ECLI:NL:RBNHO:2025:6606

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 juni 2025
Publicatiedatum
17 juni 2025
Zaaknummer
350920 HA RK 24-45
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om inzage in bedrijfsinformatie en afschrift van verkoopfacturen in het kader van artikel 843a Rv (oud)

In deze procedure verzoekt MDSU inzage in bedrijfsinformatie van Recco, gebaseerd op artikel 843a (oud) van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. MDSU, een Duitse vennootschap actief in de recyclingbranche, heeft een verzoek ingediend om afschrift van gegevens met betrekking tot de verkoop van aluminium en zware metalen door Recco, een Nederlandse vennootschap. Recco verzet zich tegen het verzoek en stelt dat MDSU geen rechtmatig belang heeft. De rechtbank wijst het verzoek deels toe, waarbij MDSU recht heeft op de verkoopfacturen van zware metalen met een korrelgrootte van meer dan 10 mm, maar andere verzoeken worden afgewezen. De rechtbank verbindt een dwangsom aan de veroordeling en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer / rekestnummer: C/15/350920 / HA RK 24-45
Beschikking van 19 juni 2025
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
MDSU MITTELDEUTSCHE SCHLACKEN UNION GMBH & CO. KG,
gevestigd in Burg, Duitsland,
verzoekende partij,
hierna te noemen: MDSU,
advocaat: mr. P.J. de Waal,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RECCO NON FERRO METALS B.V.,
gevestigd in Akersloot,
verwerende partij,
hierna te noemen: Recco,
advocaat: mr. N.E. Bobbert.
De zaak in het kort
In deze procedure verzoekt MDSU afschrift of inzage in bedrijfsinformatie van Recco. MDSU grondt haar vordering op artikel 843a (oud) Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv). Recco voert hiertegen gemotiveerd verweer.
De rechtbank wijst het 843a-verzoek deels toe om de redenen genoemd in de beoordeling. Tot slot ziet de rechtbank aanleiding aan deze veroordeling een dwangsom te verbinden en deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- de tussenbeschikking van 6 november 2024 en de daarin genoemde stukken,
- het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 18 december 2024 met bijlagen 1 tot en
met 20,
- de e-mail van 24 maart 2025 met bijlagen 7a, 7b en 7c van de zijde van MDSU,
- de e-mail van 27 maart 2025 met bijlage 21 van de zijde van Recco,
- de e-mail van 1 april 2025 van de zijde van MDSU, met een (ongenummerde) bijlage,
- de mondelinge behandeling van 3 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en door de advocaten van partijen spreekaantekeningen zijn overgelegd.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
MDSU is een vennootschap die is opgericht naar Duits recht. Zij is de moedermaatschappij van de onderneming MDSU Süd GmbH & Co KG (hierna: MDSU Süd). MDSU Süd heeft haar beweerde vorderingen op Recco overgedragen aan MDSU.
2.2.
MDSU is actief in de recyclingbranche en exploiteert een tweetal zuiveringsinstallaties. Zij houdt zich onder meer bezig met het voorbereiden en geschikt maken voor de recycling van materiaal, zoals bodemas, ook wel ruwe slak genoemd. Bodemas is de reststof die na verbranding van huishoudelijk afval of bedrijfsmateriaal overblijft. MDSU scheidt daaruit eerst recyclebare van niet-recyclebare materialen; vervolgens scheidt MDSU de ijzerhoudende magnetische materialen van niet-ijzerhoudende materialen (de non-ferromaterialen). Dit non-ferromateriaal (NF-mix) wordt gezeefd op basis van verschillende korrelgroottes.
2.3.
Recco exploiteert een fabriek waar non-ferrometalen worden gewonnen uit materiaal dat als halffabricaat wordt verkregen, zoals het materiaal dat door MDSU wordt geëxploiteerd. Recco verwijdert hierbij het minerale materiaal dat als afval wordt afgevoerd en scheidt vervolgens het lichte aluminiummateriaal van de zwaardere materialen. Deze twee metaalsoorten worden eveneens gesorteerd in verschillende fracties van 0-5 mm, 5-10 mm en > 10 mm.
