Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
één of meerdere keren met een mes, althans scherp voorwerp, heeft gezwaaid en/of heeft gestoken in de richting van de hals en/of buik, althans het lichaam van die [slachtoffer] , waardoor die [slachtoffer] in de nek en/of de hand en/of zijn trui (ter hoogte van zijn buik), althans in het lichaam en/of de kleding, is geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
halsis geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.In beslag genomen goederen
8.Vordering benadeelde partij [slachtoffer]
- inkomstenderving ad € 17.968,-;
- eigen risico zorgverzekering ad € 385,-;
- beschadigde kleding en schoenen ad € 230,-;
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
VIERENTWINTIG (24) MAANDENmet bevel dat van deze straf een gedeelte, groot
zes (6) maanden, nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 5.535,-, bestaande uit € 535,- als vergoeding voor de materiële en € 5.000,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 januari 2025 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 5.535,- en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 januari 2025 tot aan de dag der algehele voldoening. Bepaalt de duur van de gijzeling op maximaal
62 dagenindien volledig verhaal overeenkomstig de artikelen 6:4:4, 6:4:5 en 6:4:6 Sv niet mogelijk blijkt. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
- een geldbedrag ad € 570,-;
- een geldbedrag ad € 1.040,-;
- een geldbedrag ad € 1.500,-.