Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
[1]De kinderrechter overweegt hiertoe als volgt.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 juni 2025 een beschikking gegeven over de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, hierna te noemen [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De zaak betreft een verzoek van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (GI) om de kinderen uit huis te plaatsen vanwege zorgen over hun veiligheid. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er al eerder een spoedmachtiging was verleend en dat de situatie van de kinderen niet is verbeterd. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de moeder heeft aangegeven dat zij de opvoeding als zwaar ervaart en dat de kinderen hulp nodig hebben. Tijdens de zitting is gebleken dat de kinderen aangeven dat zij van hun moeder houden, maar dat de thuissituatie onveilig is en dat zij minder stress ervaren wanneer zij ergens anders wonen. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 11 november 2025, met de beslissing dat deze uitvoerbaar bij voorraad is, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft de beslissing genomen in het belang van de verzorging en opvoeding van de kinderen, gezien de onveilige thuissituatie en het schoolverzuim.