2.4.
Schematisch ziet de werkwijze van Recco en MDSU er als volgt uit:
2.5.
Partijen hebben in het verleden verschillende overeenkomsten gesloten tot levering van bodemas door MDSU aan Recco. Recco verkocht het door haar bewerkte materiaal door. MDSU ontving voor de levering van bodemas een contractuele procentuele vergoeding, berekend op basis van de door Recco gerealiseerde verkoopopbrengst.
2.6.
Tussen partijen is discussie ontstaan over het feit dat MDSU sinds 16 februari 2023 niet meer aan Recco heeft geleverd en over de hiervoor genoemde vergoeding. Volgens MDSU heeft Recco te lage verkoopopbrengstcijfers doorgegeven, waardoor zij aan MDSU een te lage vergoeding heeft betaald. In verband hiermee is MDSU een procedure in Duitsland gestart. Tot op heden heeft het Landesgericht Stendal geen einduitspraak in die procedure gedaan.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
MDSU verzoekt de rechtbank om bij een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking Recco in het kader van artikel 843a Rv zoals dat gold tot 1 januari 2025 (hierna: artikel 843a Rv (oud)) te verplichten tot het op straffe van een dwangsom binnen veertien dagen na betekening van de beschikking verstrekken van een afschrift van dan wel inzage te verlenen in:
i. gegevens, met name weegregisters, van het aluminium en de zware metalen die overblijven na afscheiding van de mineralen, gescheiden per korrelgrootte 0-5 mm, 5-10 mm, ≥ 10 mm (de rechtbank begrijpt > 10 (groter dan 10)),
ii. de gegevens met betrekking tot de verkoop van aluminium, per korrelgrootte 0-5 mm, 5-10 mm, ≥ 10 mm (de rechtbank begrijpt > 10 (groter dan 10)) en de facturen betreffende de behaalde verkoopopbrengst,
iii. de gegevens met betrekking tot de verkoop van zware metalen en de facturen betreffende de behaalde verkoopopbrengsten, per korrelgrootte 0-5 mm, 5-10 mm, ≥ 10 mm (de rechtbank begrijpt > 10 (groter dan 10)) en per materiaal, zoals koper, zink, messing, roestvrij staal en edelmetalen,
met veroordeling van Recco in de proceskosten.
3.2.
MDSU heeft hiertoe – kort gezegd – het volgende aangevoerd. MDSU was ten tijde van het indienen van het verzoekschrift voornemens een procedure in Duitsland aanhangig te maken, waarin MDSU ter nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomsten schadevergoedingsvorderingen wilde instellen. Inmiddels heeft zij deze procedure aanhangig gemaakt. Voor de vaststelling van de aansprakelijkheid en berekening van haar schade is het noodzakelijk dat MDSU informatie tot haar beschikking krijgt waarover Recco beschikt. MDSU wenst dan ook informatie te verkrijgen over alle leveringen en (door)verkopen door Recco aan derden van het door MDSU aan Recco geleverde en vervolgens door Recco gesorteerde materiaal in de periode van 23 maart 2020 tot en met
15 februari 2023.
3.3.
Recco verzet zich tegen toewijzing van het verzoek en verzoekt primair MDSU niet-ontvankelijk te verklaren dan wel de verzoeken af te wijzen. Subsidiair verzoekt Recco te bepalen dat aan de te verstrekken gegevens beperkingen worden verbonden als omschreven onder hoofdstuk 3.2.6 van haar verweerschrift, een langere termijn te bepalen waarbinnen de gegevens moeten worden verstrekt, de dwangsom af te wijzen of te matigen en de beschikking niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, met veroordeling van MDSU in de proceskosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Rechtsmacht, relatieve bevoegdheid en toepasselijk recht
4.1.
MDSU is gevestigd in Duitsland, Recco is gevestigd in Nederland. De zaak heeft daarmee een internationaal karakter. De rechtbank moet daarom ambtshalve beoordelen of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft om van het verzoek van MDSU kennis te nemen.
