In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Noord-Holland op 11 juni 2025 uitspraak gedaan in een incident tot oproeping in vrijwaring. De eisende partij, [De B.V.], een groothandel in aardappelen, groente en fruit, heeft een rechtsverhouding met de gedaagde partijen, Hofotra en [gedaagde sub 2], die ook een groothandel zijn. Hofotra en [gedaagde sub 2] hebben verzocht om de Holding en [junior] in vrijwaring op te roepen, omdat zij stellen dat er sprake is van bedrijfsfraude door [junior]. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een rechtsverhouding bestaat die van invloed kan zijn op de uitkomst van de hoofdzaak, waarin Hofotra mogelijk aan [De B.V.] moet betalen. De rechtbank heeft de incidentele vordering toegewezen, wat betekent dat de Holding en [junior] in vrijwaring mogen worden gedagvaard. Tevens is [De B.V.] veroordeeld in de proceskosten van het incident. De zaak zal op 23 juli 2025 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord in reconventie.