ECLI:NL:RBNHO:2025:6811

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 juni 2025
Publicatiedatum
23 juni 2025
Zaaknummer
C/15/357691 / HA ZA 24-558
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis in civiele zaak tussen man en vrouw met betrekking tot een kennelijke fout in een eerder vonnis

In deze civiele zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Noord-Holland, heeft de vrouw op 27 mei 2025 verzocht om een aanvulling of verbetering van een eerder vonnis dat op 14 mei 2025 was gewezen. De vrouw stelde dat het bedrag van € 17.549,00, zoals vermeld in het vonnis, niet correct was en dat dit gewijzigd moest worden naar € 22.509,00. Dit verzoek werd ondersteund door de advocaat van de man, mr. K.J. de Vaan, die op 4 juni 2025 geen bezwaar maakte tegen de inwilliging van het verzoek.

De rechtbank heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat er inderdaad sprake was van een kennelijke fout in het eerdere vonnis. In het vonnis van 14 mei 2025 was ten onrechte het volledige bedrag van € 9.920,00 in mindering gebracht op de aanspraak van de vrouw, terwijl dit slechts de helft van het bedrag had moeten zijn. De rechtbank heeft daarom besloten om het eerdere vonnis te corrigeren en het bedrag van de aanspraak van de vrouw te verhogen naar € 22.509,00.

In de beslissing van 11 juni 2025 heeft de rechtbank de wijziging van het bedrag vastgelegd en gelast dat partijen het ontvangen afschrift van het eerdere vonnis aan de griffie van de rechtbank retourneren. Dit herstelvonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.J. Dijk.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/357691 / HA ZA 24-558
Herstelvonnis van 11 juni 2025
in de zaak van
[de man],
wonende te [plaats 1],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. K.J. de Vaan te Eindhoven,
tegen
[de vrouw],
wonende te [plaats 2], gemeente [gemeente],
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. L.W. Castelijns te Amsterdam.
Partijen zullen hierna de man en de vrouw genoemd worden.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij brief van 27 mei 2025 heeft de vrouw de rechtbank verzocht om aanvulling dan wel verbetering van het op 14 mei 2025 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat het in de beoordeling onder nummer 4.20 vermelde bedrag van € 17.549,00 moet worden gewijzigd in een bedrag van € 22.509,00. De vrouw stelt dat het vermelde bedrag van € 17.549,00 niet klopt, omdat de rechtbank een bedrag van € 9.920,00 van de vordering van de vrouw in reconventie van € 27.469,00 heeft afgetrokken in plaats van de helft van € 9.920,00 (€ 4.960,00).
1.2.
Bij B16-formulier van 4 juni 2025 heeft mr. De Vaan namens de man aan de rechtbank bericht geen bezwaar tegen inwilliging van het verzoek te hebben.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank is van oordeel dat in het vonnis van 14 mei 2025 sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent. In nummer 2.5 van het vonnis staat namelijk dat de vrouw “
de helft” van een navorderingsaanslag Inkomstenbelasting en Premie volksverzekeringen over 2017 aan de man moet voldoen, terwijl in nummer 4.20 van het vonnis ten onrechte het hele bedrag van € 9.920,00 in mindering wordt gebracht op de aanspraak van de vrouw van € 27.469,00. Daarom is in nummer 4.20 van het vonnis sprake van een kennelijke fout, die zich bovendien voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank zal het verzoek dan ook toewijzen als volgt.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat nummer 4.20 van het op 14 mei 2025 tussen de man en de vrouw gewezen vonnis, waar staat
“De vrouw maakt terecht aanspraak op de betaling van de banksaldi en heeft terzake een aanspraak van € 17.549,00.”
wordt gewijzigd in
“De vrouw maakt terecht aanspraak op de betaling van de banksaldi en heeft terzake een aanspraak van € 22.509,00 (na aftrek van de helft van de navorderingsaanslag van € 9.920,00).”,
3.2.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 11 juni 2025 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 14 mei 2025,
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 14 mei 2025 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2025. [1]

Voetnoten

1.type: 1835