4.2.
Partijen hebben woonplaats op het grondgebied van een EU-lidstaat, zodat de Brussel I bis-Verordening (nr. 1215/2012, hierna: Brussel I bis) van toepassing is. De rechtbank stelt vast dat zij op grond van artikel 4 Brussel I bis rechtsmacht heeft, omdat Recco woonplaats in Nederland heeft.
4.3.
Volgens artikel 10:3 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) is op de wijze van procederen ten overstaan van de Nederlandse rechter het Nederlandse recht van toepassing is. Deze bepaling leidt in dit geval naar de toepasselijkheid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het daarin opgenomen artikel 843a Rv (oud). Op grond van deze (procesrechtelijke) bepaling wordt beoordeeld of het verzoek van MDSU toewijsbaar is.
De waarheidsplicht
4.4.
Volgens Recco heeft MDSU de waarheidsplicht van artikel 21 Rv geschonden. Zij voert daartoe aan dat MDSU de rechtbank onjuist heeft geïnformeerd over het tijdstip waarop MDSU een procedure in Duitsland is gestart, waarin een vergelijkbaar informatieverzoek is gedaan, en over het verloop van die procedure. Ook heeft MDSU verzuimd te berichten dat Recco in de Duitse procedure een grote hoeveelheid van de thans gevraagde informatie heeft verstrekt. Daarnaast heeft MDSU inconsistente standpunten ingenomen over de aanleiding van de gestelde vordering en over de mogelijkheid de vordering vast te stellen. MDSU vindt dat de rechtbank op grond daarvan – kort gezegd – de vorderingen moet afwijzen of extra kritisch naar de overige stellingen moet kijken.
4.5.
Ingevolge artikel 21 Rv zijn partijen verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Gebleken is dat MDSU onvolledig en onzorgvuldig is geweest in de mededelingen over de procedure in Duitsland en het feit dat Recco in die procedure de nodige stukken aan MDSU heeft verstrekt. Dit levert een schending op van artikel 21 Rv. Naar het oordeel van de rechtbank is dit niet zodanig ernstig dat dit tot niet-ontvankelijkheid van MDSU of afwijzing van het verzoek moet leiden. Evenmin kan gesproken worden van misbruik van procesrecht. Voor het overige is van strijd met de waarheid tijdens deze procedure niet gebleken. In de vastgestelde schending van artikel 21 Rv zal de rechtbank als sanctie wel rekening houden bij de beslissing over de proceskosten, zoals hierna in 4.29 zal worden overwogen.
Afschrift bescheiden
4.6.
De vraag die dan voorligt, is of MDSU recht heeft op (kopieën van) de gevorderde bescheiden.
4.7.
MDSU baseert haar verzoek op artikel 843a Rv (oud) en heeft hiertoe het volgende aangevoerd. Recco heeft buiten medeweten van MDSU een sensorgestuurde sorteermachine (merk Redwave, een producent van machines voor de recyclingindustrie) gekocht en ingezet, waarbij met gebruikmaking van röntgentechnologie zuiverder materialen uit de door MDSU geleverde NF-mix gescheiden konden worden zoals koper, zink, messing, roestvrij staal en edelmetalen als goud, zilver en palladium. Op die manier heeft Recco hogere verkoopprijzen kunnen bedingen, omdat niet een mix van zware metalen aan derden werd verkocht, maar een gefragmenteerd aanbod van eerdergenoemde materialen. Juist het sorteren van edelmetalen bracht mee dat de verkoopopbrengst zuiverder zou zijn en puur gebaseerd op de waarde van enkel deze edelmetalen en hiermee dus een hogere (door)verkoopprijs is gerealiseerd die niet is meegedeeld aan en verrekend met MDSU, aldus steeds MDSU. Dit geldt weliswaar alleen voor de NF-mix >10 mm, maar omdat MDSU door het gebrek aan informatie hierover het vertrouwen in Recco is verloren, verzoekt zij de gegevens ten aanzien van alle genoemde categorieën. MDSU is een procedure gestart in Duitsland, waarin MDSU ter nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomsten schadevergoedingsvorderingen heeft ingesteld. MDSU kan haar schade echter niet berekenen, nu zij de verzochte informatie niet tot haar beschikking heeft.
