In deze civiele zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Noord-Holland, heeft de vrouw op 27 mei 2025 verzocht om een aanvulling of verbetering van een eerder vonnis dat op 14 mei 2025 was gewezen. De vrouw stelde dat het bedrag van € 17.549,00, zoals vermeld in het vonnis, niet correct was en dat dit gewijzigd moest worden naar € 22.509,00. Dit verzoek werd ondersteund door de advocaat van de man, mr. K.J. de Vaan, die op 4 juni 2025 geen bezwaar maakte tegen de inwilliging van het verzoek.
De rechtbank heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat er inderdaad sprake was van een kennelijke fout in het eerdere vonnis. In het vonnis van 14 mei 2025 was ten onrechte het volledige bedrag van € 9.920,00 in mindering gebracht op de aanspraak van de vrouw, terwijl dit slechts de helft van het bedrag had moeten zijn. De rechtbank heeft daarom besloten om het eerdere vonnis te corrigeren en het bedrag van de aanspraak van de vrouw te verhogen naar € 22.509,00.
In de beslissing van 11 juni 2025 heeft de rechtbank de wijziging van het bedrag vastgelegd en gelast dat partijen het ontvangen afschrift van het eerdere vonnis aan de griffie van de rechtbank retourneren. Dit herstelvonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.J. Dijk.