ECLI:NL:RBNHO:2025:6770

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 mei 2025
Publicatiedatum
20 juni 2025
Zaaknummer
11338268
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht en de onderbouwing van de aankomsttijd

In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen Corendon Dutch Airlines B.V. inzake compensatie voor een vermeende vertraging van meer dan drie uur van vlucht CD561 van Amsterdam-Schiphol naar Antalya op 10 mei 2024. AirHelp stelt dat de passagiers met een vertraging van 3 uur en 14 minuten zijn aangekomen, terwijl de vervoerder aanvoert dat de geplande aankomsttijd altijd 21:20 uur was en dat de passagiers om 00:14 uur zijn aangekomen, wat betekent dat de vertraging minder dan drie uur was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewijslast voor de vertraging bij AirHelp ligt, en dat zij onvoldoende bewijs heeft geleverd om haar claim te onderbouwen. De vervoerder heeft zijn stelling onderbouwd met e-mails en vliegtickets, waaruit blijkt dat de geplande aankomsttijd niet is gewijzigd. De kantonrechter heeft de vordering van AirHelp afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 28 mei 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11338268 \ CV EXPL 24-7063
Uitspraakdatum: 28 mei 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar het recht harer vestiging
AirHelp Germany GmbH
gevestigd te Berlijn (Duitsland)
eiseres
hierna te noemen: AirHelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof (Lof Legal Services)
tegen
de vennootschap naar het recht harer vestiging
Corendon Dutch Airlines B.V.
gevestigd te Badhoevedorp
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: A.P.N. den Dunnen
De zaak in het kort
AirHelp heeft van de vervoerder (onder meer) compensatie gevraagd in verband met een vermeende vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming te Antalya. De kantonrechter oordeelt echter dat de vervoerder voldoende heeft onderbouwd dat hij de geplande aankomsttijd van de vlucht niet heeft gewijzigd. Derhalve zijn de passagiers met minder dan drie uur vertraging aangekomen op de eindbestemming. De vordering van AirHelp wordt daarom afgewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte eisers.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene 1] en [betrokkene 2] (hierna: de passagiers) hebben een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder hen op 10 mei 2024 moest vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Antalya Airport (Turkije), met vlucht CD561 (hierna: de vlucht).
2.2.
De passagiers hebben hun vermeende vorderingsrecht gecedeerd aan AirHelp.
2.3.
AirHelp heeft compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met een vermeende vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming te Antalya.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
AirHelp vordert dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 800,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de nakosten.
3.2.
AirHelp baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). AirHelp stelt dat de vervoerder haar vanwege de vertraging van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 400,00 per passagier. [1]
3.3.
De vervoerder voert verweer. Op zijn verweer wordt ingegaan bij de beoordeling.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat zij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
In geschil is of de vertraging van de passagiers op de eindbestemming meer dan drie uur bedraagt.
4.3.
AirHelp stelt dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen op de eindbestemming. Ter onderbouwing heeft zij een e-mail van 9 mei 2024 overgelegd. Hieruit volgt dat de geplande aankomsttijd van de vlucht 21:00 uur (lokale tijd) betrof. Nu de deuren zijn geopend om 00:14 uur (lokale tijd) zijn de passagiers met een vertraging van 3 uur en 14 minuten op de eindbestemming gearriveerd, aldus AirHelp. De kantonrechter merkt echter op dat deze e-mail is gericht aan een andere passagier. Het had op de weg van AirHelp gelegen om haar stelling voldoende te onderbouwen. De bewijslast van de gestelde vertraging rust namelijk op AirHelp. [2] Zij beroept zich immers op het rechtsgevolg van die stelling, te weten het recht op compensatie.
4.4.
Daartegenover heeft de vervoerder namelijk aangevoerd dat de geplande aankomsttijd van de vlucht altijd 21:20 uur (lokale tijd) is geweest. Ter onderbouwing van zijn verweer heeft hij een e-mail van 25 april 2024 met de vliegtickets overgelegd. Hiermee heeft de vervoerder naar het oordeel van de kantonrechter voldoende onderbouwd dat hij de geplande aankomsttijd van de vlucht niet heeft gewijzigd.
4.5.
Als onbetwist is komen vast te staan dat de passagiers om 00:14 uur (lokale tijd) zijn aangekomen te Antalya. Voor zover AirHelp heeft aangevoerd dat de vervoerder per e-mail heeft aangegeven dat er tijdelijk onjuiste tijden (21:00 uur) stonden vermeld op de mobiele boardingcards, heeft zij dit onvoldoende onderbouwd. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de passagiers met minder dan drie uur vertraging zijn aangekomen op de eindbestemming. De vordering van AirHelp zal daarom worden afgewezen.
4.6.
AirHelp zal in het ongelijk worden gesteld. Daarom zal zij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt AirHelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 270,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder;
en veroordeelt AirHelp tot betaling van € 67,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt;
5.3.
verklaart dit vonnis – voor wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Kleij, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.
2.Artikel 150 Rv.