4.8.
Recco betwist het belang van MDSU en stelt daartoe dat MDSU al zou beschikken over de gevraagde gegevens. Recco heeft niet méér gegevens in haar bezit. Daarbij dragen de verzochte bescheiden van aluminium en zware metalen > 10 mm een vertrouwelijk karakter. Bovendien heeft MSDU geen belang bij haar verzoek nu zij haar vermeende vordering onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. MDSU heeft geen nadeel of schade geleden. Mogelijke hogere opbrengsten vanwege de nieuwe sorteermachine zien alleen op de zware metalen > 10 mm, zien op kleinere hoeveelheden en moeten bovendien worden verrekend met de hogere kosten die door het extra sorteren worden gemaakt. Per saldo heeft MDSU door de wijze van verantwoorden van Recco daarom niet minder gekregen dan waarop zij recht heeft. Volgens Recco wil MDSU alleen over de gevraagde gegevens kunnen beschikken vanwege de concurrerende activiteiten die MDSU verricht.
Toetsingskader
4.9.
Een vordering tot afschrift van of inzage in bescheiden is slechts toewijsbaar indien aan de drie in het eerste lid van artikel 843a Rv (oud) genoemde voorwaarden is voldaan.
Dat wil zeggen dat:
a. de wederpartij van degene die bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, een rechtmatig belang heeft bij afschrift of inzage daarvan,
b. de vordering betrekking heeft op “bepaalde” bescheiden, en
c. de bescheiden een rechtsbetrekking betreffen waarbij degene die afschrift of inzage vordert partij is.
4.10.
Ook als aan deze vereisten is voldaan, kan de vordering worden afgewezen wegens gewichtige redenen of omdat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat ook zonder de gevorderde gegevens een behoorlijke rechtsbedeling is gewaarborgd, met andere woorden dat de rechten van MDSU ook zonder de stukken voldoende zijn gewaarborgd. Achtereenvolgens zal worden beoordeeld of aan deze criteria wordt voldaan. De verzochte bescheiden onder i, ii en iii zullen hierna separaat aan bod komen.
De verzochte bescheiden onder (i)
4.11.
MDSU heeft tijdens de zitting toegelicht dat het haar bij de onder i. verzochte gegevens gaat om weegregisters van het aluminium en de zware metalen die overblijven na afscheiding van de mineralen, gescheiden per korrelgrootte 0-5 mm, 5-10 mm, > 10 mm. Recco heeft gesteld dat zij hieraan heeft voldaan door in de Duitse procedure een grote hoeveelheid weegprotocollen te overleggen. MDSU heeft daartegen ter zitting aangevoerd dat die gegevens niet aansluiten op de leveringen van MDSU. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Recco echter afdoende toegelicht dat dat wel het geval is en dat Recco bovendien niet over meer gegevens beschikt. MDSU heeft deze nadere toelichting niet (voldoende gemotiveerd) weersproken, zodat de rechtbank van de juistheid van de uitleg van MDSU uitgaat. Dit gedeelte van het verzoek wordt daarom afgewezen.
De verzochte bescheiden onder (ii)
4.12.
MDSU vordert onder ii. afgifte van de gegevens over de verkoop van aluminium en de facturen van de behaalde verkoopopbrengst. Ter zitting heeft MDSU toegelicht dat overlegging van de facturen vooralsnog volstaat. Dit gedeelte van het verzoek wordt ook eveneens afgewezen.
4.13.
