ECLI:NL:RBNHO:2025:6771

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 mei 2025
Publicatiedatum
20 juni 2025
Zaaknummer
10994620
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor geannuleerde vlucht en de rol van omboeken volgens de Verordening (EG) nr. 261/2004

In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen British Airways Plc, vertegenwoordigd door mr. J.J.O. Zandt, voor compensatie wegens een geannuleerde vlucht. De passagier had een vervoersovereenkomst gesloten voor een vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Londen Heathrow op 22 juni 2023, maar de vlucht werd geannuleerd. AirHelp vorderde compensatie van € 250,00 op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die luchtvaartmaatschappijen verplicht om compensatie te bieden bij annuleringen, tenzij zij kunnen aantonen dat zij aan hun verplichtingen hebben voldaan door de passagier tijdig om te boeken.

De vervoerder voerde aan dat de passagier was omgeboekt naar een alternatieve vlucht die op tijd op Londen Gatwick arriveerde, en dat dit hen vrijstelde van de compensatieverplichting. De kantonrechter oordeelde dat de luchthaven van Londen Gatwick als eindbestemming kon worden aangemerkt, en dat AirHelp geen kosten had gevorderd voor de reis naar deze alternatieve luchthaven. Hierdoor werd de vordering van AirHelp afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan AirHelp, die ongelijk kreeg in deze zaak.

De kantonrechter heeft de vordering van AirHelp afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten, vastgesteld op € 164,00, en € 41,00 aan nakosten, vermeerderd met wettelijke rente. Dit vonnis is uitgesproken op 28 mei 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10994620 \ CV EXPL 24-1826
Uitspraakdatum: 28 mei 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar het recht harer vestiging
AirHelp Germany GmbH
gevestigd te Berlijn (Duitsland)
eiseres
hierna te noemen: AirHelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof (Lof Legal Services)
tegen
de buitenlandse vennootschap
British Airways Plc
gevestigd te Harmondsworth (Verenigd Koninkrijk)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J.O. Zandt (Ploum)
De zaak in het kort
AirHelp heeft van de vervoerder (onder meer) compensatie gevraagd voor een geannuleerde vlucht. De vervoerder voert aan dat hij de passagier heeft omgeboekt binnen de tijdslimieten van de Verordening en dat hij AirHelp daarom niet hoeft te compenseren. Dit verweer van de vervoerder slaagt, nu niet de luchthaven van Londen Heathrow maar die van Londen Gatwick als eindbestemming kan worden aangemerkt. De vordering van AirHelp wordt daarom afgewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene] (hierna: de passagier) heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder hem op 22 juni 2023 moest vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Londen Heathrow Airport (Verenigd Koninkrijk), met vlucht BA441 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vervoerder heeft de vlucht geannuleerd.
2.3.
De passagier heeft zijn vermeende vorderingsrecht gecedeerd aan AirHelp.
2.4.
AirHelp heeft daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.5.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
AirHelp vordert dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de nakosten.
3.2.
AirHelp baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). AirHelp stelt dat de vervoerder haar vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 250,00. [1]
3.3.
De vervoerder voert verweer. Op zijn verweer wordt ingegaan bij de beoordeling.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat zij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Niet in geschil is dat de vlucht is geannuleerd. Daarom moet de vervoerder in beginsel compenseren. Hij voert echter aan dat hij kan worden vrijgesteld van zijn compensatieverplichting omdat hij de passagier heeft omgeboekt naar een vlucht die zonder langdurige vertraging in Londen is gearriveerd. [2] De vertraging op de luchthaven van Londen Gatwick is doorslaggevend, aldus de vervoerder.
4.3.
Met de vervoerder is de kantonrechter van oordeel dat de luchthaven van Londen Gatwick in het onderhavige geval kan gelden als eindbestemming in de zin van de Verordening. Uit de Verordening volgt immers dat het (enige) gevolg dat de Verordening verbindt aan het omboeken naar een andere vlucht maar dezelfde stad, is dat de luchtvaartmaatschappij de kosten van de passagier vergoedt met betrekking tot de reis naar de andere luchthaven of een andere overeengekomen bestemming. [3] AirHelp heeft deze kosten echter niet gevorderd, waardoor het voorgaande niet op gaat. Bovendien is als onbetwist komen vast te staan dat de door de passagier geboekte vlucht om 18:55 uur (lokale tijd) op Londen Heathrow zou arriveren en dat, na annulering op 22 juni 2023, een alternatieve vlucht naar Londen is aangeboden welke om 19:20 uur (lokale tijd) vanuit Amsterdam is vertrokken en om 19:40 uur (lokale tijd) op Londen Gatwick is gearriveerd. De vordering van AirHelp zal daarom worden afgewezen.
4.4.
De proceskosten komen voor rekening van AirHelp, omdat zij ongelijk krijgt. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. De gevorderde rente wordt toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt AirHelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 164,00 salaris van de gemachtigde van de vervoerder;
en veroordeelt AirHelp tot betaling van € 41,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
verklaart dit vonnis – voor wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Kleij, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.
2.Artikel 5 lid 1 sub c onder iii van de Verordening.
3.Artikel 8 lid 3 van de Verordening.