moeder bij haar standpunt en is niet flexibel. Dit maakt het voor de vader lastig om aan te kunnen tonen dat hij betrouwbaar is. De vader krijgt het gevoel dat hij daarvoor wordt gestraft door hem niet het gezag toe te kennen. De vader verzoekt subsidiair om het verzoek om gezamenlijk gezag aan te houden in afwachting van de inzet van hulpverlening. De vader is bereid om persoonlijke hulpverlening te aanvaarden maar hij krijgt het niet voor elkaar om dit te regelen.
de moederis op de zitting verklaard dat deze zaak al een lange tijd loopt en dat ook de Raad al lang betrokken is. De moeder wil graag het eenhoofdig gezag houden gelet op het verleden. De moeder is positief veranderd en gunt de vader het vaderschap, maar de ouders zijn nu niet in staat om samen het gezag uit te oefenen. Aan de zijde van de vader is er onvoldoende veranderd. De moeder vindt het jammer voor de vader om te horen dat het maar niet lukt om persoonlijke hulpverlening te krijgen, terwijl hij daar wel behoefte aan heeft. Als de vader actief aan de slag gaat met hulpverlening om de situatie voor zichzelf beter te maken, dan is de moeder niet onwelwillend om in de toekomst nog eens te praten over het gezamenlijk gezag. De moeder verzoekt de rechtbank om het verzoek van de vader af te wijzen en subsidiair om een aanhouding voor de duur van twee jaar.
3.3. De beoordeling
4.De beslissing
- [de minderjarige] verblijft bij de vader om de week van zaterdag 12:00 uur tot zondag 16:00 uur, waarbij de partner van de moeder [de minderjarige] brengt en ophaalt bij de vader;