Volgens Recco heeft MDSU geen belang bij de gevraagde verkoopfacturen ten aanzien van aluminium. Desgevraagd heeft MDSU ter zitting verklaard dat zij ook deze facturen wil ontvangen, hoewel de nieuwe sorteermachine alleen ziet op de NF-mix >10mm. Door het niet melden van de aanschaf daarvan en de hogere verkoopopbrengsten daardoor, is twijfel bij MDSU ontstaan over de gegevens van alle geleverde materialen; mogelijk zijn ook die gegevens onjuist, zo stelt zij. MDSU heeft echter geen concrete aanknopingspunten gegeven voor de onjuistheid van de gegevens ten aanzien van aluminium. Daarvan kan dus niet worden uitgegaan. Een enkel vermoeden van onjuistheid of zelfs uitsluitend wantrouwen is onvoldoende. Daarom is de vordering op dit punt niet toewijsbaar.
De verzochte bescheiden onder (iii)
4.14.
Onder iii. verzoekt MDSU afgifte van gegevens over de verkoop van zware metalen en facturen over de behaalde verkoopopbrengst. De rechtbank stelt vast dat onweersproken is vast komen te staan dat Recco alle facturen met de verkoopopbrengst van de fracties van zware metalen in de grootte 0-5 mm en 5-10 mm aan MDSU heeft verstrekt. Niet gebleken is dat Recco voor die fracties over meer facturen beschikt dan die zij al heeft overgelegd.
4.15.
Voor zover MDSU voor deze fracties om een uitsplitsing per materiaal (zoals koper, zink, messing, roestvrij staal en edelmetalen) verzoekt, heeft Recco onweersproken gesteld dat deze gegevens er niet zijn. Recco heeft tijdens de zitting namelijk – onweersproken – toegelicht dat de fracties van zware metalen in de grootte 0-5 mm en 5-10 mm als materiaalmengsel worden verkocht.
4.16.
Gelet op het voorgaande zal het verzoek dan ook worden afgewezen voor zover het ziet op het verstrekken van (nadere) verkoopgegevens over zware metalen in de grootte
0-5 mm en 5-10 mm.
4.17.
Dit betekent dat de vraag resteert of Recco gehouden is tot het overleggen van de verkoopgegevens van de zware metalen in de grootte > 10 mm. Achtereenvolgens zal worden beoordeeld of aan de criteria genoemd onder 4.9. wordt voldaan.
4.18.
In de eerste plaats moet sprake zijn van een rechtmatig belang. MDSU heeft hiertoe aangevoerd dat zij op basis van de gevraagde bescheiden kan vaststellen of Recco voor de juiste bedragen met haar heeft afgerekend en daarmee of Recco jegens haar is tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen en zo ja, welke schade zij daardoor heeft geleden. Recco betwist dat zij zou zijn tekortgeschoten en dat MDSU schade zou hebben geleden en daarmee dat MDSU een rechtmatig belang heeft bij haar verzoek.
4.19.
De rechtbank is van oordeel dat MDSU een rechtmatig belang heeft bij het verstrekken van de gevraagde informatie over de verkoop van zware metalen in de grootte
> 10 mm. Dit onderdeel van het verzoek gaat over het materiaal dat Recco heeft gesorteerd met de Redwave-machine. Vaststaat dat dit heeft geleid tot hogere verkoopprijzen en daarmee tot andere verkoopopbrengsten van deze materialen voor Recco dan zij aan MDSU heeft opgegeven en dat zij met MDSU niet heeft afgerekend op basis van die andere verkoopopbrengsten. Gelet hierop is het – anders dan Recco betoogt – niet op voorhand onaannemelijk dat Recco is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst(en) die zij met MDSU heeft gesloten. Dat Recco investeringen heeft gedaan in de sorteermachine maakt dat niet anders. Of Recco daadwerkelijk tekortgeschoten is en of MDSU daardoor schade heeft geleden, zal in een bodemprocedure moeten worden beoordeeld. Om haar stellingen daarover te kunnen onderbouwen, heeft MDSU naar het oordeel van de rechtbank een rechtmatig belang bij het verkrijgen van de verkoopfacturen van Recco waaruit de behaalde verkoopopbrengsten van de zware metalen in de grootte
> 10 mm blijken. Recco heeft ter zitting gesteld dat zij deze verkoopfacturen in haar bezit heeft en dat daarop de hoeveelheden en verkoopprijzen staan. MDSU heeft onvoldoende toegelicht dat zij een (rechtmatig) belang heeft bij meer verkoopgegevens over deze zware metalen dan de gegevens die op deze verkoopfacturen zijn vermeld.
