ECLI:NL:RBNHO:2025:6244

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 mei 2025
Publicatiedatum
6 juni 2025
Zaaknummer
11458629 \ CV EXPL 24-8950
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onverschuldigde betaling in het kader van een verkoopovereenkomst van een quad

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Quadwinkel.nl B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die op een geheim adres woont, met betrekking tot een onverschuldigde betaling. De vordering is ingesteld na een verkoop van een Polaris Sportsman XP1000 quad, waarbij de gedaagde zijn broer gemachtigd had om de quad te verkopen. Quadwinkel.nl heeft op 10 april 2024 een bedrag van € 7.500,- overgemaakt naar het rekeningnummer van de broer van de gedaagde en contant € 9.000,- betaald. Op 25 april 2024 heeft Quadwinkel.nl nogmaals € 9.000,- overgemaakt naar het rekeningnummer van de gedaagde, zonder dat hiervoor een rechtsgrond bestond, aangezien de koopprijs al volledig was voldaan. De gedaagde betwist echter de ontvangst van dit bedrag en stelt dat het niet zijn bankrekening betreft.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat Quadwinkel.nl gerechtigd was om de betaling van € 9.000,- terug te vorderen, omdat er geen rechtsgrond voor deze betaling bestond. De rechter oordeelde dat Quadwinkel.nl gerechtvaardigd mocht vertrouwen op de informatie die door de broer van de gedaagde was verstrekt, en dat de betaling op het opgegeven rekeningnummer ten goede zou komen aan de gedaagde. De kantonrechter heeft de vordering van Quadwinkel.nl toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot terugbetaling van het bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De vordering voor buitengerechtelijke incassokosten werd toegewezen, maar de gedaagde kreeg grotendeels ongelijk in de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11458629 \ CV EXPL 24-8950
Uitspraakdatum: 28 mei 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Quadwinkel.nl B.V.
gevestigd te Barneveld
eiseres
verder te noemen: Quadwinkel.nl
gemachtigde: [gemachtigde] (Deurwaarderskantoor Holland)
tegen
[gedaagde]
wonende op een geheim adres
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Quadwinkel.nl heeft bij dagvaarding van 19 december 2024 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord.
1.2.
Quadwinkel.nl heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een mondelinge reactie heeft gegeven. Quadwinkel.nl heeft zich vervolgens bij akte uitgelaten over (de producties bij) de mondelinge reactie van [gedaagde].

2.Feiten

2.1.
Op 2 april 2024 heeft [gedaagde] zijn broer, [betrokkene] (hierna: [betrokkene]), gemachtigd om zijn Polaris Sportsman XP1000 met kenteken [kenteken] te verkopen (hierna: de quad).
2.2.
Op 4 april 2024 is via het e-mailadres [e-mailadres] aan Quadwinkel.nl gevraagd of zij interesse had in de aankoop van de quad. De e-mail is ondertekend met de naam ‘[gedaagde]’.
2.3.
Op 6 april 2024 is overeenstemming bereikt over de prijs van de quad (€ 16.500,-).
2.4.
Op 10 april 2024 heeft [betrokkene] de quad aan Quadwinkel.nl geleverd.
2.5.
Op 10 april 2024 heeft Quadwinkel.nl een bedrag van € 7.500,00 overgeboekt naar het door [betrokkene] opgegeven rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [gedaagde]. Daarnaast heeft zij op deze datum een bedrag van € 9.000,- contant voldaan.

3.Het geschil

3.1.
Quadwinkel.nl stelt dat zij op 25 april 2024 een bedrag van € 9.000,- naar de bankrekening van [gedaagde] heeft overgeboekt, zonder dat daarvoor een rechtsgrond bestond. De koopprijs van de quad was al (volledig) voldaan. Quadwinkel.nl vordert dat [gedaagde] het bedrag aan haar terugbetaalt en dat hij wordt veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten.
3.2.
[gedaagde] betwist dat hij het bedrag heeft ontvangen. Hij voert aan dat het niet zijn bankrekening betreft. Hij heeft de quad ook niet zelf verkocht; dat was zijn broer [betrokkene].
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Op grond van artikel 6:203 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) is Quadwinkel.nl gerechtigd om de betaling van 25 april 2024 ter hoogte van € 9.000,- van de ontvanger terug te vorderen indien Quadwinkel.nl dit bedrag zonder rechtsgrond aan de ontvanger heeft betaald. Tussen partijen staat niet ter discussie dat er geen rechtsgrond bestond voor de betaling van 25 april 2024 aan de ontvanger.
4.2.
Kern van dit geschil is de vraag of [gedaagde] als ontvanger van het bedrag moet worden aangemerkt. De kantonrechter is van oordeel dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoordt. Hij overweegt daartoe als volgt.
4.3.
Quadwinkel.nl heeft de betaling van 25 april 2024 gedaan aan het bankrekeningnummer dat door [betrokkene] is opgegeven bij de verkoop van de quad. Vaststaat dat [betrokkene] gemachtigd was om de quad namens [gedaagde] te verkopen. Op 10 april 2024 heeft Quadwinkel.nl (een gedeelte van) de koopprijs van de quad naar ditzelfde bankrekeningnummer overgemaakt. De betaling van de koopprijs is zonder protest geaccepteerd en de quad is geleverd. Quadwinkel.nl mocht er in dit geval gerechtvaardigd op vertrouwen dat een betaling op dat rekeningnummer ten goede zou komen aan [gedaagde]. Dit geldt te meer nu alle communicatie over de verkoop van de quad overigens via het e-mailadres van de onderneming van [gedaagde] is gegaan. Of de bankrekening ook daadwerkelijk op naam van [gedaagde] staat of stond, kan daarom in het midden blijven.
4.4.
Quadwinkel.nl heeft – gelet op het voorgaande – voldoende aannemelijk gemaakt dat hij aan [gedaagde] als ontvanger onverschuldigd heeft betaald. Het enkele feit dat [gedaagde] (ook) een ING-rekening heeft, staat daar niet aan in de weg. Het feit dat bij een overboeking naar de bankrekening waarop de koopprijs is betaald ‘[gedaagde]’ inmiddels niet meer als naam van de tegenpartij wordt geaccepteerd, evenmin. [gedaagde] moet daarom het bedrag aan Quadwinkel.nl terugbetalen. De gevorderde hoofdsom van € 9.000,- wordt dan ook toegewezen.
4.5.
Quadwinkel.nl heeft een bedrag aan vervallen wettelijke rente gevorderd. Zij heeft echter niet gespecificeerd over welke periode deze rente is berekend. De kantonrechter kan daardoor niet beoordelen of er een grondslag voor deze vordering bestaat. Daarom wordt dit onderdeel van de vordering afgewezen. De verdere rente zal worden toegewezen zoals hierna vermeld.
4.6.
Quadwinkel.nl maakt daarnaast aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Daarom moet de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn, toetsen aan het rapport Voorwerk II. Quadwinkel.nl heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij buitengerechtelijke werkzaamheden heeft laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. De omvang van de buitengerechtelijke incassokosten moet worden getoetst aan de tarieven uit het Besluit in plaats van aan de tarieven van het rapport Voorwerk II. De tarieven uit het Besluit worden redelijk geacht. Omdat het gevorderde bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.
4.7.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde], omdat hij grotendeels ongelijk krijgt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Quadwinkel.nl van € 9.825,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 9.000,- tot aan de dag van de gehele betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Quadwinkel tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 113,54;
griffierecht € 543,00;
salaris gemachtigde € 847‬,50 (2,5 x € 339,-);
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. Koenis en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter