Uitspraak
1.[gedaagde],
2.
706 ONLINE B.V.,
gedaagde partijen in conventie,
1.De procedure
- de aanvullende producties 31 tot en met 34 van Ahrend,
- de producties 1 tot en met 5 van [gedaagden],
- de mondelinge behandeling van 10 juni 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota van Ahrend,
- de pleitnota van [gedaagden]
2.Feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
enige wijze’ werkzaam te zijn in of voor een zaak gelijksoortig of aanverwant aan het bedrijf van Ahrend. De verboden werkzaamheden zijn daarmee ruim geformuleerd en – anders dan [gedaagde] bepleit – niet beperkt tot het vervullen van de functie van Product Manager bij die andere zaak. Het beding begint weliswaar met de zinsnede ‘
Het is de medewerker in de functie van Product Manager verboden (…)’, maar dat slaat terug op de functie die [gedaagde] ten tijde van het aangaan van het beding bij Ahrend vervulde (en aan welke functie de in het beding opgenomen motivering voor het concurrentiebeding is gekoppeld). Zou de vermelding van die functie wel bedoeld zijn zoals [gedaagde] en 706 Online bepleiten, dan zou de zinsnede ‘
op enige wijze’zinledig zijn. De gemachtigde van [gedaagde] en 706 Online heeft nog aangevoerd dat het onderdeel ‘op enige wijze’ betrekking heeft op de vorm waarin de arbeid wordt verricht (op basis van een dienstverband of als ZZP-er) en niet op de aard van de werkzaamheden. Die uitleg is echter niet aannemelijk, omdat in het beding ook staat dat het om (verboden) werkzaamheden ‘
al dan niet in dienstverband’gaat. Daarmee is al ondervangen dat het verbod geldt voor alle juridische vormen van arbeid.
gelijksoortig of aanverwant aan’het bedrijf van Ahrend. De kantonrechter is voorshands van oordeel dat Ahrend voldoende heeft onderbouwd dat 706 Online zo’n gelijksoortig of aanverwant bedrijf is. Zoals uit de KvK-uitreksels van Ahrend en 706 Online blijkt zijn beide partijen actief in de kantoormeubelbranche. Bovendien was [gedaagde] bij Ahrend in dezelfde productgroep werkzaam als nu bij 706 Online, te weten ‘Seating’. Verder heeft Ahrend (met stukken onderbouwd) toegelicht dat beide bedrijven dezelfde, althans gelijksoortige producten verkopen (waaronder genormeerde bureaustoelen voor de zakelijke markt en refurbished bureaustoelen), deels dezelfde afzetmarkt hebben (kleinere, zakelijke klanten in Nederland), dezelfde toeleveranciers gebruiken (Donati en Bock) en dezelfde verkoopkanalen gebruiken (Bol.com en dealernetwerken). [gedaagde] en 706 Online hebben hier onvoldoende tegenin gebracht. Zij hebben weliswaar aangevoerd dat er een verschil in schaal, aanpak, doelgroep, productaanbod en geografische aanwezigheid is, waardoor partijen elkaar niet tegenkomen in de markt en geen last van elkaar hebben in termen van het aantasten van elkaars bedrijfsdebiet, maar hebben dit onvoldoende concreet en met stukken onderbouwd. Blijkens een door Ahrend overgelegd persbericht afficheert 706 Online zich als een specialist in duurzame hoogwaardige en refurbished bureaustoelen met een uitgebreid portfolio en een sterk dealernetwerk dat zich de komende tijd wil richten op het uitbreiden van haar klantportfolio en het verder aanboren van nieuwe markten. Daarmee is geenszins uit te sluiten dat 706 Online marktaandeel zal willen (gaan) veroveren ten koste van andere partijen in de kantoormeubelbranche (zoals Ahrend). De omstandigheid dat Ahrend een veel grotere onderneming (met hogere omzetten en meer personeel) is, leidt er niet toe dat 706 Online niet als een concurrent in de zin van het concurrentiebeding is aan te merken. Datzelfde geldt voor het feit dat Ahrend naast MKB-bedrijven ook grotere zakelijke klanten bedient en ook direct aan eindklanten levert.