4.20.
Ten aanzien van het verzoek van MDSU om gegevens na uitsplitsing per materiaal (zoals koper, zink, messing, roestvrij staal en edelmetalen), heeft Recco ter zitting uitgelegd dat in de Redwave-machine weliswaar alle materialen van elkaar gescheiden kunnen worden, maar dat dit niet gebeurt omdat dit onvoldoende rendabel is. Om naar materiaal te splitsen is het immers noodzakelijk dat de bulk van materialen zes keer doorzocht wordt door de sorteermachine. Om bedrijfseconomische redenen doet Recco dit niet, maar verkoopt zij alle (edel)metalen in één bulk door. Dit alles is niet door MDSU betwist. Recco is niet gehouden tot overlegging van deze gegevens, omdat niet is gebleken dat deze er zijn.
4.21.
Gelet op het voorgaande onder rechtsoverweging 4.19. is in beginsel voldaan aan alle vereisten voor het verstrekken van de verkoopfacturen van Recco waaruit de behaalde verkoopopbrengsten van de zware metalen in de grootte > 10 mm blijken. Daarmee komt de rechtbank toe aan de vraag of sprake is van gewichtige redenen op grond waarvan moet worden geoordeeld dat Recco daartoe niet is gehouden, zoals zij heeft aangevoerd.
Gewichtige redenen
4.22.
Recco onderbouwt dit verweer met de stelling dat partijen zich in een sterk concurrerende markt begeven en de betreffende bescheiden bedrijfsgevoelige informatie bevatten die MDSU kan gebruiken om Recco te beconcurreren. Recco heeft toegelicht dat het haar er met name om gaat dat op de facturen de namen van haar afnemers en de gehanteerde prijzen staan. MDSU betwist dat sprake is van bedrijfsgevoelige informatie.
4.23.
De rechtbank overweegt dat MDSU niet heeft betwist dat zij zelf installaties bouwt voor het scheiden van materialen en daarmee een directe concurrent van Recco wordt. Recco heeft voldoende toegelicht dat, anders dan bij de andere fracties zware metalen, voor de zware metalen >10 mm bij MDSU niet bekend is wie de afnemers van Recco zijn en dat deze fractie over de gehele wereld kan worden verkocht aan meer dan twintig afnemers van Recco. MDSU kan met de kennis van tegen welke prijs aan welke afnemer Recco verkoopt, gericht lagere prijzen bieden aan die afnemers van Recco, aldus Recco. MDSU heeft een en ander onvoldoende gemotiveerd betwist. De rechtbank is daarom met Recco van oordeel dat kennisname van de namen van de afnemers van Recco een ongeoorloofd concurrentievoordeel zal kunnen geven en Recco zal kunnen schaden. Dit is echter geen reden om te bepalen dat Recco in het geheel niet is gehouden de betreffende facturen aan MDSU aan Recco te verstrekken. Aan het bezwaar van Recco kan immers worden tegemoetgekomen door de verkoopfacturen te anonimiseren, in die zin dat Recco de klantnamen mag zwartlakken. Voor de schadeberekening gaat het immers om de afgerekende prijzen, niet wie de afnemers zijn geweest. MDSU heeft tegen het anonimiseren nog ingebracht dat dan niet kan worden geverifieerd of de materialen eerst aan een dochtervennootschap van het Heilig Concern, waartoe Recco behoort, zijn verkocht en vervolgens voor (meer geld) zijn doorverkocht aan derden. Daaraan gaat de rechtbank voorbij omdat MDSU dit standpunt niet heeft onderbouwd en in de stukken ook geen aanknopingspunten te vinden zijn dat de verkoop van die materialen via andere vennootschappen van het Heilig Concern is gegaan.
Behoorlijke rechtsbedeling
4.24.
Het betoog dat een behoorlijke rechtsbedeling voor MDSU ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd, of dat MDSU andere effectieve, maar voor Recco minder belastende middelen tot bewijsvergaring ten dienste staat, zoals het horen van getuigen of het benoemen van een deskundige die onderzoek kan doen naar de juiste prijsberekening, houdt geen stand. Anders dan MDSU aanvoert, is het overleggen van de (geanonimiseerde) verkoopfacturen naar het oordeel van de rechtbank juist effectiever dan de door Recco genoemde middelen.
Slotsom
4.25.
Dit betekent dat Recco gehouden is de verkoopfacturen van de zware metalen met de grootte > 10 mm aan MDSU te verstrekken, met de bepaling dat Recco de namen van de afnemers mag anonimiseren door deze zwart te lakken. Het verzoek van MDSU tot de verstrekking van andere of meer gegevens wijst de rechtbank af, omdat, zoals overwogen in rechtsoverwegingen 4.11 tot en met 4.22, voor die stukken niet is voldaan aan de vereisten van artikel 843 a Rv (oud).
Termijn afgifte
4.26.
De rechtbank ziet aanleiding om een langere termijn dan gevraagd te stellen om te voldoen aan de veroordeling. De rechtbank acht, zoals Recco heeft verzocht, een termijn van één maand na betekening van deze beschikking redelijk.
Dwangsom
4.27.
De rechtbank verbindt een dwangsom aan de veroordeling. De stelling van Recco dat zij bereid is vrijwillig aan een veroordeling te voldoen, betekent niet dat een dwangsom als prikkel tot (tijdige) nakoming op voorhand overbodig is. De dwangsom wordt beperkt tot een bedrag van € 2.500,00 per dag, met een maximum van € 50.000,00.
Uitvoerbaar bij voorraad
4.28.
MDSU heeft gevraagd om de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Recco voert daar verweer tegen. In zo’n geval moet de rechtbank het belang van MDSU om deze beschikking direct ten uitvoer te kunnen leggen afwegen tegen het belang van Recco om de uitspraak in een eventueel hoger beroep af te kunnen wachten. Die afweging valt uit in het voordeel van MDSU. MDSU heeft een zwaarwegend belang om op korte termijn over de toegewezen bescheiden te beschikken. Dat de verstrekking van de afschriften onomkeerbaar is, staat gelet op de beperkingen aan de te verstrekken gegevens, niet aan de uitvoerbaar bij voorraadverklaring in de weg. De conclusie luidt dat deze beschikking voor wat betreft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.
Proceskosten
4.29.
De rechtbank stelt vast dat Recco een groot deel van de gevraagde gegevens aan MDSU heeft verstrekt, nadat het onderhavige verzoekschrift was ingediend. In deze procedure wordt Recco veroordeeld om nog meer gegevens te verstrekken. Daarmee is Recco aan te merken als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij, zodat zij in beginsel de proceskosten van MDSU zou moeten betalen. Zoals in rechtsoverweging 4.5. is overwogen, heeft MDSU echter de waarheidsplicht van artikel 21 Rv geschonden. Daarin ziet de rechtbank aanleiding Recco niet in de proceskosten van MDSU te veroordelen, maar de proceskosten te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt Recco om binnen één maand na betekening van deze beschikking aan MDSU te verstrekken de facturen van de behaalde verkoopopbrengsten van zware metalen van korrelgrootte >10 mm over de periode van 23 maart 2020 tot en met 15 februari 2023, onder bepaling dat de namen van de afnemers die op de facturen staan mogen worden geanonimiseerd door deze zwart te lakken;
5.2.
bepaalt dat Recco een dwangsom verbeurt van € 2.500,00 per dag dat zij in gebreke blijft om aan de veroordeling onder 5.1 te voldoen, met een maximum van € 50.000,00;
5.3.
compenseert de proceskosten in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt;
5.4.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. D.D.M. Hazeu, mr. S.M. Auwerda en mr. N. Boots en in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2025.